4. Controleer of de juiste spanning op de nettransfor-
mator gekozen is.
Is het laden beëindigd, dan begint het laadcontrole-
lampje groen te branden.
6.8 Batterijen van de afstandsbediening PPA 20
verwisselen
1. Het deksel aan de achterkant van de afstandsbedie-
ning komt in beweging zodra u dit in de richting van
de pijl drukt. Verwijder het deksel zodat de batterijen
gewisseld kunnen worden.
2. Verwijder de 4 oude batterijen en vervang deze door
nieuwe.
3. Het deksel weer terugschuiven tot hij vergrendelt.
6.9 Laadstatus
Laadstatus
Is Rood verlicht
Laden
Is Groen verlicht
Laadproces beëindigd
Knippert Groen
Fout tijdens het laden
Knippert Rood
Veiligheidsfunctie geactiveerd. De
PP 10/25 kan in deze status worden
gebruikt.
7 Bediening
7.1 Toetsfunctie
4
@
Loodlichtstiptoets
Aan- en uitschakelen van de loodlichtstip (automatische uitschakeling na
30 minuten).
;
Toets Laserstraalmodus
De laserstraal wordt stopgezet door de toets Laserstraalmodus in te
drukken. PP 10: Continue straal of knipperende straal PP 25: Continue
straal, knipperende straal, high-power modus.
=
Blokkeertoets
Deze toets blokkeert de invoerfuncties, de waarden kunnen niet meer
worden veranderd. De invoerfuncties kunnen worden gedeblokkeerd
door nogmaals op de blokkeertoets te drukken.
%
Autocentrering doeplaattoets
De laserstraal vindt automatisch het midden van de doeplaat.
&
Richtingscontrole
De laserstraal naar rechts of links bewegen.
&
Selectie van de parameters
Selectie van de in te stellen parameters.
&
Automatische centrering
Wanneer er tegelijkertijd op beide richtingscontroletoetsen wordt ge-
drukt, centreert de laserstraal zich automatisch.
(
Laserstraal op en neer
De laserstraal op en neer bewegen.
(
Invoerwaarden
Er kunnen positieve en negatieve waarden worden ingevoerd. Worden
beide toetsen tegelijkertijd ingedrukt, dan wordt de helling automatisch
ingesteld op 00.000 %.
)
SET-toets
Deze toets dient ter bevestiging van de geselecteerde parameters.
+
Aan/uit-toets
Deze toets schakelt het instrument IN en UIT.
7.2 Symbolen in het display
5
@
Aanduiding van de loodlicht-
stip
Geeft aan dat de loodlichtstip geactiveerd is.
;
Richtingsindicatie
Geeft de uitrichting van de laserstraal aan.
=
Batterijtoestandindicatie
De resterende batterijcapaciteit wordt in drie trappen weergegeven.
%
Zelfnivelleringsindicatie
Knippert terwijl de laser zichzelf activeert, daarna gaat de indicatie over
op de ingestelde lasermodus.
&
Hellingsindicatie
Geeft de gekozen helling aan.
(
Opgave procenten
Geeft aan of procent of promille als meeteenheid is gekozen.
nl
86
Printed: 15.11.2013 | Doc-Nr: PUB / 5070160 / 000 / 01