43
4. Vul de ballon met behulp van de injectiespuit met Luer-schuifaansluiting.
• Vul de LV-ballon met 3–5 ml steriel of gedistilleerd water.
• Vul de standaardballon met 7–10 ml steriel of gedistilleerd water.
OPGELET:
OVERSCHRIJD NIET HET TOTALE BALLONVOLUME
VAN 7 ML IN DE LV-BALLON. GEBRUIK GEEN LUCHT. INJECTEER GEEN
CONTRASTMIDDEL IN DE BALLON.
OPGELET:
OVERSCHRIJD NIET HET TOTALE BALLONVOLUME VAN 15
ML IN DE STANDAARDBALLON. GEBRUIK GEEN LUCHT. INJECTEER GEEN
CONTRASTMIDDEL IN DE BALLON.
5. Trek de sonde voorzichtig omhoog en weg van de buik totdat de ballon de
binnenzijde van de maagwand raakt.
6. Verwijder de restanten vloeistof of glijmiddel uit de sonde en de stoma.
7. Schuif de SECUR-LOK* ring voorzichtig tot ongeveer 1–2 mm boven de huid.
De positie en de doorgankelijkheid van de sonde
controleren
1. Bevestig een injectiespuit met kathetertip met 10 ml water aan de
voedingspoort. Zuig de maaginhoud op. Wanneer u lucht of maaginhoud
ziet, spoelt u de sonde door.
2. Controleer op vocht rond de stoma. Indien er tekenen zijn van gastrische
lekkage, controleer dan de stand van de sonde en ga na of de SECUR-LOK*
ring goed is aangebracht. Voeg zoveel vloeistof toe als nodig is in stappen
van 1–2 ml. Overschrijd niet de balloncapaciteit zoals tevoren aangegeven.
3. Begin pas met de voeding nadat de juiste doorgankelijkheid en aanbrenging
zijn gecontroleerd volgens de instructies van de arts.
Aanbevolen procedure voor endoscopische
aanbrenging
1. Verricht een routinematige oesofagogastroduodenoscopie. Nadat de ingreep
is voltooid en er geen afwijkingen zijn geconstateerd die een contra-indicatie
voor aanbrenging van de sonde zouden kunnen vormen, moet de patiënt in
rugligging worden geplaatst en moet de maag met lucht worden gevuld.
2. Verricht transilluminatie via de voorste buikwand om een plaats voor de
gastrostomie te selecteren waarin zich geen grote bloedvaten, ingewanden
en littekenweefsel voordoen. De plaats is gewoonlijk op een derde van de
afstand van de umbilicus tot de linker ribbenboog bij de midclaviculaire lijn.
3. Druk de beoogde inbrengplaats in met een vinger. De endoscopist moet
de resulterende depressie duidelijk zien op het voorste oppervlak van de
maagwand.
4. Bereid de huid voor en dek deze af bij de geselecteerde inbrengplaats.
Aanbrenging van gastropexie
OPGELET:
HET VERDIENT AANBEVELING EEN DRIEPUNTS GASTROPEXIE
UIT TE VOEREN IN EEN DRIEKHOEKSCONFIGURATIE OM TE ZORGEN VOOR
AANHECHTING VAN DE MAAGWAND AAN DE VOORSTE BUIKWAND.
1. Breng een huidmarkering aan op de inbrengplaats van de sonde. Zet
het gastropexiepatroon uit door drie huidmarkeringen aan te brengen
op gelijke afstand van de inbrengplaats van de sonde, en wel in een
driehoeksconfiguratie.
WAARSCHUWING
:
Er dient voldoende afstand te zijn tussen de
inbrengplaats en de plaats waar de gastropexie wordt verankerd
om interferentie door het T-vormige bevestigingsmiddel en de
gevulde ballon te voorkomen.
2. Dien 1% lidocaïne toe op de punctieplaatsen en breng een plaatselijk
verdovingsmiddel aan op de huid en het peritoneum.
3. Breng het eerste T-vormige bevestigingsmiddel aan en bevestig de
positie in de maag. Herhaal de procedure totdat alle drie T-vormige
bevestigingsmiddelen bij de hoeken van de driehoek zijn aangebracht.
4. Zet de maag vast aan de voorste buikwand en voltooi de ingreep.
De stomatractus aanleggen
1. Leg de stomatractus aan terwijl de maag nog steeds met lucht is gevuld en
tegen de buikwand aan ligt. Identificeer de punctieplaats in het midden van
het gastropexiepatroon. Controleer onder endoscopische begeleiding of de
plaats boven het distale lichaam van de maag ligt onder de ribbenboog en
boven het colon transversum.
OPGELET:
VERMIJD DE A. EPIGASTRICA DIE ZICH BIJ DE OVERGANG
VAN HET VOOR TWEE DERDE MEDIALE EN EEN DERDE LATERALE GEDEELTE
VAN DE M. RECTUS BEVINDT.
WAARSCHUWING: Voorzichtig te werk gaan om te voorkomen
dat de punctienaald te diep wordt opgevoerd teneinde aanprikken
van de achterste maagwand, pancreas, linkernier, aorta of milt te
voorkomen.
2. Verdoof de punctieplaats met een plaatselijke injectie van 1% lidocaïne in
het peritoneale oppervlak.
3. Breng een met een 0,038-inch (0,96-mm) voerdraad compatibele
introducernaald in het midden van het gastropexiepatroon in het
maaglumen in.
NB:
Voor aanbrenging van de gastrostomiesonde is de beste inbrenghoek
volledig haaks op het oppervlak van de huid. De naald moet naar de pylorus
zijn gericht indien wordt verwacht dat er op een PEGJ-sonde wordt overgegaan.
4. Controleer de juiste naaldplaatsing onder endoscopische visualisatie.
Bovendien kan er, om de verificatie te vergemakkelijken, een met water
gevulde injectiespuit op het aanzetstuk van de naald worden aangebracht en
kan er lucht uit het lumen van de maag worden geaspireerd.
5. Voer een voerdraad met J-vormige tip, van maximaal 0,038 inch (0,96 mm),
door de naald op in de maag. Bevestig de positie.
6. Verwijder de introducernaald, maar houd de voerdraad met J-vormige tip op
zijn plaats. Voer de introducernaald af volgens het ziekenhuisprotocol.
Dilatatie
1. Gebruik een scalpelmes nr. 11 om een kleine huidincisie te maken die
langs de voerdraad omlaag door het onderhuidse weefsel en de fascia van
de musculatuur van de buik loopt. Nadat de incisie is gemaakt, moet het
scalpelmes worden afgevoerd volgens het ziekenhuisprotocol.
2. Voer een dilatator over de voerdraad op en dilateer de stomatractus tot de
gewenste grootte.
3. Verwijder de dilatator over de voerdraad, maar houd de voerdraad op zijn
plaats.
Aanbrenging van de sonde
NB:
Er kan een peel-away sheath worden gebruikt om het opvoeren van de sonde
door de stomatractus te vergemakkelijken.
1. Selecteer de juiste voedingssonde voor gastrostomie en bereid deze voor
volgens de aanwijzingen in het bovenstaande gedeelte ‘Voorbereiding van
de sonde’.
2. Voer het distale uiteinde van de sonde over de voerdraad, via de
stomatractus, op tot in de maag.
3. Controleer of de sonde zich in de maag bevindt, verwijder de endoscoop,
verwijder de voerdraad of de peel-away sheath indien deze is gebruikt en vul
de ballon.
4. Vul de ballon met behulp van de injectiespuit met Luer-schuifaansluiting.
• Vul de LV-ballon met 3–5 ml steriel of gedistilleerd water.
• Vul de standaardballon met 7–10 ml steriel of gedistilleerd water.
OPGELET:
OVERSCHRIJD NIET HET TOTALE BALLONVOLUME
VAN 7 ML IN DE LV-BALLON. GEBRUIK GEEN LUCHT. INJECTEER GEEN
CONTRASTMIDDEL IN DE BALLON.
OPGELET:
OVERSCHRIJD NIET HET TOTALE BALLONVOLUME VAN 15
ML IN DE STANDAARDBALLON. GEBRUIK GEEN LUCHT. INJECTEER GEEN
CONTRASTMIDDEL IN DE BALLON.
5. Trek de sonde voorzichtig omhoog en weg van de buik totdat de ballon de
binnenzijde van de maagwand raakt.
6. Verwijder de restanten vloeistof of glijmiddel uit de sonde en de stoma.
7. Schuif de SECUR-LOK* ring voorzichtig tot ongeveer 1–2 mm boven de huid.
De positie en de doorgankelijkheid van de sonde
controleren
1. Bevestig een injectiespuit met kathetertip met 10 ml water aan de
voedingspoort. Zuig de maaginhoud op. Wanneer u lucht of maaginhoud
ziet, spoelt u de sonde door.
2. Controleer op vocht rond de stoma. Indien er tekenen zijn van gastrische
lekkage, controleer dan de stand van de sonde en ga na of de SECUR-LOK*
ring goed is aangebracht. Voeg zoveel vloeistof toe als nodig is in stappen
van 1–2 ml. Overschrijd niet de balloncapaciteit zoals tevoren aangegeven.
3. Begin pas met de voeding nadat de juiste doorgankelijkheid en aanbrenging
zijn gecontroleerd volgens de instructies van de arts.
Verwijdering van de sonde
1. Controleer eerst of dit type sonde naast het ziekbed kan worden vervangen.
2. Maak alle apparatuur en benodigdheden gereed, maak de handen op
aseptische wijze schoon en trek schone, poedervrije handschoenen aan.
3. Draai de sonde 360 graden om te zorgen dat de sonde zich onbelemmerd en
gemakkelijk kan bewegen.
4. Breng de injectiespuit met kathetertip stevig in de ballonpoort in en
verwijder alle vloeistof uit de ballon.
5. Oefen tegendruk uit op de buik en verwijder de sonde door middel van
voorzichtige maar stevige tractie.
NB:
Indien er weerstand wordt ondervonden, moeten de sonde en de stoma
met een in water oplosbaar glijmiddel worden gesmeerd. Tegelijkertijd moet
de sonde worden geduwd en gedraaid. Manipuleer de sonde voorzichtig totdat
deze vrijkomt. Indien de sonde niet vrijkomt, moet de ballon opnieuw worden
gevuld met de voorgeschreven hoeveelheid water en moet de arts worden
verwittigd. Oefen nooit overmatige kracht uit om de sonde te verwijderen.
WAARSCHUWING:
Tracht nooit de sonde te vervangen tenzij
u daarvoor opgeleid bent door de arts of een andere medische
zorgverlener.
Procedure voor het vervangen
1. Reinig de huid rondom de stomaplaats en laat de plaats aan de lucht drogen.
2. Selecteer de juiste maat voedingssonde voor gastrostomie en bereid deze
voor volgens de aanwijzingen in het bovenstaande gedeelte ‘Voorbereiding
van de sonde’.
3. Smeer het distale uiteinde van de sonde met een in water oplosbaar
smeermiddel in en breng de gastrostomie voorzichtig door de stoma de
maag in.
4. Vul de ballon met behulp van de injectiespuit met Luer-schuifaansluiting.
• Vul de LV-ballon met 3–5 ml steriel of gedistilleerd water.
• Vul de standaardballon met 7–10 ml steriel of gedistilleerd water.
OPGELET:
OVERSCHRIJD NIET HET TOTALE BALLONVOLUME
VAN 7 ML IN DE LV-BALLON. GEBRUIK GEEN LUCHT. INJECTEER GEEN
CONTRASTMIDDEL IN DE BALLON.
OPGELET:
OVERSCHRIJD NIET HET TOTALE BALLONVOLUME VAN 15
ML IN DE STANDAARDBALLON. GEBRUIK GEEN LUCHT. INJECTEER GEEN
CONTRASTMIDDEL IN DE BALLON.
5. Trek de sonde voorzichtig omhoog en weg van de buik totdat de ballon de
binnenzijde van de maagwand raakt.
6. Verwijder de restanten vloeistof of glijmiddel uit de sonde en de stoma.
7. Schuif de SECUR-LOK* ring voorzichtig tot ongeveer 1–2 mm boven de huid.
8. Controleer de juiste plaats van de sonde volgens de aanwijzingen in het
bovenstaande gedeelte ‘De positie van de sonde controleren’.
Toediening van medicatie
Gebruik zo mogelijk vloeibare medicatie en raadpleeg de apotheker om na te
gaan of het veilig is als tabletten geleverde medicatie tot een poeder fijn te
stampen en met water aan te lengen. Indien het veilig is, moet de tabletvormige
medicatie tot een fijn poeder fijngestampt en in water opgelost worden voordat
de medicatie via de voedingssonde wordt toegediend. Stamp medicatie met
een enterische coating nooit fijn en vermeng de medicatie niet met vloeibare
voedingsstoffen.
Spoel de sonde met behulp van een injectiespuit met kathetertip door met de
voorgeschreven hoeveelheid water.
Richtlijnen voor het doorgankelijk houden van de
sonde
Het op juiste wijze doorspoelen van de sonde is de beste manier om verstopping
te voorkomen en de sonde doorgankelijk te houden. Hieronder volgen richtlijnen
om verstopping te voorkomen en de sonde doorgankelijk te houden.
• Spoel de voedingssonde om de 4–6 uur door met water tijdens
continuvoeding, wanneer de voeding wordt onderbroken, voor en na elke
met tussenpozen toegediende voeding of ten minste om de 8 uur indien de
sonde niet wordt gebruikt.
• Spoel de voedingssonde door vóór en na toediening van medicatie en tussen
medicaties door. Zo wordt voorkomen dat de medicatie en de vloeibare
voedingsstoffen op elkaar inwerken en een verstopping van de sonde kunnen
veroorzaken.
• Gebruik zo mogelijk vloeibare medicatie en raadpleeg de apotheker om
na te gaan of het veilig is als tabletten geleverde medicatie tot een poeder
fijn te stampen en met water aan te lengen. Indien het veilig is, moet
de tabletvormige medicatie tot een fijn poeder fijngestampt en in warm
Summary of Contents for MIC
Page 1: ...MIC GASTROSTOMY FEEDING TUBE AND BOLUS GASTROSTOMY FEEDING TUBE Instructions for Use...
Page 84: ...84...
Page 85: ...85...
Page 86: ...86...
Page 87: ...87...