HQLP10020
V. 02 – 15/06/2018
17
©Velleman nv
6.2
Menu
modus
programmering
omschrijving
DMX mode
Addr
8CH
d001-d512
4-1CH
4CH
3--CH
2CH
static colours
Stat
S01-18
statische kleuren
auto
Auto
Au1-2
automatisch programma
sound
Soun
So1-2
muziekgestuurd programma
speed
SPEE
SP1-9
instelbare snelheid
sensitivity
SENS
SE1-9
instelbare microfoongevoeligheid
edit colour
Colo
r000-255
rood, 0-100 %
g000-255
blauw, 0-100 %
b000-255
groen, 0-100 %
U000-255
wit, 0-100 %
dimming
dIMM
dI1-9
dimmen
silent scene
SILE
on/oFF
openen/sluiten wanneer geen
muziek in muziekgestuurde
modus
slave
SLAV
Slave
slave-modus
6.3
Autonome modus (standalone)
Het toestel start op in autonome modus, nadat u het gekoppeld hebt aan het lichtnet. In
deze modus kunt u het toestel zonder controller gebruiken.
6.4
Master/slave-modus
In master/slave-modus kunt u meerdere toestellen aansluiten op één mastertoestel
in een reeks.
Alle slavetoestellen zullen vervolgens synchroon functioneren met het
mastertoestel.
Configureer alle slavetoestellen vooraleer u het mastertoestel aansluit op de reeks.
6.5
DMX-modus
In DMX-modus kunt u het toestel aansturen via een universele DMX-controller.
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig zodat het juiste
toestel reageert op de signalen. Dit digitale startadres is het kanaalnummer van
waarop het toestel luistert naar het signaal van de DMX controller. U kunt één enkel
startadres gebruiken voor een groep toestellen of u kunt per toestel een nieuw
startadres ingeven.
Wanneer u een enkel startadres instelt, zullen alle toestellen ‘luisteren’ naar
hetzelfde kanaal. Met andere woorden: Wanneer u de instellingen voor 1 kanaal
verandert, zullen alle toestellen er tegelijk op reageren. Wanneer u verschillende
adressen instelt, dan luistert elk toestel naar een ander kanaal. Wanneer u de
instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal reageren.
DMX-waarden per kanaal
Zie pagina 3 van deze handleiding.