10
11
• Appuyez sur ALERT afi n d’activer ou désactiver la fonction
d’alarme. Les deux icônes (limite supérieure et limite inférieure)
seront affi chés lorsque la fonction d’alarme est activée.
Réglage de l’alarme de température extérieure
• Appuyez sur la touche ALERT et maintenez-la enfoncée pendant
3-4
secondes.
• Appuyez sur CHANNEL afi n de sélectionner le canal sur lequel
vous désirez sélectionner l’alarme (de 1 à 3).
• L’icône de limite supérieure de la température et la température
extérieure du canal sélectionné commenceront à clignoter.
• Appuyez sur UP ou DOWN afi n de sélectionner l’alarme pour la
limite supérieure de la température.
• Appuyez sur ALERT ; l’icône de limite inférieure de la température
et la température commenceront à clignoter.
• Appuyez sur UP ou DOWN afi n de sélectionner l’alarme pour la
limite inférieure de la température.
• Appuyez sur ALERT afi n de retourner au mode d’affi chage normal.
• Appuyez sur ALERT afi n d’activer ou désactiver la fonction
d’alarme. Les deux icônes (limite supérieure et limite inférieure)
seront affi chés lorsque la fonction d’alarme est activée.
Utilisation de la minuterie compte à rebours
• En mode d’affi chage normal, appuyez trois fois sur MODE afi n
d’affi cher la minuterie compte à rebours. L’écran affi che TIMER.
• Appuyez sur la touche SET pendant 3-4 secondes jusqu’à ce que
l’affi chage de l’heure clignote.
• Appuyez sur UP ou DOWN afi n de régler l’heure.
• Appuyez sur SET afi n de faire clignoter les minutes.
• Appuyez sur UP ou DOWN afi n de régler les minutes.
• Appuyez sur SET afi n de faire clignoter les secondes.
• Appuyez sur UP ou DOWN afi n de régler les secondes.
• Appuyez sur SET afi n de confi rmer l’heure.
• Appuyez sur SET afi n de démarrer la minuterie compte à rebours
• Vous pouvez appuyer sur SET afi n de faire une pause alors que la
minuterie a commencé le compte à rebours. Appuyez à nouveau
sur SET afi n de redémarrer la minuterie compte à rebours.
• Appuyez sur n’importe quelle touche de la face avant de la station
de base afi n de mettre l’alarme en sourdine lorsque la minuterie a
atteint -00-. L’écran LCD retournera à l’affi chage normal de
l’heure.
• Faites une pause du compte à rebours et saisissez une nouvelle
valeur pour le compte à rebours (utilisant la marche à suivre ci-
dessus) dans le cas où vous désirez effacer les valeurs
enregistrées ou réinitialiser le compteur avant qu’il n’ait
atteint
-0-.
Reinitialisation
Votre thermomètre multi-zones peut être réinitialisé en cas de
mauvais fonctionnement. Appuyez une fois sur la touche RESET et
l’unité retournera aux réglages d’usine. Saisissez à nouveau vos
paramètres conformément aux Instructions de service.
Certifi cats d‘homologation et de sécurité / Informations générales
Le sigle CE est apposé sur cet appareil, conformément aux
dispositions de la directive R&TTE (1999/5/CE).
Hama GmbH & Co KG certifi e que cet appareil satisfait aux exigences
et aux dispositions de la directive 1999/5/CE. Vous pouvez consulter
la déclaration de régularité et de conformité sur internet en cliquant
sur : http://www.hama.com
o
Gebruiksaanwijzing
Technische specifi caties en functies
Basisstation
• Binnen-/buitentemperatuur (draadloze overdracht)
• Weergave van de temperatuur van maximaal vier standplaatsen
(extra sensoren vereist)
• Binnen-/buitentemperatuur in °F of °C
• Geheugenfunctie om de hoogste/laagste geregistreerde
temperatuurwaarde op te roepen
• Bereik binnentemperatuur: -10°C tot 70°C (14°F tot 158°F)
• Temperatuurtolerantie: +/-1,1°C (+/-2°F)
• Instelbare tijdweergave in 12h- of 24h-formaat voor alarm met
snoozefunctie
• Kalender met maand / dag / jaar
• Countdowntimer
• Weergave voor „Batterij leeg“
• Kan opgesteld of aan de wand gemonteerd worden
• Twee
AAA-batterijen
Remotesensor
• Overdrachtsfrequentie van 433 MHz
• Overdrachtsbereik tot maximaal 30 m (evt. beperkt bij
interferenties)
• Temperatuurbereik: -20°C tot 70°C (-4°F tot 158°F)
• Temperatuurbereik bij gebruik van een sensorsonde:
-40°C tot 70°C (-40°F tot 158°F)
• Temperatuurtolerantie: +/-1,1°C (+/-2°F)
• Kan opgesteld of aan de wand gemonteerd worden
• Twee
AAA-batterijen
Plaatsen van de batterijen en installatie
• Zet de remotesensor in de buurt van het basisstation.
• Open het batterijvak aan de achterkant van het basisstation en
plaats de twee AAA-batterijen in de juiste poolrichting.
• Sluit de afdekking van het batterijvak.
• Druk de toets UP °C/°F aan de achterkant van het toestel in om de
temperatuur in °F of °C weer te geven.
• Het symbool voor draadloze overdracht knippert vijf minuten (links
naast de weergave van de buitentemperatuur). Hiermee wordt
aangegeven dat het basisstation gereed is voor ontvangst en dat
het radiografi sche signaal van de remotesensor ontvangen wordt.
Aanmelding van de remotesensor
• Open het batterijvak aan de achterkant van de remotesensor en
stel het gewenste kanaal in met de schakelaar voor de
zendfrequentie. Voor de signaaloverdracht van de eerste
remotezender kan iedere zendfrequentie worden ingesteld; bij alle
andere gebruikt u steeds een nog niet bezet kanaal.
• Plaats de twee AAA-batterijen met de juiste polariteit. Let
erop dat de batterijen bij de remotesensor geplaatst worden,
zolang het symbool voor draadloze overdracht op het basisstation
knippert.
• Sluit de afdekking van het batterijvak.
• Als er meerdere sensoren aangemeld zijn, drukt u op de
CHANNEL-toets om het kanaal te selecteren, dat voortdurend op
het basisstation weergegeven moet worden. U kunt het toestel
ook zo instellen dat het weergegeven kanaal om de vijf seconden
wisselt. Hiervoor drukt u zo lang op de CHANNEL- toets
tot op het LCD- display van het basisstation onder het
kanaalnummer een ronde pijl wordt weergegeven.
Aanmelding van een remotesensor als het symbool voor draadloze
overdracht ontbreekt
Zo wordt een remotesensor aangemeld als het symbool voor
draadloze overdracht niet wordt weergegeven op het LCD-display
van het basisstation:
• Houd de CHANNEL-toets drie tot vier seconden ingedrukt tot het
symbool voor draadloze overdracht wordt weergegeven.
• Plaats de batterijen in de nieuwe remotesensor. Als de batterijen
er reeds in zitten, drukt u op de TX- of RESET- toets in het
batterijvakje van de sensor.
Aanwijzing:
• Gebruik oude en nieuwe batterijen nooit tegelijkertijd.
• Gebruik alkaline, zink-koolstof (standaard) of (oplaadbare)
nikkel-cadmium batterijen nooit samen.
• Om onder normale omstandigheden een optimale werking te
waarborgen, wordt aanbevolen om alkaline batterijen van een
goede kwaliteit te gebruiken. Bij het gebruik van alkaline
batterijen kan het bij temperaturen onder 0°F tot een onderbreking
van de signaaloverdracht komen, omdat het vermogen van de
batterijen
afneemt.
Als de omgevingstemperatuur van de batterijen regelmatig tot 0°F
en lager daalt, wordt ter voorkoming van dergelijke uitvallen het
gebruik van lithium batterijen aanbevolen.
Opstelling van basisstation en remotesensor
• Kies een geschikte plaats uit in het overdrachtsbereik om het
basisstation en de remotesensor op te stellen.
UP °C/°F
SET/AL
ON/OFF
DOWN
12/24
ALERT
RESET
MODE
CHANNEL
MAX/MIN
99076043man_bg_cs_de_en_fr_hu_nl_pl_ro_sk.indd Abs2:10-Abs2:11
99076043man_bg_cs_de_en_fr_hu_nl_pl_ro_sk.indd Abs2:10-Abs2:11
04.03.11 09:44
04.03.11 09:44