NL-2
NL
Omhulsel van de ademslang
Gebruik het optionele omhulsel om de ademslang te beschermen tegen vonken, slak en stralingswarmte. Het omhulsel moet over de ademslang geschoven worden alvorens de slang aan de blazer of helm aan te sluiten. Gebruik het
klittenband om het op zijn plaats te houden.
OPZETTEN ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
1)
Zorg dat u zich in een veilige en onvervuilde omgeving bevindt, assembleer de blazer en controleer eerst of de blazer goed werkt. Controleer de luchtstroming (raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw blazer).
2)
Bereid de lashelm voor (raadpleeg het voorgenoemde hoofdstuk).
3)
Steek de blazeraansluiting van de ademslang in de rode poort bovenop de blazer door de uitsteeksels op de aansluiting in positie te brengen met de relevante inkepingen in de poort. Vergrendel de ademslang door de aansluiting
90 graden met de klok mee te draaien tot deze vastklikt. Trek voorzichtig aan de aansluiting van de slang zodra de installatie klaar is om te controleren of deze goed vast zit. Installeer het optionele omhulsel.
4)
Zet de blazer aan.
5) Steek de ademslang in de lashelm met de blazer aan.
6)
Trek de blazerassemblage aan.
7) Zet de lashelm op en positioneer deze op uw hoofd. Om de pasvorm strakker te maken drukt u de ratelknop in en draait u deze aan tot de hoofdband strak, maar comfortabel op het hoofd past.
8)
Trek de gelaatsafdichting onder uw kin.
9)
Indien u gebruik maakt van de brandwerende sluier, positioneer het materiaal dan op zo'n manier dat het uw schouders bedekt of in een brandwerend jas gestopt kan worden.
WAARSCHUWING
Gebruik het ademhalingstoestel niet als de o-ringen van de ademslang niet aanwezig of beschadigd zijn.
TIJDENS GEBRUIK ____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
U bent nu klaar om de omgeving waar het aangedreven, filtrerende ademhalingstoestel voor bedoeld is te betreden.
WAARSCHUWING
Verlaat de werkomgeving onmiddellijk en/of vervang het ademhalingstoestel indien;
1. ademhalen lastig wordt;
2. u zich duizelig voelt of ander ongemak zich voordoet;
3. het ademhalingstoestel beschadigd is;
4. de kap beslaat;
5. de luchtstroming in het ademhalingstoestel aanzienlijk vermindert of stopt; of
6. de waarschuwing, indien aanwezig, geactiveerd wordt (raadpleeg de handleiding van de blazer).
Indien iets van het bovenstaande zich voordoet en u in de vervuilde omgeving blijft riskeert u blootstelling aan gevaarlijke hoeveelheden van de luchtvervuiling wat tot ernstig letsel, ziekte of de dood kan leiden.
NA GEBRUIK __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Uw ademhalingstoestel uittrekken
Om het ademhalingstoestel uit te zetten drukt u op de aan/uit knop en houdt u deze voor 3 seconden ingedrukt totdat het toestel een hoorbare piep laat horen en uitschakelt. Om de helm af te zetten maakt u de ratel van het hoofdstel
los, trekt u vervolgens de nekafdichting vanonder uw kin en verwijdert u de helm voorzichtig van uw hoofd.
WAARSCHUWING
U moet de vervuilde omgeving verlaten alvorens het ademhalingstoestel te verwijderen. Het niet-naleven van deze instructie kan tot lichamelijk letsel, ziekte of de dood leiden.
Reinigen
De ADF en het beschermglas aan de buitenkant dienen regelmatig met een zachte doek gereinigd te worden. Er mogen hiertoe geen sterke reinigingsmiddelen, oplosmiddelen, alcohol of reinigingsmiddelen die schuurmiddelen bevatten
gebruikt worden. Beschermglas met krassen of beschadigingen moet vervangen worden. Reinig de helm met een mild reinigingsmiddel [bijv. afwasmiddel of het EPI-IS-product (P/N 1779065] en een pluisvrije doek of spons. Spoel de
oppervlakken zorgvuldig met schoon water (gebruik geen oplosmiddelen). De gelaatsafdichting of buitenste sluier kan indien mogelijk gereinigd of gewassen worden, of vervangen worden indien hij beschadigd en vervuild is. Reinig de
oppervlakken aan de binnenkant van de helm met een desinfectiemiddel.
Droog alle componenten en de buitenkant van de ademslang met een schone, pluisvrije doek en/of laat deze drogen in een schone omgeving die vrij is van stof en fijnstof. Zorg dat alle componenten volledig droog zijn alvorens het
ademhalingstoestel in gebruik te nemen.
LET OP
Bij voorkeur dient de lashelm door dezelfde persoon gedragen te worden.
OPSLAG _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
De maximale opslagtijd is 3 jaar, indien het product goed onderhouden en in zijn originele, droge en onbeschadigde verpakking bewaard is bij opslagtemperaturen van -20 – +80°C tot op 90% RH. Bewaar de helm in de originele
verpakking of in een verzegelde verpakking uit de buurt van direct zonlicht en stof.
ONDERHOUD _________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Onderhoud, reiniging en vervanging of reparaties dienen enkel uitgevoerd te worden door personeel dat bekend is met deze gebruiksaanwijzing en aangedreven, filtrerende ademhalingstoestellen met gebruik van onderdelen die door
de originele fabrikant van de apparatuur geleverd worden.
Voor gebruik:
Patikrinkite sistemos veikimą.
Na gebruik:
Reinig en desinfecteer het systeem. Controleer het functioneren van het systeem.
VERVANGING VAN HET BESCHERMGLAS AAN DE BUITENKANT (Fig.2)
1)
Druk eerst één zijklem in om het beschermglas los te maken en verwijder deze dan.
2)
Bevestig het nieuwe beschermglas aan één zijklem.
3)
Trek het beschermglas naar de tweede zijklem en vergrendel het op zijn plaats. Het bevestigen van het beschermglas aan de buitenkant vereist wat druk om de pakking samen te drukken.
VERVANGING VAN DE BATTERIJ (Fig.3)
De ADF heeft vervangbare lithium knoopbatterijen, type CR2032. De batterijen moeten vervangen worden wanneer de LED op de ADF groen knippert. Om de batterijen te vervangen:
1)
Verwijder het batterijdeksel voorzichtig.
2)
Verwijder de batterijen en stoot deze af conform de lokale voorschriften voor speciaal afval.
3)
Plaats de CR2032-batterijen en let daarbij op de polariteit.
4)
Plaats het batterijdeksel voorzichtig terug op zijn plaats. Indien de ADF niet donkerder wordt wanneer de lasboog aangestoken wordt, controleer dan de polariteit van de batterijen.
5) Houd de ADF tegen een felle lamp om te controleren of de batterijen nog genoeg stroom bevatten. Indien het LED groen knippert dienen de batterijen onmiddellijk vervangen te worden.
6)
Indien de ADF zelfs na het controleren van de polariteit van de batterijen niet correct functioneert dient de ADF uit dienst genomen te worden.
Opslag, houdbaarheid en afstoting
Het gebruik van het WEEE-symbool geeft aan dat dit product niet behandeld mag worden als huishoudelijk afval. Door ervoor te zorgen dat dit product correct afgestoten wordt draagt u bij aan het beschermen van het milieu.
Voor meer gedetailleerde informatie over het recyclen van dit product kunt u contact opnemen met uw gemeente, het afvalverwerkingsbedrijf voor uw huishoudelijk/ industrieel afval of de winkel waar u het product heeft ge
-
kocht.
HET BESCHERMGLAS AAN DE BINNENKANT VERVANGEN (Fig. 4)
1)
Ontgrendel de retentieveer van het beschermglas aan de binnen die zich aan de rechterkant van de ADF bevindt.
2)
Verwijder het beschermglas aan de binnenkant.
3)
Vervang het beschermglas aan de linkerbinnenkant eerst, en dan aan de rechterkant, waarbij u er voor moet zorgen dat beide lipjes van de ADF vast zitten.
DE NEKAFDICHTING VERVANGEN (Fig.5)
1)
Verwijder de retentielipjes van de nekafdichting aan beide zijden van het hoofdstel.
2)
Haal de nekafdichting voorzichtig van het klittenband rondom de rand van de helm.
3)
Om de nekafdichting te vervangen legt u de boven- en onderkant van de nekafdichting parallel met die van de helm en plakt u de nekafdichting stevig op het klittenband rondom de rand van de helm.
DE ADF VERVANGEN (Fig.6)
1)
Trek de knop van het beschermingsniveau eruit.
2)
Verwijder het batterijdeksel voorzichtig.
3)
Ontgrendel de retentieveer van de ADF.
4)
Kantel de ADF er voorzichtig uit.
5) Ontgrendel de satelliet.
6)
Trek de satelliet eruit door de uitsparing in de helm.
7) Draai de satelliet 90° en druk deze door het gat in de helm.
8)
Verwijder de ADF.
9)
Installeer de nieuwe ADF door de stappen hierboven in omgekeerde volgorde op te volgen.
Summary of Contents for PA810EU
Page 4: ...1 2 3 ...
Page 5: ...4 5 6 ...