25
De motorolie peilen
1. Plaats de sneeuwblazer op een horizontaal oppervlak.
2. Maak rondom de peilstok schoon.
OPMERKING
: De plaats van de peilstok kan variëren
afhankelijk van het type motor.
3. Verwijder ofwel de aan de zijkant gemonteerde vul-
dop met peilstok of de aan de bovenkant geplaatste
peilstok (1) en veeg deze schoon.
Controllo del livello dell’olio
motore
1. Portare il lancianeve su una super
fi
cie piana.
2. Pulire attorno all’astina di livello.
NOTA
: La posizione dell’astina di livello può variare in
base al tipo di motore.
3. Rimuovere l’astina di livello del tappo di rifornimento
laterale o l’astina di livello superiore (1) e pulirla.
4. Plaats de peilstok terug in de vulopening en draai hem
rechtsom totdat hij volledig op zijn plaats zit. Verwijder
vervolgens de peilstok door deze linksom te draaien.
5. Vul de machine met de aanbevolen olie tot het niveau
"FULL" op de peilstok.
6. Draai de olievuldop/peilstok goed vast.
OPMERKING
: De machine met te weinig olie laten
draaien kan motorschade tot gevolg hebben. Controleer
altijd het oliepeil alvorens de motor te starten.
OPMERKING
: De machine met te veel olie laten
draaien kan motorschade tot gevolg hebben en leiden
tot overtollige rookontwikkeling uit de uitlaat. Controleer
altijd het oliepeil alvorens de motor te starten.
4. Inserire l’astina nel bocchettone di rifornimento ed
avvitare a fondo in senso orario. Svitare in senso
antiorario per estrarre l'astina.
5. Rabboccare con l’olio raccomandato
fi
no al livello
“FULL” sull’astina.
6. Avvitare saldamente il tappo di rifornimento/l’astina
di livello dell’olio.
NOTA
: Se azionato con un basso livello d’olio, il motore
può danneggiarsi. Controllare sempre l’olio del motore
prima di avviare la macchina.
NOTA
: Se azionato con una quantità eccessiva d’olio,
il motore può danneggiarsi e produrre una quantità
maggiore di gas di scarico. Controllare sempre il livello
dell’olio del motore prima di avviare la macchina.
1
1
1
1
1
1