28
NL
Starten en gebruik
Het apparaat starten
!
Voordat u het apparaat in gebruik stelt, dient u de
instructies voor wat betreft de installatie na te
volgen
(zie Installatie).
!
Voordat u het apparaat aansluit, dient u zowel het koel-
als het diepvriesgedeelte, alsook het toebehoren met
lauw water en soda te reinigen.
1. Steek de stekker in het stopcontact en verzeker u
ervan dat het lampje aan de binnenkant van het
apparaat aangaat.
2. Draai de knop van de TEMPERATUURREGELING op
een middelmatige stand. Na enkele uren kunt u de
levensmiddelen in de koelkast zetten.
Regelen van de temperaturen
De temperatuur in het koelgedeelte wordt automatisch
geregeld aan de hand van de stand van de
thermostaatknop.
1
= minder koud
5
= kouder
Wij raden een gemiddelde stand aan.
Het koelsysteem van dit apparaat bevindt zich aan de
binnenkant van de achterwand van het koelgedeelte.
Hiermee ontstaat een grotere en efficiëntere binnenruimte
en een verbeterd esthetisch effect. Deze achterwand zal
tijdens de werking van het apparaat ofwel bedekt zijn met
ijs, ofwel met waterdruppels, naar gelang de compressor
wel of niet in gebruik is. Maakt u zich hier dus geen zorgen
om! De koelkast werkt op normale wijze.
Als u de knop TEMPERATUURREGELING op een hoge
stand zet en als er tegelijkertijd veel etenswaar en een
hoge buitentemperatuur is, zou het kunnen gebeuren
dat het apparaat constant werkt. Dit heeft een overtollige
ijsproductie en een hoog elektriciteitsverbruik als gevolg:
dit kan voorkomen worden door de knop op een lagere
stand te zetten (er zal een automatische ontdooiing
plaatsvinden). In statische apparaten zal de lucht op
natuurlijke wijze circuleren: koude lucht daalt aangezien
hij zwaarder is. Daarom dient u de etenswaren op de
volgende wijze te rangschikken:
DRAAGPLATEAUS
: plateaus of
roosters. Deze kunnen dankzij
de speciale gleuven worden
verwijderd of in hoogte geregeld
(zie afbeelding), voor het
invoeren van grote verpakkingen
of etenswaren. Het is niet
noodzakelijk het draagplateu
volledig te verwijderen om de hoogte te regelen.
Optimaal gebruik van de koelkast
• Gebruik voor het regelen van de temperatuur de knop
WERKING KOELKAST (zie Beschrijving).
• Zet alleen koude of lauwe levensmiddelen in de koelkast,
nooit warme (zie Voorzorgsmaatregelen en advies).
• Denk eraan dat u gekookte etenswaren niet langer
kunt bewaren dan rauwe.
• Zet geen vloeistoffen in open flessen of bakken
in de koelkast: dit brengt een toename van de
vochtigheidsgraad teweeg en een daaropvolgende
condensproductie.
Optimaal gebruik van de diepvrieskast
• Vries nooit etenswaar in die op het punt staat te
ontdooien of al is ontdooid; dergelijke etenswaar moet
gelijk worden gekookt en gegeten (binnen 24 uur).
• Verse etenswaren die moeten worden ingevroren
mogen nooit in contact raken met etenswaren die al
bevroren zijn.
• Plaats nooit glazen flessen met vloeistof in de
diepvrieskast, vooral niet als er een dop op zit of als ze
hermetisch zijn afgesloten, ze zouden kunnen barsten.
• De maximum hoeveelheid die men dagelijks kan
invriezen is aangegeven op het typeplaatje links
onderin de koelkast (voorbeeld: Kg/24h 4).
!
Open de deur van de diepvrieskast niet tijdens het
invriezen.
!
Wanneer de stroom wegvalt of wanneer er een storing
optreedt, dient u de deur van de diepvrieskast niet te
openen: de levensmiddelen blijven op deze manier nog
ongeveer 9 à 14 uur goed bewaard.
!
Als de kamertemperatuur zich voor langere tijd onder
de 14°C bevindt, bereikt het diepvriesgedeelte niet de
temperatuur die nodig is voor het langdurig bewaren
van de levensmiddelen en zal de bewaartijd van de
etenswaren als gevolg korter zijn.
Etenswaren
Plaatsing in de koelkast
Vlees en vis
Op de laden voor groente en
fruit
Verse kaas
Op de laden voor groente en
fruit
Gekookte
etenswaren
Waar u maar wilt
Vleeswaren, brood,
chocolade
Waar u maar wilt
Groente en fruit
In de groente- en fruitladen
Eieren
In het speciale rek
Boter en margarine
In het speciale rek
Flessen, frisdrank,
melk
In het speciale rek