Deze machine is voorzien van een mechanisme dat een gemakkelijke
overschakeling toestaat tussen de functies voor het opvangen van het
gras en de mulching.Schakel tijdens het gebruik de werkwijze om in func-
tie van de behoeften.Verzeker u ervan dat u de correcte werkwijze voor
de opvang van het gras en de mulching goed begrepen hebt.
De functie “Mulching” wordt in- en
uitgeschakeld met een daarvoor
bestemde hendel (2) (
4.10).
Schakel de hendel van de functie
mulching aan wanneer de zak van de machine verwijderd is, zodat u er
zeker van bent dat de voorste zone van het luikje van de mulching niet
door gras verstopt is en dat er in deze zone geen gras opgehoopt is.
Indien er gras voor het luikje opgehoopt is, moet dit met een stok of een
dergelijk werktuig verwijderd worden.
Indien men een overdreven kracht uitoefent op de
hendel wanneer de kabel niet correct is afgesteld of wanneer er gras
opgehoopt is, kan leiden tot breuk van de kabel of vervorming van de
steun omwille van de te hoge belasting. Indien men een te hoge effort
van de hendel opmerkt, mag men de hendel niet forceren, maar moet
men de Dealer contacteren.
Na het maaien
Na de volledige dagelijkse maaisessie, raadt men aan de maaiplaat, de af-
laatband en de opvangzak van het gras te reinigen om defecten te voorko-
men en een foutloze werking te verzekeren bij het volgend gebruik van de ma-
chine.
Zet de motor stil, haal de sleutel weg, schakel de handrem aan en verwijder
de opvangzak van het gras.
Controleer via de opening of de aflaatband niet verstopt is door gras (ver-
wijder het gras, indien deze verstopt is).
5.4.9 Na het maaien
Ontkoppel de messen na het maaien en laat de motor in toeren afnemen.Op
de terugweg dient het maaidek in de hoogste stand te staan.
5.4.10 Na het werk
Breng de machine tot stilstand, zet de gashendel in de «LANGZAAM» stand
en schakel de motor uit door de sleutel in de «STOP» stand te draaien.
Deze toepassing veroorzaakt de automatische sluiting van de brandstofklep.
Haal altijd de sleutel uit het contact alvorens de
machine onbeheerd achter te laten!
5.4.11 Schoonmaken en stallen
Berg de machine op in een droge ruimte, beschut tegen alle weersomstan-
digheden en dek ze, indien mogelijk, toe met een zeil .Maak, na elk gebruik,
de buitenkant van de machine schoon, leeg de opvangzak en klop deze goed
uit om alle gras- en aarderesten te verwijderen.
Kijk of er grasresten in de motorruimte en op het maaidek aanwezig zijn en
verwijder ze om de doeltreffendheid van de machine op een optimaal niveau
te houden.
Leeg de opvangzak altijd en laat geen containers
met gemaaid gras in gesloten ruimtes achter.
LET OP!
LET OP!
HF2417HM• HF2417HT• HF2622H
♦
•
BELANGRIJK
De hendel om de
opvangzak te kantelen treedt in wer-
king als de messen uitgeschakeld
zijn.
– als de gebruiker zit op de machine,
druk op de knop (3) (
4.9.2) tot
het omkiepen van de opvangzak;
– na het leegmaken, druk steeds de
knop (4) (
4.9.3) tot het dalen van
de zak, op zo'n manier zodat deze
zich vastkoppelt aan de veerhaak (2).
Het kan gebeuren
dat, na het legen van de opvangzak,
het geluidssignaal weer afgaat op het
moment dat de messen worden inge-
schakeld, omdat er nog grasresten op
de microsensor (1) zijn achtergeble-
ven; in dit geval is het voldoende om
de messen te ontkoppelen en ze met-
een weer in te scha- kelen.
Indien het geluidssignaal aanhoudt, de motor stilleggen, de opvangzak ver-
wijderen en eventuele grasresten van de microsensor (1) halen.
5.4.7 Het legen van het uitwerpkanaal
In geval van hoog en nat gras gecombineerd met een te hoge snelheid kan
er zich een verstopping van het uitwerpkanaal voordoen.
Handel dan als volgt:
– stop met rijden, ontkoppel de messen en schakel de motor uit en haal de
sleutel uit;
– verwijder de opvangzak of de steenbeschermkap;
– verwijder het opgehoopte gras bij de uitmonding van het uitwerpkanaal.
Deze handeling dient altijd te worden uitgevoerd
met een uitgeschakelde motor.
5.4.8 Functie “mulching”
De functie “Mulching”bestaat erin het gras op een maaibord te recycleren en
tegelijkertijd in fijne strookjes te snijden, die gelijkmatig op het veld ver-
spreid worden.
Indien het gemaaid gras rond de maaiplaat afgeladen wordt of in hoopjes ver-
spreid wordt tijdens de mulching, is het gras mogelijk te lang of is de maai-
maat te groot.De maaimaat voor de mulching moet ingesteld worden op on-
geveer 1/3 van de hoogte van het gras (maximaal 10-13 cm voor de
mulching).
Dit accessoire (op aanvraag lever-
baar) moet gemonteerd worden zo-
als in de desbetreffende aanwijzin-
gen vermeld is.
LET OP!
OPMERKING
OPMERKING
HF2•••HT•
HF2315
◊
♦
• HF2417HB•
11 NL
1
3
4
2
1
2