VDLP56xxS
V. 02 – 02/10/2014
7
©Velleman nv
epilepsie.
Schade door wijzigingen die de gebruiker heeft aangebracht aan het toestel vallen niet onder de
garantie.
Houd dit toestel uit de buurt van kinderen en onbevoegden.
3.
Algemene richtlijnen
Raadpleeg de
Velleman
®
service- en kwaliteitsgarantie
achteraan deze handleiding.
Dit toestel is ontworpen voor professioneel gebruik op podia, in disco's, enz. U mag dit toestel enkel
binnenshuis gebruiken door de meegeleverde adapter aan te sluiten op een wisselspanning van
maximum 230 VAC, 50 Hz.
Lichteffecten zijn niet ontworpen voor continue werking: regelmatige onderbrekingen doen ze langer
meegaan.
Schud het toestel niet dooreen. Vermijd brute kracht tijdens de installatie en de bediening van dit toestel.
Installeer het toestel weg van extreme temperaturen (zie
Technische specificaties
), vochtigheid en stof.
Zorg voor een minimumafstand van 0.5 m tussen de lichtuitgang van het toestel en het belichte oppervlak.
Maak het toestel vast met een geschikte veiligheidskabel (bv.
VDLSC7
of
VDLSC8
).
Leer eerst de functies van het toestel kennen voor u het gaat gebruiken. Ongeschoolde personen
mogen dit toestel niet gebruiken. Meestal is beschadiging het gevolg van onprofessioneel gebruik.
Gebruik de oorspronkelijke verpakking wanneer u het toestel vervoert.
Om veiligheidsredenen mag de gebruiker geen wijzigingen aanbrengen aan het toestel.
Gebruik het toestel enkel waarvoor het gemaakt is. Andere toepassingen kunnen leiden tot
kortsluitingen, brandwonden, elektrische schokken, enz. Bij onoordeelkundig gebruik vervalt de
garantie.
4.
Installatie
4.1
Lamp
Plaats of vervang een lamp enkel wanneer het toestel niet is aangesloten op het lichtnet.
Laat een lamp gedurende minstens 10 minuten afkoelen voor u ze vervangt: de bedrijfstemperatuur
van een lamp ligt rond de 700 °C.
Raak een halogeenlamp niet aan met uw blote handen. Gebruik een doek om een halogeenlamp te
vervangen.
Plaats geen lampen met een te hoog wattage. Deze worden warmer dan die waarop dit toestel is voorzien.
Vervang een vervormde of beschadigde lamp door een lamp van hetzelfde type (zie
Technische
specificaties
). Ga als volgt te werk:
1.
Open de behuizing.
2.
Wanneer u de lamp wenst te vervangen, ontkoppel de fitting en verwijder de oude lamp.
3.
Plaats de lamp in de behuizing.
4.
Maak de fitting vast en sluit de behuizing.
Opmerking: Stel het toestel niet in werking wanneer het deksel eraf is.
4.2
Het toestel monteren
Laat een geschoolde technicus dit toestel installeren conform EN 60598-2-17 en andere toepasselijke
normen.
De constructie waaraan het toestel wordt bevestigd, moet gedurende 1 uur 10 x het gewicht van dit
toestel kunnen dragen zonder te vervormen.
Maak het toestel ook vast met een veiligheidskabel (bv.
VDLSC7
of
VDLSC8
).
Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of schoonveegt. Laat het toestel
controleren door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt en laat het 1 x per jaar
volledig nakijken.
Installeer dit toestel op een plaats waar niemand langs moet lopen, kan neerzitten of het toestel kan
aanraken.
Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de maximumbelasting
van de draagconstructie kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u kunt gebruiken en u
moet het gebruikte materiaal en het toestel af en toe laten nakijken. Monteer het toestel niet zelf indien
u er geen ervaring mee heeft. Een slechte montage kan leiden tot verwondingen.