3. HET UITPAKKEN EN MONTEREN
Om vervoers- en opslagredenen worden sommige onderdelen van machine
niet direct in de fabriek gemonteerd.Zij dienen na het uitpakken gemonteerd
te worden aan de hand van de volgende instructies.
3.1 ACTIVERING EN AANSLUITING VAN DE ACCU
DROOG VOORGELADEN ACCU!
De accu (1) bevindt zich achter de motor en wordt vast-geklemd door een
veerhaak (2).
Haak de elastische trekker
(2) los, verwijder de accu,
schroef de doppen (5) los
en giet de elektrolytische
vloeistof (4) in de accu (Zuur
niet bijgeleverd: specifiek
gewicht 1,280 of 31,5°
Baumé); het zuur moet ge-
lijkvormig verdeeld worden
over de zes elementen, zo-
als aangegeven in het in-
structieblad (3) dat aan de
batterij bevestigd is.
Sluit de zes bijgeleverde
doppen (5) en laad de accu op.
Hermonteer de accu.Sluit de
rode draad (6) aan op de plu-
spool (+) en de zwarte draad
(7) op de minpool (–), daarbij
gebruik makend van de bij-
geleverde schroeven en de
aangegeven volgorde aan-
houdend.
Smeer de klemmen in met
siliconenvet en let op de cor-
recte positie van de be-
schermkap van de rode
draad (6).
Na de activering van de accu, wordt deze altijd volle-
dig opgeladen.Wend u hiervoor tot uw Leverancier, die beschikt over de
nodige apparatuur.De meegeleverde acculader is NIET in staat de eerste
lading na de activering uit te voeren.
Om te voorkomen dat het beveiligingssysteem van de
electronische kaart in werking treedt, dient het starten van de motor ab-
soluut vermeden te worden vóórdat de accu volledig opgeladen is!
Het zuur van de accu is corrosief en vervuilend.
Gebruik beschermende handschoenen bij de hantering ervan en
respecteer de geldende wetgevingen ingeval de accu wordt afge-
dankt.
LET OP!
BELANGRIJK
BELANGRIJK
BELANGRIJK
2.2 IDENTIFICATIE VAN DE VOORNAAMSTE COMPONENTEN
De machine bestaat uit een serie hoofdcomponenten die de volgende wer-
king hebben:
1. Maaidek:
dit is de carter die de ronddraaiende messen bevat.
2. Messen:
dit zijn de elementen die ervoor dienen om het gras te maaien;
de windvleugels die aan de uiteinden zitten bevorderen de afvoer van
het gemaaid gras naar het uitwerpkanaal.
3. Uitwerpkanaal:
dit is het verbindingselement tussen het maaidek en de
opvangzak.
4. Grasopvangzak:
dient niet alleen om het gemaaide gras op te vangen,
maar vormt bovendien een veiligheidselement, daar het voorkomt dat
eventuele voorwerpen, die door de messen meegenomen worden, ver
van de machine weg kunnen schieten.
5. Steenbeschermkap of steenbeveiliging (op aanvraag leverbaar):
deze wordt in plaats van de grasopvangzak gemonteerd en voorkomt dat
eventuele voorwerpen, die door de messen meegenomen worden, ver
van de machine weg kunnen schieten.
6. Motor:
brengt de beweging naar zowel de messen als de wielaandrij-
ving over.
7. Accu:
levert de energie om de motor te kunnen starten; de kenmerken
en gebruiksvoorschriften staan in een specifiek instructieboekje aan-
gegeven.
8. Bestuurdersstoel:
dit is de werkplaats van de bestuurder, uitgerust met
een sensor die de aanwezigheid van de bestuurder waarneemt met het
oog op de werking van de beveiligingssystemen.
9. Stickers met aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften:
wijzen op
de belangrijkste maatregelen die getroffen moeten worden om veilig te
kunnen werken. Hun betekenis wordt uitgelegd in hoofdstuk 1.
10. Inspectiedeurtje:
Geeft toegang tot bepaalde onderdelen.
HOE UW MACHINE TE HERKENNEN
Deze handleiding geeft een overzicht van de handelingen voor de voorbe-
reiding, het gebruik en het onderhoud van een gamma machines die on-
derling enige verschillen vertonen; het is bijgevolg belangrijk met zekerheid
het model van uw machine te identificeren, teneinde alle informatie met be-
trekking op uw model op correcte wijze te kunnen volgen.
Het model van uw machine wordt vermeld op de “identificatiesticker” bij
punt 4 en bevat een aantal letters en cijfers.
Op de volgende pagina’s van deze handleiding, wordt elke handeling met be-
trekking tot een of meer specifieke modellen voorafgegaan door de aandui-
ding van het model waarnaar wordt verwezen;ingeval dergelijke aanduiding
niet verschijnt, is de beschrijving geldig voor alle modellen.
4
NL
1
2
7
6
5
3
4
1