– 214 –
AUTOMATISCHE WERKING
Het apparaat kiest automatisch de werkingsmodus VERWARMEN of KOELEN, afhankelijk van de huidige
kamertemperatuur. De geselecteerde werkingsmodus verandert op basis van de kamertemperatuur. De
werkingsmodus verandert echter niet wanneer de binnenunit is aangesloten op een buitenunit van het multitype.
DIVERSE FUNCTIES
■
Instelling voor automatisch herstarten
●
Bij een stroomstoring wordt de werking na het herstellen van de voeding automatisch opnieuw gestart met de eerdere
werkingsmodus en luchtdoorvoerrichting (als de werking niet is gestopt door de afstandsbediening).
●
Als u niet wilt dat de werking wordt voortgezet na het hervatten van de stroomtoevoer, schakelt u de unit uit.
Wanneer u de stroomonderbreker inschakelt, wordt de werking automatisch opnieuw gestart met de vorige werkingsmodus
en luchtdoorvoerrichting.
Opmerking: 1. Als u de instelling Automatisch herstarten niet nodig hebt, overlegt u met de leverancier.
2.
De instelling Automatisch herstarten is niet beschikbaar wanneer de timer of de sluimertimer is ingesteld.
■
Omdat de instellingen in het geheugen van de afstandsbediening worden
opgeslagen, hoeft u de volgende keer alleen op de knop
(START/
STOP) te drukken.
Druk op de selectieknop MODE (MODUS) totdat het display de
werkingsmodus
(AUTO) aangeeft.
●
Wanneer AUTO is geselecteerd, kiest het apparaat
automatisch de werkingsmodus VERWARMEN of KOELEN,
afhankelijk van de huidige kamertemperatuur. De werkingsmodus
verandert echter niet wanneer de binnenunit is aangesloten op
een buitenunit van het multitype.
●
Als de automatisch geselecteerde modus van de unit niet
naar wens is, kunt u de modus handmatig wijzigen
(VERWARMEN, DROGEN, KOELEN of VENTILATOR
).
Druk op de knop
(VENTILATORSNELHEID) en kies AUTO, HOOG,
MEDIUM, LAAG of STIL.
Druk op de knop (START/STOP).
Een pieptoon geeft aan dat de werking wordt gestart.
Druk nogmaals op de knop om de werking te stoppen.
Stel de gewenste kamertemperatuur in met de temperatuurknoppen.
De instelling verschijnt op het display.
De temperatuurinstelling en de werkelijke kamertemperatuur kunnen
afwijken al naar gelang de omstandigheden.
De temperatuur kan worden ingesteld tussen 16 °C en 32 °C.
START
STOP
1
2
3
Stel de gewenste ventilatorsnelheid in met de knop
(VENTILATORSNELHEID). De instelling verschijnt op het display.
(AUTO)
(HOOG)
(MEDIUM)
(STIL)
(LAAG)
3-262.pdf 212
3/12/15 9:51 AM
Summary of Contents for RAR-6N5
Page 14: ... 14 3 262 pdf 12 3 12 15 9 50 AM ...
Page 40: ... 40 3 262 pdf 38 3 12 15 9 50 AM ...
Page 66: ... 66 3 262 pdf 64 3 12 15 9 50 AM ...
Page 92: ... 92 3 262 pdf 90 3 12 15 9 50 AM ...
Page 118: ... 118 3 262 pdf 116 3 12 15 9 51 AM ...
Page 144: ... 144 3 262 pdf 142 3 12 15 9 51 AM ...
Page 170: ... 170 3 262 pdf 168 3 12 15 9 51 AM ...
Page 183: ... 183 SPX RCKA1 RAR 6N5 3 262 pdf 181 3 12 15 9 51 AM ...
Page 184: ... 184 3 262 pdf 182 3 12 15 9 51 AM ...
Page 187: ... 187 3 262 pdf 185 3 12 15 9 51 AM ...
Page 209: ... 209 SPX RCKA1 RAR 6N5 3 262 pdf 207 3 12 15 9 51 AM ...
Page 235: ... 235 SPX RCKA1 RAR 6N5 3 262 pdf 233 3 12 15 9 51 AM ...
Page 261: ... 261 MUISTIINPANOT 3 262 pdf 259 3 12 15 9 51 AM ...
Page 262: ... 262 MUISTIINPANOT 3 262 pdf 260 3 12 15 9 51 AM ...