29
6.1. De eerste maal een Bluetooth
®
-verbinding tot stand brengen
(pairing/koppelen)
Aanwijzing - Pairing
• Controleer of uw eindapparaat met Bluetooth
®
-functie is ingeschakeld en of
de Bluetooth
®
-functie is geactiveerd.
• Controleer of uw voor Bluetooth
®
-geschikte eindapparaat voor andere
Bluetooth
®
-apparaten zichtbaar is.
• Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw eindapparaat.
• Zet de aan/uit-schakelaar (2) op de positie ON om de Bluetooth
®
-ontspanner in te
schakelen. Het controlelampje (1) begint groen te knipperen (langzaam).
• De Bluetooth
®
-ontspanner zoekt naar een Bluetooth
®
-verbinding.
• Open op uw eindapparaat de Bluetooth
®
-instellingen en wacht tot in de lijst van
gevonden Bluetooth
®
-apparaten
Hama BRS2
wordt weergegeven.
• Selecteer
Hama BRS2
en wacht tot de Bluetooth
®
-ontspanner als „verbonden“
wordt weergegeven in de Bluetooth
®
-instellingen van uw eindapparaat. Het
controlelampje (1) begint groen te knipperen (snel).
• U kunt de Bluetooth
®
-ontspanner nu gebruiken.
6.2. Automatische Bluetooth
®
-verbinding
(na een reeds uitgevoerde pairing/koppeling)
Aanwijzing
• Controleer of uw eindapparaat met Bluetooth
®
-functie is ingeschakeld en of de
Bluetooth
®
-functie is geactiveerd.
• Controleer of uw voor Bluetooth
®
-geschikte eindapparaat voor andere
Bluetooth
®
-apparaten zichtbaar is.
• Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw eindapparaat.
• De Bluetooth
®
-ontspanner blijft verbonden met het Bluetooth
®
-apparaat waarmee
deze het laatst is gebruikt.
• Zet de aan/uit-schakelaar (2) op de positie ON om de Bluetooth
®
-ontspanner in te
schakelen. Het controlelampje (1) begint groen te knipperen (langzaam).
• Na 3-5 seconden maakt de Bluetooth
®
-ontspanner automatisch verbinding met
het apparaat.
• U kunt de Bluetooth
®
-ontspanner nu gebruiken.