VDLPROM2
Rev. 05
07.05.2013
©Velleman nv
6
Schud het toestel niet dooreen. Vermijd brute kracht tijdens de installatie en de bediening van dit
toestel.
Installeer het toestel op een plaats waar het niet wordt gehinderd door stof, extreme temperaturen en
grote hitte. Zorg voor een minimumafstand van 50 cm tussen de lichtuitgang van het toestel en het
oppervlak waarop u wilt projecteren.
Maak het toestel vast met een geschikte veiligheidskabel (bv.
VDLSC7
of
VDLSC8
).
Gebruik het toestel niet indien de omgevingstemperatuur > 45°C. De max. temperatuur voor de
behuizing is 130°C.
Gebruik het toestel niet als de omgevingstemperatuur de maximumwaarde overschrijdt (zie technische
specificaties hierna).
Gebruik het toestel niet als de temperatuur van de behuizing de maximumwaarde overschrijdt (zie
technische specificaties hierna).
Maak u eerst vertrouwd met de werking van dit toestel. Ongeschoolde personen mogen dit toestel niet
gebruiken. Meestal is beschadiging het gevolg van onprofessioneel gebruik.
Gebruik de oorspronkelijke verpakking wanneer u het toestel vervoert.
Om veiligheidsredenen mag de gebruiker geen wijzigingen aanbrengen aan het toestel.
Gebruik het toestel enkel voor de toepassingen die hier worden beschreven om kortsluitingen,
brandwonden, elektroshocks, gevaar voor ontploffing van de lampen, enz. te vermijden. Het toestel
kan worden beschadigd en de garantie vervalt automatisch indien u het toestel op een ongeoorloofde
manier gebruikt.
4.
Installatie
a) Lampen
Plaats of vervang een lamp enkel wanneer het toestel niet is aangesloten op het lichtnet.
Zet het toestel enkel aan als er een lamp in zit.
Laat een lamp afkoelen voor u ze vervangt: de bedrijfstemperatuur van een lamp ligt rond de 150°C.
Plaats geen lampen met een te hoog wattage. Deze worden warmer dan die waarop dit toestel is
voorzien.
Vervang een vervormde of beschadigde lamp door een lamp van hetzelfde type (zie “
7. Technische
specificaties
”). Ga als volgt te
werk:
1. Draai de ring los die de lamp op haar plaats houdt.
2. Verwijder de oude lamp en ontkoppel de draden.
3. Bevestig de draden aan de nieuwe lamp, plaats deze in de behuizing en zet ze vast met de
ring.
b) Kleurfilter
Laat de lamp afkoelen voor u de filter vervangt.
Schroef de ring los die de filter vasthoudt, vervang de filter en schroef de ring er terug op.
c) De puntspot
Laat een geschoolde technicus dit toestel installeren conform EN 60598-2-17 en andere toepasselijke
normen.
De constructie waaraan het toestel wordt bevestigd, moet gedurende 1 uur een gewicht van 3kg
kunnen dragen zonder te vervormen.
Maak het toestel ook vast met een veiligheidskabel.
Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of schoonveegt. Laat het toestel
controleren door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt en laat het 1 x per jaar volledig
nakijken.
Installeer dit toestel op een plaats waar niemand langs moet lopen, kan neerzitten of het toestel kan
aanraken.
Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de
maximumbelasting van de draagconstructie kunnen berekenen en weten welk constructiemateriaal u
kunt gebruiken. Monteer het toestel niet zelf indien u er geen ervaring mee heeft. Een slechte montage
kan leiden tot verwondingen.
Regel de gewenste invalshoek door middel van de montagebeugel en draai de regelschroeven stevig
aan.
Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 50cm rond het toestel.
Een geschoolde elektricien moet het toestel aansluiten.
Sluit het toestel via de stekker aan op het lichtnet. Sluit het niet aan op een dimmerpack.
De installatie moet voor het eerste gebruik gekeurd worden door een expert.