21 NL
8. RICHTLIJNEN OM PROBLEMEN VAST TE STELLEN
PROBLEMEN
MOGELIJKE OORZAAK
OPLOSSING
1.
De sleutel staat in de «DRAAIEN»
stand, het dashboard is niet verlicht,
er is geen geluidssignal
De bescherming van de elektronische kaart is in
werking getreden doordat:
– de accu niet goed is aangesloten
– de polen van de accu zijn omgewisseld
– de accu is leeg of is gesulfateerd
– de zekering is doorgebrand
– Onjuiste massa op de motor of op het
chassis
Draai de sleutel in de stand «STOP» En zoek de oorzaak van het
probleem:
– controleer de aansluitingen ( 3.1)
– controleer de aansluitingen ( 3.1)
– laad de accu opnieuw op ( 6.2.3)
– vervang de zekering (10 A) ( 6.4.9)
– controleer de aansluiting van de zwarte draden
2.
De sleutel staat in de stand
«DRAAIEN», het dashboard licht niet op
maar er wordt een continu geluidssignaal
gehoord
De bescherming van de elektronische kaart is in
werking getreden doordat:
– de kaart nat is
Draai de sleutel in de stand «STOP» En zoek de oorzaak van het
probleem:
– drogen met lauw/warme lucht
3.
De sleutel staat in de stand
«DRAAIEN», het dashboard licht op maar
de startmotor draait niet
– de accu niet goed is opgeladen
– de massa van de startmotor niet goed
is aangesloten
– er geen toestemming tot starten is gegeven
( 5.2)
– laad de accu opnieuw op ( 6.2.3)
– controleer de aansluitingen van de aardegeleiders
– ontkoppel de messen: (bij aanhouding van het probleem,
controleer de microschakelaar)
– zet de koppeling in de “vrije” stand (N)
4.
De sleutel staat in de stand
«DRAAIEN», de startmotor draait,
maar de motor start niet
– de accu niet goed is opgeladen
– te weinig benzineaanvoer
– storing bij start
– geen olie
– laad de accu opnieuw op ( 6.2.3)
– controleer het niveau in de benzinetank ( 5.3.3)
– controleer de bekabeling voor de opening van de
brandstofklep
– controleer de benzinefilter ( 6.4.4)
– controleer of de bougiekap juist bevestigd is ( 6.4.5)
– controleer of de electroden niet vuil zijn en of hun onderlinge af-
stand juist is ( 6.4.5)
– controleer oliepeil motor en vul zo nodig bij ( 5.3.3)
5.
Een moeilijke start of een
onregelmatige werking van de motor
– er brandstofproblemen zijn
– reinig of vervang luchtfilter ( 6.4.3)
– maak het bakje van de carburateur schoon ( 5.4.12)
– leeg de benzinetank en vul met nieuwe benzine ( 5.4.12)
– controleer en vervang eventueel de benzinefilter ( 6.4.4)
6.
Tijdens het maaien is er een
krachtverlies van de motor
– de rijsnelheid te hoog is ten opzicht van de
snijhoogte ( 5.4.5)
– neem in snelheid af en/of zet het maaidek in een hogore stand
7.
Bij het inschakelen van de messen slaat
de motor af
– er geen toestemming tot het inschakelen is
gegeven ( 5.2)
– neem op de juiste manier plaats (mocht het probleem
aanhouden, controleer de microschakelaar)
– controleer de bevestiging van de opvangzak of de
steenbeschermkap (mocht het probleem aanhouden,
controleer de microschakelaar)
8.
Het controlelampje van de accu gaat
niet uit na enkele minuten
– de batterij niet op de juiste manier wordt
opgeladen
– controleer de aansluitingen
9.
Het controlelampje van de olie gaat
branden tijdens het werk
– er problemen zijn met de smering
van de motor
Zet de sleutel onmiddelijk in de «STOP» stand:
– controleer het oliepeil ( 5.3.3)
– vervang de filter (bij aanhouding van het probleem dient er con-
tact te worden opgenomen met uw leverancier)
10.
De motor slaat af en het
geluidssignaal treedt in werking
De bescherming van de elektronische kaart is in
werking getreden doordat:
– de accu chemisch wel actief, maar niet
opgeladen is
– er te veel spanning is, veroorzaakt door de
laadregelaar
– de accu niet goed verbonden is
(er wordt onjuist contact gemaakt)
– de massa van de motor niet goed is
Draai de sleutel in de stand «STOP» en zoek de oorzaak van het
probleem:
– laad de accu opnieuw op ( 6.2.3)
– raadpleegt u uw leverancier
– controleer de aansluitingen ( 3.1)
– controleer de massa van de motor
11.
De motor slaat af zonder enig
geluidssignaal
– de accu is niet aangesloten
– er is geen massa op de motor
– problemen aan de motor
– controleer de aansluitingen ( 3.1)
– controleer de massa op de motor
– raadpleegt u uw leverancier