VDPLP64SLB
V. 02 – 30/06/2014
16
©Velleman nv
Wanneer u verschillende adressen instelt, dan luistert elk toestel naar een ander kanaal. Wanneer u de
instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal reageren.
In het geval van de 4-kanaalsmodus, zult u het startadres van het eerste toestel op 1 (CH1–4) moeten
instellen, van het tweede toestel op 5 (1 + 4) (CH5–8), van het derde op 9 (5 + 4) (CH9–12), enz. De
hoogste startwaarde is 509.
In het geval van de 8-kanaalsmodus, zult u het startadres van het eerste toestel moeten instellen op 1
(CH1–8), van het tweede toestel op 9 (1 + 8) (CH9–16), van het derde op 17 (9 + 8) (CH17–24), enz. De
hoogste startwaarde is 505.
Het toestel met DMX-sturing instellen:
1.
Druk op MENU tot <4-CH> (voor de 4-kanaalsmodus) of <8-CH> (voor de 8-kanaalsmodus) op de display
verschijnt en druk op ENTER.
2.
Gebruik UP en DOWN om het DMX-adres (d--1 tot d512) in te stellen en druk op ENTER.
DMX-waarden per kanaal
4-kanaalsmodus:
Kanaal
Van
Tot
Omschrijving
1
0
255
Rood 0–100 %
2
0
255
Groen 0–100 %
3
0
255
Blauw 0–100 %
4
0
255
Amber 0–100 %
8-kanaalsmodus:
Kanaal
Van
Tot
Omschrijving
1
0
255
Rood 0–100 %
2
0
255
Groen 0–100 %
3
0
255
Blauw 0–100 %
4
0
255
Amber 0–100 %
5
0
15
Geen functie
16
255
Voorgeprogrammeerde, vaste kleuren selecteren
6
0
15
Geen functie (als kanaal 7 ≤ 31)
16
255
Stroboscoop van traag naar snel (als kanaal 7 ≤ 31)
0
255
Programmasnelheid van traag naar snel (als kanaal 7 32–223 is).
7
0
31
Geen functie
32
63
Pulserend effect 0-100 %
64
95
Pulserend effect 100-0 %
96
127
Pulserend effect 100-0-100 %
128
159
Kleurovergang
160
191
Kleurwissel: 4 kleuren
192
223
Kleurwissel: 15 kleuren
224
255
Muziekgestuurde modus
8
0
255
Master-dimmer 0–100 %
12.
Reiniging en onderhoud
Alle gebruikte schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen geen sporen van roest vertonen.
De behuizing, de lenzen, de montagebeugels en de montageplaats (bv. het plafond of het gebinte) mogen
niet vervormd zijn of aangepast worden (geen extra gaten in montagebeugels boren, aansluitingen niet
verplaatsen, enz.).
Mechanisch bewegende delen mogen geen sporen van slijtage vertonen en mogen niet onregelmatig
bewegen.
De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel onderhouden door een geschoolde
technicus.
Trek de stekker uit het stopcontact voor u aan onderhoudswerkzaamheden begint. Laat het toestel
afkoelen.