VDL300MF2
5
VELLEMAN
1. Draai de schroeven vooraan het toestel los en plaats voorzichtig het bovenste deksel naar achter.
2. Verwijder de oude lamp en breng de nieuwe in.
3. Zet voorzichtig het deksel terug en draai de schroeven vast.
Opmerking: Stel het toestel niet in werking wanneer het deksel eraf is.
b) Zekering
•
U mag een zekering enkel plaatsen of vervangen wanneer het toestel niet is aangesloten op het lichtnet.
•
Als de lamp springt, is het heel goed mogelijk dat de zekering ook moet worden vervangen.
•
Vervang een gesprongen zekering door een zekering van hetzelfde type en met dezelfde specificaties (zie
“
Technische specificaties
”). Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de zekeringhouder op het achterpaneel met een geschikte schroevendraaier.
2. Verwijder de oude zekering en breng de nieuwe in.
3. Plaats de zekeringhouder weer in de behuizing en zet hem vast met de schroevendraaier.
c) Toestel monteren
•
Laat een geschoolde technicus dit toestel installeren conform EN 60598-2-17 en andere toepasselijke normen.
•
De constructie waaraan het toestel wordt bevestigd, moet gedurende 1 uur 10 x het gewicht van dit toestel
kunnen dragen zonder te vervormen.
•
Maak het toestel ook vast met een veiligheidskabel.
•
Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of schoonveegt. Laat het toestel controleren
door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt en laat het 1 x per jaar volledig nakijken.
•
Installeer dit toestel op een plaats waar niemand langs moet lopen, kan neerzitten of het toestel kan aanraken.
•
Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de maximumbelasting van de
draagconstructie kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u kunt gebruiken en u moet het gebruikte
materiaal en het toestel af en toe laten nakijken. Monteer het toestel niet zelf indien u er geen ervaring mee heeft.
Een slechte montage kan leiden tot verwondingen.
•
Regel de gewenste invalshoek door middel van de montagebeugel en draai de regelschroeven stevig aan.
•
Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 0.5m rond het toestel.
•
Een geschoolde elektricien moet het toestel aansluiten.
•
Sluit het toestel via de stekker aan op het lichtnet. Sluit het niet aan op een dimmerpack.
•
De installatie moet voor het eerste gebruik gekeurd worden door een expert.
5. Gebruik
Zet het toestel aan en uit door middel van de stekker. Laat het toestel niet doorlopend aanliggen.
6. Reiniging en onderhoud
1. Alle gebruikte schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen geen sporen van roest vertonen.
2. De behuizing, de lenzen, de montagebeugels en de montageplaats (bvb. het plafond of het gebinte) mogen niet
vervormd zijn of aangepast worden (geen extra gaten in montagebeugels, aansluitingen niet verplaatsen etc.)
3. Mechanisch bewegende delen mogen geen sporen van slijtage vertonen en mogen niet onregelmatig bewegen.
4. De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel onderhouden door een geschoolde technicus.
5. Ontkoppel het toestel van het lichtnet voor u aan onderhoudswerkzaamheden begint.
6. Maak het toestel geregeld schoon met een vochtige, niet pluizende doek. Gebruik geen alcohol of solvent.
7. De gebruiker mag geen onderdelen vervangen, behalve de lamp en de zekering (zie “
Installatie
”).
8. Bestel eventuele reserveonderdelen bij uw plaatselijke verdeler.