15
NEDERLANDS
CONTROLE VAN DE WERKING VAN DE BEDIENING VAN
DE SNIJBLADEN
Alleen VKEA-type:
Start de motor buiten. Laat de besturingshendel van de snijbladen
los; de motor moet snel stoppen. Als de motor niet snel stopt, breng
de maaier dan voor reparatie naar een erkende Honda dealer.
TRANSPORT
VOOR HET LADEN
Als de motor heeft gedraaid, laat hem dan ten minste 15 minuten
afkoelen voordat u de maaier op het transportvoertuig laadt. Een hete
motor en uitlaatsysteem kunnen u verbranden en sommige
materialen kunnen ontbranden.
Zet de brandstofklep [1] in de stand DICHT (pagina 5). Dit voorkomt
dat de carburateur volloopt en verkleint de kans op brandstoflekkage.
LADEN EN LOSSEN
Plaats de maaier zo dat alle vier de wielen op de laadvloer van het
transportvoertuig staan. Bind de maaier vast met een touw of
spanbanden, en blokkeer de wielen. Houd het bindtouw of de
spanbanden uit de buurt van de bedieningsorganen, afstelhendels,
kabels en de carburateur.
LET OP
Om te voorkomen dat u de controle over de maaier verliest of hem
beschadigt, mag u het aandrijfsysteem niet gebruiken wanneer u een
laadplatform op- of afrijdt.
1. Zet de brandstofklep in de stand DICHT.
2. Gebruik een geschikte laadhelling. Stel de laadhelling zo in dat
deze een hellingshoek van minder dan 15° heeft. Als er geen
laadhelling beschikbaar is, moeten twee mensen de maaier op en
van het transportvoertuig tillen en daarbij de maaier horizontaal
houden.
OPSLAG
Een goede opslag is essentieel om uw grasmaaier probleemloos te
laten werken en er goed uit te laten zien. De volgende stappen helpen
de maaier te beschermen tegen roest en corrosie, en zorgen ervoor
dat de motor gemakkelijker te starten is wanneer u de grasmaaier
weer gebruikt.
REINIGING
Motor
Was de motor met de hand, en zorg ervoor dat er geen water in het
luchtfilter komt.
LET OP
Met een tuinslang of een hogedrukreiniger kan water in het luchtfilter
worden geperst. Water in het luchtfilter zal het papieren filter
doorweken en kan de carburateur of motorcilinder binnendringen en
schade veroorzaken. Water dat in contact komt met een hete motor
kan schade veroorzaken. Als de motor heeft gedraaid, laat hem dan
ten minste een half uur afkoelen voordat u hem wast.
Behuizing van de snijbladen
Voordat u de onderkant van de behuizing van de snijbladen wast,
moet u de motor laten afkoelen en ervoor zorgen dat de brandstofklep
in de DICHT-stand staat. Maak de bougiekap los. Zet de maaier op
zijn rechterkant, zodat de tankdop omhoog staat. Dit helpt brandstof-
lekkage en moeilijk starten door overlopende carburateur te voorko-
men. Draag stevige handschoenen om uw handen te beschermen
tegen de snijbladen.
Was de grasmaaier, inclusief de onderkant van de behuizing van de
snijbladen.
Als u een tuinslang of hogedrukreiniger gebruikt om de behuizing van
de snijbladen te reinigen, zorg er dan voor dat er geen water in de
bedieningselementen en kabels komt, of in de buurt van het luchtfilter
of de uitlaatdemperopening van de motor.
Grasvanger
Verwijder de opvangbak van de maaier en was hem met een
tuinslang of hogedrukreiniger. Laat de opvangbak volledig drogen
alvorens hem op te bergen.
Drogen
1. Veeg na het wassen van de grasmaaier alle bereikbare
oppervlakken droog.
2. Zet, terwijl de maaier rechtop staat, de hendel van de Clip Director
in de opvangstand, start de motor buiten en laat hem draaien tot
de normale bedrijfstemperatuur is bereikt om eventueel op de
motor achtergebleven water te laten verdampen.
3. Stop de motor en laat hem afkoelen.
4. Nadat de grasmaaier schoon en droog is, moet u beschadigde lak
bijwerken en andere delen die kunnen roesten met een dunne laag
olie insmeren.
BRANDSTOF
LET OP
Afhankelijk van de regio waar u uw machine gebruikt, kunnen brand-
stofsamenstellingen snel verslechteren en oxideren. Veroudering en
oxidatie van brandstof kan binnen een periode van slechts 30 dagen
optreden en kan beschadiging van de carburateur en/of het brandstof
systeem veroorzaken. Neem contact op met uw dealer voor plaatse-
lijke aanbevelingen voor opslag.
Benzine zal tijdens opslag oxideren en bederven. Oude benzine ver-
oorzaakt problemen bij het starten en laat gomafzettingen achter die
de kleine doorgangen in het brandstofsysteem kunnen verstoppen.
Als de benzine in uw maaier tijdens de opslag achteruitgaat, moet u
wellicht de carburateur en andere onderdelen van het brand-
stofsysteem laten nakijken of vervangen.
Hoe lang benzine in uw brandstoftank en carburator kan blijven zonder
functionele problemen te veroorzaken, hangt af van factoren zoals het
benzinemengsel, de lokale opslagtemperaturen, en of de brandstof-
tank gedeeltelijk of volledig is gevuld. Lucht in een gedeeltelijk gevulde
brandstoftank versnelt brandstofveroudering. Zeer hoge opslagtempe-
raturen versnellen brandstofveroudering. Brandstofverouderingspro-
blemen kunnen binnen een paar maanden optreden, of zelfs eerder
als de benzine niet vers was toen de brandstoftank werd gevuld.
Als u een benzinetank bewaart om bij te vullen, zorg er dan voor dat
deze alleen verse benzine bevat.
Als het langer dan 3 maanden duurt voordat u de brandstof in uw
opslagcontainer gebruikt, raden wij u aan een brandstofstabilisator
aan de brandstof toe te voegen wanneer u de container vult.
Opslag voor een korte termijn (30-90 dagen)
Als uw grasmaaier 30 tot 90 dagen niet wordt gebruikt, raden wij u het
volgende aan om brandstofgerelateerde problemen te voorkomen:
1. Voeg brandstofstabilisator toe volgens de instructies van de fabrikant.
Wanneer u een brandstofstabilisator toevoegt, vul de
brandstoftank dan met verse benzine. Indien de tank slechts
gedeeltelijk is gevuld, zal lucht in de tank brandstofveroudering
tijdens de opslag bevorderen.
Opmerking:
– Alle stabilisatoren hebben een houdbaarheidsdatum en hun
prestaties zullen na verloop van tijd afnemen.
– Brandstofstabilisatoren maken verouderde brandstof niet weer
bruikbaar.
2. Na toevoeging van een brandstofstabilisator laat u de motor
10 minuten buiten draaien om er zeker van te zijn dat de
behandelde benzine de onbehandelde benzine in de carburateur
heeft vervangen.
3. Stop de motor en draai de brandstofklep in de stand DICHT.
4. Start de motor en laat hem draaien tot hij stopt door een tekort aan
brandstof in de carburateur. De looptijd moet minder dan
3 minuten zijn.
Langdurige of seizoensgebonden opslag (meer dan 90 dagen)
Start de motor en laat hem lang genoeg draaien om alle benzine uit
het hele brandstofsysteem (inclusief de brandstoftank) te verwijderen.
Laat geen benzine langer dan 90 dagen in de motor zitten.
Summary of Contents for HRN536CVKEA
Page 18: ...18 ENGLISH...
Page 36: ...18 FRAN AIS...
Page 54: ...18 DEUTSCH...
Page 72: ...18 NEDERLANDS...
Page 90: ...18 ITALIANO...
Page 108: ...18 SVENSKA...
Page 126: ...18 SLOVEN INA...
Page 131: ......
Page 132: ......