NL
TJ
916.269.276_004
11
5.1.2
Koppelingen met enkele slang
De koppeling met enkele slang wordt bij enkele slangen gebruikt. Elk uiteinde van de slang heeft een
vrouwelijke en een mannelijke koppeling. Zet bij het aansluiten of het loskoppelen van een
gereedschap en/of een slang eerst de drukontlastklep op de pomp in de neutrale stand. Zet na het
aansluiten van de slang en het gereedschap de drukontlastklep in de bedrijfsstand om het gereedschap
te kunnen gebruiken.
5.2
De hydraulische slang aansluiten
5.2.1
Algemeen
5.2.2
De koppelingen aansluiten
Zie Fig. 4.
•
Verwijder de stofkappen van de koppelingen.
•
Controleer de koppelingen op vuil en beschadigingen en maak deze zo nodig schoon.
•
Duw de koppelingen in elkaar. Hierbij zal de buitenring van de vrouwelijke koppeling automatisch in
tegengestelde richting van de pijlen bewegen en borgen.
•
Controleer of de koppelingen niet met normale handkracht uit elkaar getrokken kunnen worden en
controleer of de borgring in de juiste positie staat.
•
Plaats de stofkappen in elkaar om ze stofvrij te houden.
5.3
De hydraulische slang loskoppelen
5.3.1
Algemeen
5.3.2
De koppelingen loskoppelen
Zie Fig. 5.
•
Stofkappen van elkaar ontkoppelen.
•
Ontkoppel de koppelingen door de ring van de vrouwelijke koppeling te draaien en naar achter te
schuiven. De mannelijke koppeling zal losschieten.
WAARSCHUWING
Gebruik nooit beschadigde koppelingen.
Voorzichtig
Gebruik nooit tangen en dergelijke om de hydraulische koppelingen aan te sluiten.
WAARSCHUWING
Zorg er altijd voor dat de drukontlastklep in de middenstand staat, voordat u de hydraulische
slang(en) op de pomp aansluit.
Voorzichtig
Gebruik nooit tangen of vergelijkbaar gereedschap om de hydraulische koppelingen los te
koppelen.
WAARSCHUWING
Zorg er altijd voor dat de drukontlastklep in de middenstand staat, voordat u de hydraulische
slang(en) loskoppelt van de pomp.