VDPL310FC2
V. 01 – 29/04/2014
16
©Velleman nv
Autonome modus met gepersonaliseerde statische kleur
U kunt een eigen kleur creëren door de lichtintensiteit van de rode (r), groene (g), blauwe (b), witte (W),
amberkleurige (A) en purperen (P) leds te regelen.
Om een gepersonaliseerde statische kleur te gebruiken:
1.
Ontkoppel alle DMX-aansluitingen
[8]
van het toestel.
2.
Druk op MENU tot <U--> op de display verschijnt en druk op ENTER.
De laatst ingestelde kleurwaarde verschijnt, bijvoorbeeld <r215> = intensiteitswaarde van de rode
leds = 215.
3.
Gebruik UP en DOWN om de intensiteit (0–255) in te stellen en druk op ENTER.
De volgende kleurwaarde verschijnt.
4.
Herhaal deze stappen voor alle kleuren tot u de gewenste kleur hebt bereikt.
5.
Druk op MENU om de functie te verlaten.
Autonome modus met ingebouwd programma
Om het toestel in te stellen in autonome modus (standalone) met een ingebouwd programma:
1.
Ontkoppel alle DMX-aansluitingen
[8]
van het toestel.
2.
Druk op MENU tot <P--> op de display verschijnt en druk op ENTER.
3.
Gebruik UP en DOWN om een ingebouwd programma te selecteren:
o
<P1>: kleurwissel: 6 kleuren
o
<P2>: kleurovergang: 6 kleuren
o
<P3>: kleurwissel: 63 kleuren
o
<P4>: kleurovergang: 63 kleuren.
4.
Druk op ENTER om te bevestigen.
5.
Druk op MENU tot <S--> op de display verschijnt, om de programmasnelheid in te stellen.
Opmerking:
druk niet op ENTER.
6.
Gebruik UP en DOWN om de snelheid in te stellen van traag (1) naar snel (100) en druk op ENTER
om te bevestigen.
7.
Druk op MENU om de functie te verlaten.
Dimsnelheid
Kies een dimsnelheid om de kleurovergang in de automatische programma's aan te sturen (enkel
kleurwissel). De dimsnelheid heeft geen effect op de statische kleuren.
Om de dimsnelheid in te stellen, gaat u als volgt te werk:
1.
Druk op MENU tot <dIM> op de display verschijnt en druk op ENTER.
2.
Gebruik UP en DOWN om de gewenste instelling te selecteren:
o
<OFF>: dimmer uit, voor abrupte kleurovergangen.
o
<DIM1>–<DIM3>: dimsnelheden 1 (snel) tot 3 (langzaam), voor zachte kleurovergangen.
3.
Druk op ENTER om te bevestigen.
Nadat u de dimsnelheid hebt gewijzigd, moet u het automatische programma opnieuw inschakelen
als volgt:
4.
Druk op MENU tot <P--> op de display verschijnt en druk op ENTER.
5.
Gebruik UP en DOWN om het gewenste programma te selecteren en druk op ENTER.
6.
Druk op MENU om de functie te verlaten.
Muzieksturing
Om een automatisch programma met muzieksturing te gebruiken, gaat u als volgt te werk:
1.
Ontkoppel alle DMX-aansluitingen
[8]
van het toestel.
2.
Druk op MENU tot <Snd> op de display verschijnt, druk op ENTER om te bevestigen.
3.
Gebruik UP en DOWN om de gewenste instelling te selecteren:
o
<Snd1>: kleurwissel, 6 kleuren reageren op muziek.
o
<Snd2>: kleurwissel, 63 kleuren reageren op muziek.
4.
Druk op MENU tot <SenS> op de display verschijnt, om de gevoeligheid van de ingebouwde
microfoon te wijzigen.
Opmerking:
druk niet op ENTER.
5.
Gebruik UP of DOWN om de gevoeligheid in te stellen van laag (0) tot hoog (100) en druk op ENTER
om te bevestigen.
6.
Druk op MENU om de functie te verlaten.