76
Harsrijk naaldhout (bijv. spar, pijn, den) geeft vonken af. Er ontstaat een vliegas dat bij het
openen van de deur van de verbrandingsruimte kan opwaaien.
Beukenblokken zorgen in een kachel voor het mooiste vuur. Wanneer u eik, spar,
berk of lork gebruikt, verdient het aanbeveling om beukenhout bij te voegen. Het
vlambeeld wordt er mooier door. Sprokkelhout en kleine houtblokjes zijn een
goede aanmaakhulp.
Niet toegelaten is bijvoorbeeld de verbranding van:
- vochtig hout (restvocht meer dan 20%)
- gelakt of met kunststof bekleed hout
- met houtbeschermingsmiddelen behandeld hout
- houtafval
- papierbriketten (schadelijke stoffen: cadmium, lood, zink).
- alle brandbare vloeistoffen (ook methanol, ethanol) en alle brandpasta’s en gels
Bij de verbranding van deze stoffen ontstaat een onaangename geur en treden gezond-
heids en milieubelastende emissies uit.
16. Hout vanuit chemisch oogpunt
Hout bestaat voor het grootste deel uit de chemische elementen koolstof, waterstof en
zuurstof. Milieukritische stoffen zoals zwavel, chloor en zware metalen zijn praktisch niet
aanwezig. Bij de volledige verbranding van hout ontstaan daarom hoofdzakelijk koolstof-
dioxide en waterdamp als gasvormige stoffen, en in beperkte mate ook houtas als vaste
verbrandingsrest. Bij de onvolledige verbranding daarentegen kunnen een hele reeks mili-
eubelastende stoffen ontstaan, zoals koolstofmonoxide (giftig), azijnzuren, fenolen, metha-
nol (giftig), formaldehyde, roet en teer.
17. Bijdrage tot een schoner milieu
Of uw Toronto milieubelastend brandt of het milieu integendeel ontziet, hangt in sterke
mate af van de wijze waarop u hem bedient en van de brandstof die u gebruikt (zie De
juiste brandstof).
Gebruik uitsluitend droog hout. Het best geschikt is loofhout zoals beuk en
berk.
Gebruik voor het aansteken alleen maar kleinere stukken hout. Deze ontbranden
sneller dan grotere stukken, zodat de temperatuur die noodzakelijk is voor een
volledige verbranding sneller bereikt wordt.
Bij langer stoken levert het vaker bijvoegen van kleinere houthoeveelheden zowel
energetische als ecologische voordelen op.
18. Beoordeling van de verbranding
Hoe goed het verbrandingsproces verloopt, kunt u gemakkelijk beoordelen aan de hand
van de volgende kenmerken.
- De kleur en de gesteldheid van de assen
Bij een zuivere verbranding ontstaat fi jn wit as. Een donkere kleur wijst op houtskoolres-
ten. De uitbrandfase is in dit geval slechts gedeeltelijk doorlopen.
- De kleur van het rookgas bij het verlaten van de schoorsteen
Hier geldt: hoe minder de rook bij het verlaten van de schoorsteen zichtbaar is, hoe beter
de verbranding verloopt.
In de overgangstijd (lente en herfst) kunnen bij buitentemperaturen van meer
dan 16°C storingen in de schoorsteen optreden. Wanneer bij een dergelijke tem-
peratuur ook na de snelle verbranding van papier of kleine houtblokken (lokvuur)
geen trek ontstaat, moet u de kachel best niet aansteken.