NEDERLANDS
6
Inspectie van de VLIEGWIELREM (op sommige types)
Controleer de speling van de vliegwielremhendel. Als deze kleiner is dan
2 mm, neem de motor dan naar een officiële Honda-dealer.
Zie Figuur 11, pagina A-3.
BOUGIE
Zie Figuur 13, pagina A-4.
Aanbevolen bougie:
BPR5ES (NGK)
De aanbevolen bougie heeft de correcte warmtegraad voor de normale
bedrijfstemperatuur van de motor.
Het gebruik van een verkeerde bougie kan de motor beschadigen.
Als de motor gedraaid heeft, laat deze dan eerst afkoelen voordat u
onderhoud aan de ontstekingsbougie uitvoert.
Voor een goede werking moet de bougie de juiste elektrodenafstand
hebben en mag er geen aanslag aanwezig zijn.
1. Haal de bougiedop los van de bougie en verwijder eventueel vuil
direct rondom de bougie.
2. Verwijder de bougie met de bougiesleutel.
3. Controleer het uiterlijk van de bougie. De bougie weggooien,
wanneer deze zichtbaar afgesleten of de isolator gescheurd of
afgesplinterd is.Wanneer de bougies opnieuw gebruikt dienen te
worden, reinig deze dan met een staalborstel.
4. Meet de elektrodenafstand van de bougie met een voelermaat.
Corrigeer zo nodig door de zijelektrode te verbuigen.
De elektrodenafstand moet zijn:
0,7–0,8 mm
5. Overtuig U ervan, dat de dichtingsring in goede staat is, dan de
bougie met de hand indraaien, om te vermijden dat de draad
verkeerd ingeschroefd wordt.
6. Trek de bougie nadat deze aanligt nog iets na met een bougiesleutel
om de ring samen te drukken.
Bij het installeren van een nieuwe bougie moet deze nadat hij aanligt
nog 1/2 slag extra worden aangedraaid om de ring vast te zetten.
Bij het opnieuw installeren van een oude bougie moet deze nadat hij
aanligt nog een 1/8–1/4 slag extra worden aangedraaid om de ring
samen te drukken.
AANHAALMOMENT:
20 N∙m (2,0 kgf∙m, 15 lbf∙ft)
Door een losse bougie kan de motor oververhit raken en schade oplopen.
Door de bougie te strak aan te draaien, kan de schroefdraad in de
cilinderkop worden beschadigd.
7. Bevestig de bougiedop op de bougie.
VONKENVANGER (sommige uitvoeringen)
In sommige landen is het gebruik van een motor zonder vonkenvanger
wettelijk niet toegestaan. Neem alle plaatselijke voorschriften en
wetgeving in acht. Een vonkenvanger is verkrijgbaar bij een erkende
Honda onderhoudsdealer.
De vonkenvanger heeft na elke 100 uur onderhoud nodig om zijn
werking te behouden.
Als de motor gedraaid heeft, is de uitlaatdemper heet geworden. Laat
deze dan afkoelen voordat u onderhoud aan de vonkenvanger verricht.
Verwijderen van vonkenvanger
Zie Figuur 14, pagina A-4, Figuur 15, pagina A-4 en Figuur 16, pagina A-5.
1. Verwijder de schroef en de moerclip.
2. Verwijder de dop van de brandstoftank.
3. Verwijder de bovenkap door de vier lipjes van de bovenkap af te
haken.
4. Verwijder de uitlaatdemperbeschermer door de drie 6mm-bouten los
te halen.
5. Verwijder de vonkenvanger uit de uitlaatdemper door de schroef los
te halen. (Zorg dat het metaalgaas niet beschadigd raakt.)
Inspectie & reiniging van vonkenvanger
Zie Figuur 14, pagina A-4, Figuur 15, pagina A-4 en Figuur 16, pagina A-5.
Zoek naar koolaanslag rondom de uitlaatpoort en de vonkenvanger en
reinig zo nodig.
1. Gebruik een borstel om de koolaanslag van het gaas aan de
vonkenvanger te verwijderen. Pas op en beschadig het gaas niet.
Vervang de vonkenvanger als deze breuken of gaten vertoont.
2. Installeer de vonkenvanger, de uitlaatdemper, de bovenkap en de
dop van de brandstoftak in omgekeerde volgorde van de
demontage.
LAADTOESTAND VAN DE ACCU
De laadtoestand van de accu controleren
De accu-indicator geeft de laadtoestand van de accu aan. De remhendel
van de door de motor aangedreven apparatuur aanhalen om de
laadtoestand te controleren.
–
(Aan): De accu is voldoende opgeladen.
–
(Knippert): Het accuniveau is laag.
–
(Uit): De accu is bijna leeg.
Zie Figuur 18, pagina A-5.
Opladen
De externe USB-lader die in het pakket wordt meegeleverd, is bedoeld
voor noodgevallen. Opladen is mogelijk door de externe USB-lader aan
te sluiten op de USB-oplaadpoort.
De externe USB-lader kan worden gebruikt op contactdozen van type C
of BF door de stekker te vervangen.
Zie Figuur 18, pagina A-5.
Houd bij het opladen rekening met de volgende punten.
• Vermijd het gebruik in ruimten waar stof gemakkelijk in de oplaadpoort
kan raken.
• De motor absoluut stilleggen alvorens de externe USB-lader aan te sluiten
op de USB-oplaadpoort.
• Zorg ervoor dat de USB-oplaadpoort en de externe USB-lader niet nat
worden door een vloeistof.
1. Verwijder het rubber deksel van de USB-oplaadpoort en sluit de
externe USB-lader aan op een contactdoos.
Contactdoos 100–240 VAC:
type C of BF
2. Sluit de USB-stekker van de externe USB-lader aan op de USB-
oplaadpoort.
3. De accu-indicator begint te knipperen en daarna start het opladen.
Wanneer de accu-indicator oplicht, is de accu volledig opgeladen.
4. Na het opladen de externe USB-lader afkoppelen van de motor en
van de contactdoos.
Stel de motor niet in werking wanneer de bovenkap
verwijderd is.
U zou verwondingen kunnen oplopen door de
bewegende delen of verbrandingen door de
uitlaatdemper.
3RZ9S8000.book 6 ページ 2019年9月3日 火曜日 午後4時17分