57
nl
1. Algemene inspectiepunten
Zijn er verontreinigingen (bijv. vuil, modder, lak,
olie of vet op de steiger aanwezig? Zijn er
bevestigingen evt. losgeraakt of gecorrodeerd?
Zijn er verontreinigingen (bijv. vuil, modder, lak,
olie of vet) op de ladder aanwezig?
2. Aluminium-staanders, treden
Zijn staanders en verstevigingsschoren evt. ver-
bogen, gekromd, verdraaid, gedeukt, gescheurd,
gecorrodeerd of verrot? De staanders moeten op
de bevestigingspunten voor andere componenten
in goede staat verkeren. Alle treden moeten com-
pleet aanwezig zijn. Zijn treden evt. versleten,
losgeraakt, gecorrodeerd of beschadigd?
3. Scharnieren, beslag
Controle op goede werking, stevigheid en
volledigheid, alsmede op beschadigingen en
corrosie. Zijn scharnieren, beslag evt. bescha-
digd, losgeraakt of gecorrodeerd?
4. Voetjes
Voetjes op stevigheid en op beschadigingen
en corrosie controleren. Alle voetjes moeten
aanwezig zijn. Zijn voetjes losgeraakt, versleten
of gecorrodeerd?
5. Veiligheids-borgbeugel met aflegschaal
Technische toestand van de borgbeugel
controleren. Zijn er beschadigingen, scheurtjes
aanwezig?
6. Markeringen
Zijn laddermarkeringen aanwezig en goed
leesbaar?
• Voor bedrijfsmatig (commercieel) gebruik van
het trapje is een regelmatige controle door een
hiertoe bevoegde persoon noodzakelijk.
• De ondernemer moet ervoor zorgen dat trapjes
regelmatig op correcte toestand worden gecontro-
leerd (visuele en functiecontrole). Daartoe dienen
de aard, de omvang en de tijdstippen van de
noodzakelijke inspecties te worden vastgelegd.
• De intervallen voor de inspectie richten zich naar
de bedrijfsomstandigheden, in het bijzonder naar
de gebruiksfrequentie, de gebruiksintensiteit
en het voorkomen en de ernst van vastgestelde
gebreken bij voorafgaande inspecties.
• De exploitant dient erop tevens op toe te zien,
dat trapjes met gebreken buiten gebruik worden
gesteld en zodanig worden opgeslagen dat verder
gebruik tot aan hun deugdelijke reparatie of
verwijdering niet langer mogelijk is.
• Door beschadigde, foute of niet functionerende
elementen van het trapje bestaat voor de gebrui-
ker valgevaar; ook bestaat het gevaar dat het
trapje bij gebruik omvalt.
• Gebruikers van het trapje kunnen bij een val
ernstig letsel oplopen.
• Ook kunnen voorwerpen bij een val van het
trapje worden beschadigd.
Bij de periodieke inspectie van de ladder dienen de
inspectiepunten 1. - 6. in acht te worden genomen.
Indien één van de gecontroleerde punten geen
bevredigend resultaat oplevert, dient het trapje
NIET te worden gebruikt.
11. Inspectieplan
Summary of Contents for 4302-301
Page 74: ...74 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 e 74 75 76 77 77 79 80 80 80 80 81 76 1 4303 xxx 3 4302 xxx 2...
Page 75: ...75 ru A B A B C e A B C EN 14183 150 2...
Page 77: ...77 ru 1 1 5 4...
Page 78: ...78 5...
Page 79: ...79 ru 6 10...
Page 81: ...81 1 2 3 4 5 6 1 6 11 ru...
Page 82: ...82 84 4 5 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 82 83 84 85 85 87 88 88 88 88 89 4303 xxx 3 4302 xxx 2...
Page 83: ...83 ja A B A B C A B C EN 14183 150 kg 2...
Page 85: ...85 ja 5 4 1 x 1 x...
Page 86: ...86 5...
Page 87: ...87 10kg ja 6...
Page 89: ...89 ja 1 2 3 4 5 6 1 6 11...
Page 90: ...90...
Page 91: ...91...