7. Lekdetectiemethoden
• Voor de detectie van ontvlambare koelmiddelen wordt gebruik
gemaakt van elektronische lekdetectoren. Het is mogelijk dat
de gevoeligheid ontoereikend is of dat deze opnieuw moeten
worden gekalibreerd. (Detectieapparatuur dient te worden
gekalibreerd in een koelmiddelvrij gebied.)
• Verzeker u ervan dat de detector geen potentiële ontstekings-
bron is en geschikt is voor het gebruikte koelmiddel.
• De apparatuur voor lekdetectie moet worden ingesteld op
een percentage van de LFL van het koelmiddel en worden
gekalibreerd voor het gebruikte koelmiddel. Het toepasselijke
percentage gas (25% maximaal) wordt bevestigd.
• Lekdetectievloeistoffen zijn geschikt voor gebruik
met de meeste koelmiddelen maar het gebruik van
schoonmaakmiddelen die chloor bevatten moet worden
vermeden, aangezien de chloor een reactie kan aangaan met
het koelmiddel en de koperen buizen kan corroderen.
• Als een lek wordt vermoed, moeten alle open vlammen
worden verwijderd/gedoofd.
• Als er een lek van koelmiddel wordt aangetroffen waarvoor
hardsolderen vereist is, dient al het koelmiddel te worden
teruggewonnen uit het systeem of te worden geïsoleerd (met
gebruikmaking van afsluitkleppen) in een gedeelte van het
systeem dat niet in de buurt is van het lek.
• Vervolgens moet het systeem zowel voor als tijdens het
hardsoldeerproces worden gespoeld met zuurstofvrije stikstof
(OFN).
8. Leegmaken en verwijderen
• Wanneer het koelcircuit wordt geopend om reparaties te
verrichten – of voor enig ander doel – moeten conventionele
procedures worden gebruikt. Het is echter belangrijk dat best
practice (aanbevolen werkwijzen) wordt gevolgd aangezien
rekening moet worden gehouden met ontvlambaarheid.
De volgende procedure moet worden gevolgd:
• koelmiddel verwijderen
• het circuit spoelen met inert gas
• luchtvrij maken
• opnieuw spoelen met inert gas
• het circuit openen door te snijden of hardsolderen
• De koelmiddelvulling moet worden teruggewonnen in de
juiste terugwinningscilinders.
• Het systeem moet worden gespoeld met OFN om ervoor te
zorgen dat de unit veilig is.
• Dit proces moet mogelijk enkele malen worden herhaald.
• Voor deze taak mag geen gebruik worden gemaakt van
perslucht of gecomprimeerde zuurstof.
• Reiniging moet worden bewerkstelligd door het vacuüm in het
systeem te doorbreken met OFN en te blijven vullen tot de
werkdruk wordt bereikt, vervolgens druk af te laten naar de
atmosfeer en ten slotte terug te gaan naar een vacuüm.
• Dit proces moet worden herhaald tot er geen koelmiddel
meer is in het systeem.
• Wanneer de laatste OFN-vulling is gebruikt, moet de druk van
het systeem worden afgelaten naar atmosferische druk om
het werk te kunnen voortzetten.
• Deze bewerking is absoluut noodzakelijk als er
hardsoldeerwerk moet worden uitgevoerd op de leidingen.
• Verzeker u ervan dat de uitlaat voor de vacuümpomp zich
niet dichtbij enige ontstekingsbronnen bevindt er dat er
ventilatie beschikbaar is.
9. Vulprocedures
• Naast conventionele vulprocedures moet aan de volgende
vereisten worden voldaan.
2-10. Controles van elektrische apparaten
–
Er zijn geen blootliggende spanningvoerende elektrische
onderdelen of bedrading tijdens het vullen, terugwinnen of
reinigen van het systeem.
–
De aardeverbinding is niet onderbroken.
3. Reparaties van afgesloten onderdelen
• Tijdens reparaties van afgesloten onderdelen dienen alle
stroomvoorzieningen te worden losgekoppeld van de
apparatuur waaraan werkzaamheden worden verricht voordat
afgesloten afdekkingen enz. worden verwijderd.
• Als het absoluut noodzakelijk is om tijdens onderhoud een
stroomvoorziening aan te sluiten, moet een permanent in
werking zijnde vorm van lekdetectie zijn aangebracht op
het meest kritieke punt om te waarschuwen voor potentiële
gevaarlijke situaties.
• In het bijzonder moet worden gelet op het volgende om
te verzekeren dat door werkzaamheden aan elektrische
onderdelen het kabelomhulsel niet zodanig wordt gewijzigd
dat het beveiligingsniveau hierdoor wordt beïnvloed.
• Dit omvat beschadiging van kabels, een overmatig aantal
verbindingen, klemaansluitingen die niet volgens de originele
specificatie zijn gemaakt, schade aan afdichtingen, onjuiste
bevestiging van wartels, enzovoort.
• Verzeker u ervan dat het apparaat goed bevestigd is.
• Zorg dat afdichtingen of afdichtingsmaterialen niet in zodanige
mate zijn aangetast dat ze niet meer geschikt zijn voor het
voorkomen van een binnendringende ontvlambare atmosfeer.
• Vervangende onderdelen dienen conform de specificaties van
de fabrikant te zijn.
OPMERKING: De effectiviteit van sommige typen apparatuur
voor lekdetectie kan worden aangetast door het
gebruik van siliconenkit.
Intrinsiek veilige onderdelen hoeven niet te
worden geïsoleerd voordat eraan wordt gewerkt.
4. Reparatie van intrinsiek veilige onderdelen
• Pas geen permanente inductieve of capacitieve belastingen
toe op het circuit zonder ervan verzekerd te zijn dat de
toegestane spanning en stroom voor het gebruikte apparaat
hierdoor niet worden overschreden.
• Intrinsiek veilige onderdelen zijn de enige typen waaraan
kan worden gewerkt terwijl ze spanningvoerend zijn in de
aanwezigheid van een ontvlambare atmosfeer.
• Het testapparaat dient de juiste specificatie te hebben.
• Vervang onderdelen alleen door onderdelen die zijn
gespecificeerd door de fabrikant.
• Andere onderdelen kunnen resulteren in de ontsteking van
koelmiddel in de atmosfeer als gevolg van een lek.
5. Bekabeling
• Controleer of de bekabeling niet onderhevig zal zijn aan
slijtage, corrosie, overmatige druk, trillingen, scherpe randen
of enige andere nadelige milieuomstandigheden.
• De controle dient tevens rekening te houden met de effecten
van veroudering of aanhoudende trillingen vanuit bronnen als
compressoren of ventilatoren.
6. Detectie van ontvlambare koelmiddelen
• Potentiële ontstekingsbronnen mogen nooit worden
gebruikt bij het zoeken naar of detecteren van lekken van
koelmiddelen.
• Er mag geen gebruik worden gemaakt van een haloïdelamp
(of enige andere detector die gebruikmaakt van een open vlam).
Aanvullende veiligheidsinformatie voor R32 koelmiddel voor airconditioner en warmtepomp in
overeenstemming met IEC 60335-2-40:2018
PMML0524 rev.2 - 01/2021
31
NL