28
6.1 Verbinding met het meetstation
• Na het plaatsen van de batterijen zoekt het basisstation
automatisch naar een verbinding met het meetstation en
voert de eerste configuratie uit.
Aanwijzing
• De eerste configuratie duurt ca. 2 minuten.
• Tijdens de poging om een verbinding tot stand te
brengen, knippert het zendsymbool Meetstation (13).
• Voorkom gedurende deze tijd het bedienen van toetsen!
Anders kunnen er fouten en onnauwkeurigheden bij de
waarden en de overdracht ervan optreden.
• Deze procedure is voltooid zodra de meetwaarden voor
binnen (7/8) en buiten (2/3) worden weergegeven.
• De meetwaarde wordt ongeveer elke 45 seconden
automatisch door het basistoestel geactualiseerd.
• Bevindt de temperatuurwaarde zich buiten het
meetbereik, dan wordt in de temperatuurweergave --.-
(voor temperaturen onder het meetbereik) resp. --.- (voor
temperaturen boven het meetbereik) weergegeven.
• Indien herhaalde malen geen signaal wordt ontvangen,
houdt u de
“CH | ” toets
(10) gedurende ca. 3
seconden ingedrukt om het handmatig zoeken naar het
signaal te starten.
Weergave
Zoeken naar signaal van het
meetstation
Knipperende indicator
Actief
Continu brandende
indicator
Succesvol –
signaal wordt ontvangen
Continu brandende indicator
Inactief –
geen signaalontvangst
Aanwijzing – verkeerde overdracht van
meetwaarden
• In sommige gevallen kan het door stoorsignalen – bijv.
door een WLAN-netwerk, computer, televisietoestel, enz.
– gebeuren dat de overdracht van de meetwaarden tussen
basis- en meetstation mislukt.
• Synchroniseer dan de stations opnieuw door de batterijen
van beide stations kort eruit te halen en vervolgens weer
terug te plaatsen.
• Indien vervolgens de meetwaarden wederom niet worden
overgedragen, dan vervangt u de batterijen door nieuwe
exemplaren.
• Kies eventueel een nieuwe plaats van opstelling voor het
basisstation om mogelijke stoorsignalen in de toekomst
te vermijden.
6.2 Kanaalselectie/ meerdere meetstations
Aanwijzing
• U kunt, afgezien van het meegeleverde meetstation,
nog twee meetstations installeren. Let er hierbij op
dat de kanaalinstelling op de basis- en het betreffende
meetstation dezelfde is.
• Druk herhaalde malen op de „CH | “ toets (10) om
hetzelfde kanaal zoals op het desbetreffende meetstation in
te stellen. Kanaal 1, 2 of 3 wordt weergegeven.
6.3 Basisinstelling en handmatige instellingen
Handmatige instelling datum/tijd
• Houd de „C/F | SET“ -toets (11) gedurende ca. 3 seconden
ingedrukt om de volgende instellingen na elkaar uit te
voeren.
• Jaar
• Maand
• Dag
• 12h/24h-weergave
• Uur
• Minuut
• Druk voor het selecteren van de afzonderlijke waarden op
de „CH | “ -toets (10) of de „MEM | “-toets (12) en
bevestig de desbetreffende selectie door op de „C/F | SET“
-toets (11) te drukken.
• Druk op de C/F | SET“ -toets (11) om de weergegeven
instelwaarde over te nemen en verder te gaan.
• Als er gedurende 8 seconden niets wordt ingevoerd, wordt
de instelmodus automatisch verlaten.
6.4 Celsius/Fahrenheit
• Druk in een willekeurige modus op de „C/F | SET“-toets (11)
om voor °C (Celsius) of °F (Fahrenheit) te kiezen.
6.5 Temperatuurmeting, maximum/minimum
• Druk op de „MEM | “-toets (12) om de maximale
of minimale waarden van de temperatuur- en
luchtvochtigheidsregistratie weer te geven
• Als u de „MEM | “-toets (12) éénmaal indrukt, worden
de maximale waarden van temperatuur en luchtvochtigheid
weergegeven. Door de toets nogmaals in te drukken, worden
de minimumwaarden weergegeven.
6.6 Resetten van gegevens
• Houd de „MEM | “-toets (12) gedurende ca. 3 seconden
ingedrukt om de opgeslagen hoogste en laagste waarden
van binnentemperatuur (2), luchtvochtigheid binnen (3),
buitentemperatuur (2) en luchtvochtigheid buiten (3) te
resetten.