Nederlands 71
4.6. Pauze
Deze functie wordt niet vaak gebruikt en kan alleen nodig zijn bij speciale gelegenheden.
Wanneer
u belt met de handset uit de houder of wanneer u voorbelt, drukt u op de toets
»REDIAL/P« om een pauze in te lassen in de cijferreeks. Op het display verschijnt de
letter „P“ in de rij met ingevoerde cijfers, Bij het kiezen van de combinatie zal de lijn tij
-
dens het kiezen een pauze van 3,6 seconden inlassen.
Opmerking: De 3,6 seconden pauze kan ook worden opgeslagen in een telefoonboe
-
knummer of in het geheugen van de sneltoetsen 1 en 2.
4.7. Flashtijdfunctie
Deze functie wordt niet vaak gebruikt en kan alleen nodig zijn bij speciale gelegenheden.
In het geval dat de telefoon wordt gebruikt binnen een PABX (multi-client telefoonsys
-
teem), kan het nodig zijn om flashtijd in te voegen voor een aantal speciale functies.
Druk in de haakmodus op de »FLASH«-toets om de flashtijd in te voegen. De lengte van
de flashtijd kan in het menu worden gewijzigd. Lees 7.9. „Flashtijd instellen“.
4.8. Volume van het hoorn aanpassen
Tijdens een telefoongesprek kan het volume van de handset worden aangepast met
de toetsen
-OP en
-NEER. »
« betekent het verhogen van het volume en »
«
verlaagt het volume.
4.9. Handenvrij volume aanpassen
Het volume van een handsfree gesprek kan ook worden aangepast met de knoppen
-OP en
-NEER. Door op »
« te drukken wordt het volume verhoogd en door op
»
« te drukken wordt het volume verlaagd.
4.10. Volume van de beltoon aanpassen
De
volumeregelaar voor het belsignaal bevindt zich aan de achterzijde van de telefoon.
Er zijn 3 selecteerbare volumeniveaus, gemarkeerd met belsymbolen: laag, midden en
hoog. Het beltoonvolume kan overeenkomstig worden ingesteld.