Installatie- en bedieningsinstructies
Lader voor tractiebatterijen (PzS)
NL
7
v014r0
Veiligheid
Lees de bedieningsinstructies
Explosiegevaar
Niet roken, vermijd open vuur en
vonkvorming
Waarschuwing elektrische
spanningen
De geldige wetten, verordeningen en bepalingen van de plaatselijke instanties voor het bedrijf van laders moeten nageleefd worden.
Bij het niet naleven van de gebruiksaanwijzing of bij zelf uitgevoerde technische veranderingen vervalt de garantieaanspraak.
Niet heroplaadbare batterijen mogen niet opnieuw geladen worden
Deze gebruiksaanwijzing beantwoordt aan de technische stand. Veranderingen qua techniek en uitrusting voorbehouden.
Installatie
Inhoud van de levering
•
Lader in transportveilige verpakking
•
Netkabel met stekker
•
Laadkabel
•
Installatie- en bedieningsvoorschrift
Technische specificaties
•
Netaansluiting
: zie typeplaatje
•
Batterij
: loodbatterij met vloeibaar elektrolyt
•
Capaciteit
: zie pagina C
•
Laadkarakteristiek
:
zie
typeplaatje
•
Kast
: zie pagina A
•
Omgevingstemperatuur :
-10 tot + 40 graden C
•
Luchtvochtigheid
:
max. 95 %, niet condenserend
•
Veiligheidsklasse
: 1
•
Beschermingsklasse : IP21
•
Geluidsniveau
:
max. 65 db (A) 1m afstand
Lader uitpakken en opstellen
•
De verpakking van de lader moet volledig verwijderd worden.
•
De bevestigingshoekstukken (transportbeveiliging) van de lader op de pallet moeten worden verwijderd.
•
De lader moet van de pallet worden getild (eventueel met vorkheftruck).
z
De lader moet op een droge en goed geventileerde plaats worden opgesteld. Zorg ervoor dat de zuurdampen die uit de batterij
ontsnappen niet in de lader terechtkomen. Zorg voor een goede ventilatie en afvoer van het gas.
z
De lader moet beschermd zijn tegen de regen.
z
De geldende voorschriften betreffende batterijladers moeten in acht worden genomen.
•
Let bij wandmontage op het gewicht, zie pagin a A.
•
De grootte en positie van de bevestigingspunten voor de wandmontage is aangegeven op pagina A
Netaansluiting
•
De aansluiting geschiedt via de voedingskabel met netstekker.
z
De lader mag alleen door een elektrische vakman geopend worden.
z
Let op de juiste smeltveiligheid in de verdeelkast, zie Technische Informatie pagina A.
z
De lader kan door bevoegd elektrotechnisch personeel aangepast worden voor permanente afwijking in de netspanning
Batterijaansluiting
•
Markeer de laders en wijs via deze markering de betreffende vorkheftruck of batterij toe.
Explosiegevaar!
z
lader moet op de batterijspanning en -capaciteit afgestemd zijn.
z
Niet oplaadbare batterijen mogen niet worden geladen.
z
Verwisselingen leiden tot gevaar.
z
Bij een onjuiste selectie bestaat het gevaar dat de batterij teveel gas ontwikkelt tijdens de lading,
daardoor droog komt te staan en mogelijk zelfs kan exploderen
Voor de batterijaansluiting moet een speciale batterijstekker worden gebruikt. De afmeting daarvan moet zijn aangepast aan de nominale
laadstroom van het apparaat. Wij adviseren het gebruik van een gecodeerde laadstekker. Hierdoor wordt het aansluiten van een batterij met
een andere nominale spanning onmogelijk. Uitsluitend stekkers gebruiken die aan de relevante geldende normen voldoen!
z
Laadstekker correct gepoold op de laadkabel aansluiten.
z
De laadstekker mag uitsluitend door een elektrotechnicus worden aangesloten en gewijzigd.
Bij een verkeerde polariteit springt de uitgangszekering in de lader.
Optie : elektrolytische circulatie
De lader werkt met elektrolytische circulatie. De correcte werking van de drukschakelaar moet aan de situatie ter plekke worden aangepast
resp. moet worden gecontroleerd. Daarvoor moet de lading één keer correct in bedrijf worden gesteld, daarbij mag geen storing van de druk
LED (5) knippert
optreden. Daarna moet de lading zonder aangesloten luchtleiding in bedrijf worden gesteld, daarbij moet na ca. 60 seconden
de storingsindicatie
LED (5) knippert (storing van de druk)
actief zijn. Indien nodig moet de drukschakelaar in de pomp aan de situatie ter
plekke worden aangepast.
Optie : Aquamatic
Indien de aquamatic werking is gekozen, wordt een relais voor 16 impulsen aangestuurd. Het contact van het relais wordt ter aansturing van
een magneetventiel gebruikt.