59
NEDERLANDS
het filter vanaf de schone kant gezien van de kant van de motor.
Probeer nooit om vuil af te borstelen. Borstelen forceert vuil in de
vezels.
2. Veeg vuil met een vochtige doek van de behuizing van het
luchtfilter en deksel [4]. Wees voorzichtig en voorkom dat vuil het
luchtkanaal [5] binnendringt dat naar de carburateur leidt.
BOUGIE
Zie F5 op pagina 4.
Aanbevolen bougie:
De aanbevolen bougie heeft het juiste hittebereik voor normale motor
bedrijfstemperaturen.
MEDEDELING
Verkeerde bougies kunnen motorschade veroorzaken.
Voor goede prestatie moet de bougie de juiste opening hebben en
geen neerslag hebben.
1. Verwijder de bougiedop en vuil van het vonkgebied.
2. Gebruik de juiste maat bougiesleutel [1] om de bougie te
verwijderen.
3. Inspecteer de bougie. Vervang de bougie indien deze is
beschadigd, erg vuil is, de sluitring [2] in slechte staat verkeerd of
als de elektrode versleten is. Indien de bougie opnieuw wordt
gebruikt, maak deze dan met een staalborstel schoon.
4. Meet de opening van de elektrode met een passende ijkmaat. De
juiste opening is 0,70 – 0,80 mm. Indien bijstelling nodig is, stel de
opening dan bij door de zij-elektrode voorzichtig te buigen.
5. Installeer de bougie voorzichtig met de hand om de schroefdraad
niet te beschadigen (niet kruislings inschroeven).
6. Draai de bougie nadat deze is ingeschroefd met de juiste maat
bougiesleutel goed vast om de sluitring samen te drukken.
Wanneer er een nieuwe bougie wordt geïnstalleerd, draai deze
dan met een 1/2 slag goed vast nadat de bougie op zijn plaats zit,
om de sluitring samen te drukken.
Wanneer de oorspronkelijke bougie opnieuw wordt geïnstalleerd,
draai deze dan met een 1/8 – 1/4 slag goed vast nadat de bougie
op zijn plaats zit, om de sluitring samen te drukken.
MEDEDELING
Draai de bougie op de juiste wijze vast. Een losse bougie kan erg
heet worden en de motor beschadigen. Het te strak aandraaien
van de bougie kan de schroefdraad in de cilinderkop beschadigen.
7. Plaats de bougiedop weer terug op de bougie.
VLIEGWIEL REMINSPECTIE (Indien uitgerust)
Zie F6, F7
op
1. Verwijder de drie flensmoeren [1] van de terugloopstarter [2] en
verwijder de terugloopstarter van de motor.
2. Verwijder de brandstoftank [3] van de motor zonder de
brandstofbuis [4] los te maken. Indien de brandstoftank brandstof
bevat, houd de tank dan horizontaal terwijl u deze verwijdert en
plaats hem naast de motor in een horizontale stand.
3. Controleer de dikte van de remschoen [5]. Indien deze minder dan
3 mm is, breng uw motor dan naar uw gevolmachtigde Honda
service dealer.
4. Installeer de brandstoftank en de terugloopstarter en draai de drie
moeren goed vast.
VONKAFLEIDER (Indien uitgerust)
Zie F8 op pagina 4.
In Europa en andere landen waar richtlijn 2006/42/EC voor machines
van kracht is, dient deze reiniging door uw onderhoudsgarage te
worden uitgevoerd.
De vonkafleider moet elke 100 uur worden onderhouden om deze
naar ontwerp te laten werken.
Indien de motor heeft gedraaid is de geluiddemper heet. Laat deze
afkoelen alvorens de vonkafleider te onderhouden.
Verwijdering vonkafleider
1. Verwijder de drie bouten van 6 mm [1] van de beschermer van de
geluiddemper [2] en verwijder de beschermer van de
geluiddemper.
2. Verwijder de speciale schroef [3] van de vonkafleider [4] en
verwijder de vonkafleider van de geluiddemper [5].
Vonkafleider reiniging & inspectie
1. Gebruik een borstel om koolstofneerslag van het scherm van de
vonkafleider te verwijderen. Wees voorzichtig en beschadig het
scherm niet. Vervang de vonkafleider als deze breuken of gaten
heeft.
2. Installeer de vonkafleider in omgekeerde volgorde als de
verwijdering.
UW MOTOR OPSLAAN
Juiste opslag is essentieel om uw motor probleemvrij te houden en
hem er goed uit te laten zien. De volgende stappen helpen om te
voorkomen dat roest en aantasting uw motorfuncties en aanzien
schaden en dragen ertoe bij dat de motor gemakkelijker start wanneer
u hem weer gebruikt.
Reiniging
Indien de motor heeft gedraaid, laat hem dan vóór het reinigen
tenminste een half uur afkoelen. Reinig alle externe oppervlakken,
retouche beschadigde verf en bedek andere plaatsen die kunnen
roesten met een dunne laag olie.
MEDEDELING
Het gebruik van een tuinslang of onder druk werkende
reinigingsapparatuur kan water in de opening van het luchtfilter of de
geluiddemper forceren. Water in de luchtreiniger doordrenkt het
luchtfilter en water dat door het luchtfilter of de geluiddemper gaat kan
de cilinder binnendringen en schade veroorzaken.
NGK - BPR6ES
toepassingen met hogedrukreiniger
NGK - BPR5ES
alle andere toepassingen
Summary of Contents for GCV140
Page 64: ...64 ...