NL
46
Onderhoud en verzorging
1
2
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee
beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de
wasautomaat alsmede lekkagegevaar.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de
wasautomaat schoonmaakt en gedurende
onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasautomaat
De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met
een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt.
Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het laatje door op
het hendeltje (1) te drukken
en het naar voren te trekken
(2)
(zie afbeelding).
Was het onder stromend
water. Dit moet u regelmatig
doen.
Verzorging van de trommel
Laat de deur van de wasautomaat altijd op een kier
staan om te voorkomen dat er nare luchtjes worden
gevormd.
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende
pomp die niet hoeft te worden onderhouden. Het kan
echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes,
knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en
zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
Verzeker u ervan dat de wascyclus beëindigd is en haal
de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het afdekpaneel aan de voorzijde van de
wasautomaat door er op het midden op te drukken.
Duw beide zijkanten naar beneden toe en verwijder het
paneel
(zie afbeeldingen).
2. plaats een bakje om het
water op te vangen dat eruit
zal lopen (circa 1,5 l) (
zie
afbeelding
)
.
3. draai het deksel eraf,
tegen de klok in (
zie
afbeelding
)
.
4. maak de binnenkant goed schoon;
5. schroef het deksel er weer op;
6. monteer het paneel weer, met de haakjes goed
bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel
tegen de machine aandrukt.
Controle van de buis van de watertoevoer
Controleer minstens een keer per jaar de
watertoevoerbuis. Als er barstjes of scheuren in zitten
moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan
de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.
1
2