23
Nederlands
f) De vergrendelingen voor de zaagdiepte en de zaaghoek
moeten goed vast zitten voor u begint te zagen.
Als de zaaginstellingen los raken terwijl u aan het zagen
bent, kan dit leiden tot vastlopen en terugslag.
g) Wees extra voorzichtig wanneer u in bestaande
wanden of andere blinde oppervlakken moet zagen.
Het door het werkstuk uitstekende deel van het zaagblad
kan dingen raken die leiden tot terugslag.
Beschermkap onderkant
a) Controleer elke keer voor u de cirkerzaag gaat
gebruiken of de beschermkap aan de onderkant
goed werkt. Gebruik de cirlekzaag niet als de
beschermkap aan de onderkant niet vrij kan
bewegen en niet onmiddellijk het zaagblad afsluit.
Klem of bevestig de beschermkap aan de onderkant
in geen geval vast in de open stand.
Als de cirkelzaag valt, kan de beschermkap aan de
onderkant verbogen raken.
Doe de beschermkap aan de onderkant omhoog met de
daarvoor bestemde hendel en controleer of de kap vrij
kan bewegen en het zaagblad of andere onderdelen niet
raakt, onder alle hoeken en zaagdiepten.
b) Controleer de werking van de veer van de beschermkap
aan de onderkant. Als de beschermkap en de veer
niet naar behoren functioneren, moeten ze voor u de
cirkelzaag kunt gebruiken gerepareerd worden.
De beschermkap aan de onderkant kan haperen of
langzaam bewegen vanwege beschadigde onderdelen,
harsaanslag of opgehoopt vuil.
c) De beschermkap aan de onderkant mag alleen met de
hand worden ingetrokken voor speciale zaagbewerkingen,
zoals insteken of samengestelde zaagsnedes.
Trek de beschermkap in met de beschermkaphendel en
laat deze weer los zodra het zaagblad het materiaal van
het werkstuk in gaat.
Voor alle andere zaagbewerkingen moet u de
beschermkap automatisch laten functioneren.
d) Controleer altijd eerst of de beschermkap aan de
onderkant het zaagblad volledig afdekt voor u de
cirkelzaag op de werkbank of vloer zet.
Een onbeschermd zaagblad dat nog draait zal de cirkelzaag
achteruit werpen en zagen in wat er op zijn pad komt.
Houd daarom rekening met de tijd die het kost voor het
zaagblad helemaal tot stilstand is gekomen nadat u de
schakelaar hebt losgelaten.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
1. Gebruik alleen de bladdiameter die staat aangegeven op
de machine.
2. Gebruik geen schuurwielen.
3. Gebruik geen vervormde of gebarsten zaagbladen.
4. Gebruik geen zaagbladen van zogenaamd “High Speed”
staal.
5. Gebruik geen zaagbladen die niet voldoen aan de
karakteristieken zoals opgegeven in deze instructies.
6. Stop het zaagblad niet door er zijdelingse druk op uit te
oefenen.
7. Zorg er voor dat uw zaagbladen altijd goed scherp zijn.
8. Zorg ervoor dat de beschermkap aan de onderkant
soepel en vrij kan bewegen.
9. Gebruik de cirkelzaag in geen geval wanneer de
beschermkap aan de onderkant vast staan in de open
stand.
10.
Zorg ervoor dat het intrekmechanisme van de
beschermkap goed werkt.
11. Gebruik de cirkelzaag in geen geval met het zaagblad
naar boven of opzij.
12. Zorg ervoor dat het materiaal dat u wilt zagen vrij is van
gevaarlijke voorwerpen, zoals spijkers.
13. Voor model C7ST, moeten de afmetingen van de
zaagbladen tussen 185 mm t/m 180 mm bedragen.
14. Haal de stekker uit het stopcontact voor u instellingen,
reparaties of onderhoud uitvoert.
15. Zorg ervoor dat de stroombron die u wilt gebruiken
voldoet aan de vereisten voor de stroomvoorziening die
staan aangegeven op het typeplaatje van het product.
16. Zorg ervoor dat de stroomschakelaar uit (OFF) staat.
Als de stekker in het stopcontact wordt gedaan met
de stroomschakelaar aan (ON), zal het elektrisch
gereedschap onmiddellijk beginnen te werken, wat kan
leiden tot ernstige ongelukken.
17. Wanneer de werkplek te ver weg is van de stroombron,
moet u een verlengsnoer gebruiken van voldoende dikte
en met de juiste opgegeven capaciteit. Het verlengsnoer
moet zo kort mogelijk gehouden worden.
18. Omdat het zaagblad iets onder de onderkant van het
werkstuk uitsteekt, moet u het werkstuk op een geschikt
werkoppervlak plaatsen wanneer u het gaat zagen. Als
er een vierkant blok gebruikt wordt als werkoppervlak,
moet u een vlakke ondergrond kiezen om er zeker van
te kunnen zijn dat dit goed blijft staan. Een instabiel
werkoppervlak zal leiden tot gevaarlijke situaties in het
gebruik. (
Afb. 1
)
Om mogelijke ongelukken te voorkomen, moet u er altijd
voor zorgen dat het deel van het werkstuk dat overblijft
na het zagen goed is bevestigd of op zijn plaats wordt
gehouden.
19. Als deze hendel (A) niet goed vast zit, zal er een zeer
gevaarlijke situatie ontstaan. Zet deze hendel daarom
altijd goed vast. (
Afb. 2
)
20. Het is zeer gevaarlijk om deze vleugelbout los te laten
zitten. Zet deze hendel daarom altijd goed vast. (
Afb. 3
)
21. Controleer voor u gaat zagen wat voor materiaal u
zult gaan zagen. Als het materiaal dat u gaat zagen
schadelijk / giftig stof zal afgeven, moet u de stofzak of
een geschikt stofafzuigingssysteem goed bevestigen
aan de aansluiting voor de stofafzuiging.
Draag indien beschikbaar als dat nodig is ook een
stofmasker.
○
Controleer voor u begint te zagen of het zaagblad het
volle toerental heeft bereikt.
○
Als het zaagblad stopt of een abnormaal geluid maakt
terwijl u bezig bent, moet u de machine onmiddellijk
uit (OFF) zetten.
○
Wees altijd voorzichtig om te voorkomen dat het
netsnoer te dicht bij het draaiende zaagblad komt.
○
Gebruiken van de cirkelzaag met het zaagblad naar
boven of opzij is zeer gevaarlijk. Vermijd dergelijke
ongewone werksituaties.
○
Draag altijd een veiligheidsbril wanneer u gaat zagen.
○
Haal de stekker uit het stopcontact zodra u klaar bent
met uw werk.
22. Controleer nadat u het zaagblad hebt aangebracht
opnieuw of de vergrendelingshendel goed vast zit in de
voorgeschreven stand.
SYMBOLEN
WAARSCHUWING
Hieronder staan symbolen afgebeeld die van
toepassing zijn op deze machine. U moet de
betekenis hiervan begrijpen voor u de machine gaat
gebruiken.
C7ST : Cirkelzaagmachine
Lees alle waarschuwingen en instructies
aandachtig door.
0000Book̲C7ST.indb 23
0000Book̲C7ST.indb 23
2014/12/05 11:27:11
2014/12/05 11:27:11