VDPL310FC2
V. 01 – 29/04/2014
17
©Velleman nv
9.
Master/slave-modus
In master/slave-modus kunt u meerdere toestellen aansluiten op één mastertoestel in een reeks. Alle
slavetoestellen functioneren synchroon met het mastertoestel. Het eerste toestel in de reeks functioneert
als mastertoestel.
De toestellen in master/slave-modus instellen:
1.
Ontkoppel alle DMX-aansluitingen
[8]
van het mastertoestel (het eerste toestel in de reeks).
2.
Sluit de DMX-ingang van het eerste slavetoestel aan op de DMX-uitgang
[11]
van het
mastertoestel.
3.
Sluit de DMX-ingang van de volgende slavetoestellen in de reeks aan op de DMX-uitgang van het
vorige slavetoestel.
4.
Stel het toestel in (zie
Autonome modus
).
5.
Stel het DMX-startadres van elk slavetoestel in op 1. Ga als volgt te werk: druk op MENU tot
<12-CH> op de display verschijnt en druk op ENTER.
6.
Gebruik UP en DOWN om het DMX-adres in te stellen op <d--1> en druk op ENTER.
10.
Gebruik met afstandsbediening
Opmerking:
Ontkoppel alle DMX-ingangsaansluitingen van het toestel indien u het wilt gebruiken in
autonome modus. Een toestel in autonome modus kan DMX-signalen sturen en de DMX-signalen van de
controller verstoren.
10.1
De batterij plaatsen/vervangen
Waarschuwing!
U mag batterijen nooit doorboren of in het vuur gooien (explosiegevaar).
Herlaad geen alkalinebatterijen. Gooi batterijen weg volgens de plaatselijke milieuwetgeving.
Houd batterijen uit het bereik van kinderen.
Om de batterij in de afstandsbediening te plaatsen/vervangen, gaat u als volgt te werk:
1.
Druk op de batterijhouder
[A]
en trek
[B]
om open te schuiven.
2.
Plaats een nieuwe lithiumbatterij type CR2025 volgens de polariteitaanduidingen op de
afstandsbediening.
3.
Duw de houder terug in de afstandsbediening.
10.2
De afstandsbediening in-/uitschakelen
Om te vermijden dat u de afstandsbediening per ongeluk inschakelt, dan kunt u deze via het menu
uitschakelen. Is de afstandsbediening uitgeschakeld, dan heeft het indrukken van de knoppen geen
effect. Ga als volgt te werk:
1.
Druk op MENU tot <SET> op de display verschijnt en druk op ENTER.
2.
Gebruik UP en DOWN om <Off> te selecteren en druk op ENTER.
De afstandsbediening is nu uitgeschakeld.
3.
Om de afstandsbediening opnieuw in te schakelen, selecteer <On>.
10.3
De afstandsbediening gebruiken
Met de afstandsbediening kunt u:
een statische kleur kiezen (ingebouwd of gepersonaliseerd)
een automatisch programma met instelbare snelheid kiezen
een automatisch programma met kleurovergang kiezen
een muziekgestuurd programma met instelbare gevoeligheid afspelen
de helderheid van de lichtuitvoer (master-dimmer) instellen
een stroboscoop met instelbare snelheid toevoegen
alle leds uitschakelen.
Elke functie wordt hieronder in detail beschreven.
Ingebouwde statische kleur
Druk op de cijfertoetsen (0–9) van de afstandsbediening, om de ingebouwde statische kleuren te
gebruiken. De kleur van de knop komt overeen met de lichtuitvoer.