NL
NEDERLANDS
57
DE TRANSMISSIEMOTOR MONTEREN
Verbind de motor (1) met de transmissie (2) en bevestig
hem met de schroeven (3) (zie afbeelding 2).
Controleer of de as en de transmissiebuis correct
zijn aangebracht.
GASKABEL EN ELEKTRISCHE DRADEN MONTEREN
Afb. 3
- Breng de gaskabel (A) aan in de spanner (B). Controleer
of de kabelhuls (C) tegen de binnenkant van de spanner
(B) steunt. Verzeker u ervan dat de gashendel niet in de
halfopen stand geblokkeerd wordt en haak het einde van
de draad in de klem (E). Stel de kabelspanning (A) af
door de contramoer (D) los te draaien. Draai vervolgens
aan de spanner (B) tot u de juiste spanning gevonden
heeft en draai de contramoer (D) aan. De gashendel heeft
een speling van ongeveer 2mm voordat de hendel van de
carburator (E) verplaatst wordt als de afstelling correct is.
- Sluit de elektrische kabels aan (F - G) Afb. 3
MONTAGE HANDGREEP (L) AFB.4 / STUURHELFT
Afb. 10
Afb. 4-Verwijder de schroeven (1) en open de handgreep
om hem op de buis (3) te schuiven. Zet de handgreep
vervolgens vast met behulp van de schroeven (1) en de
moeren (4).
Monteer de veiligheidsbalk (5) op zijn plaats en zet hem
vast met de schroef (6) en de moer (7).
Afb. 10-Monteer de 2 stuurhelften (A-B) op de steun (D).
Controleer of de uiteinden in de gleuf (C) geplaatst zijn
(zie de pijl). Zet de stuurhelften vast met behulp van het
kapje (E), de schroeven (F) en de moeren (G).
De stand van de handgreep kan naar wens van de operator
worden afgesteld.
MONTAGE DRAADMESJE Afb. 5
In de afbeelding 5 wordt met de letter A de correcte
stand van de draadmesje aangegeven.
Maak gebruik van de bijgesloten schroeven en moeren:
2 inbusschroeven M5 x 14
2 zelfborgende moeren M5
2 ringen M5
DE BEVEILIGING MONTEREN Afb. 6
Bevestig het plaatje (6) met de schroef (1) op de haakse
overbrenging (5). Bevestig de beveiliging (8) op de
transmissiebuis (4) en zet hem met het plaatje (6), de
schroef (2), de ring (3) en de moer (7) vast.
BELANGRIJK: Controleer of het plaatje (6)
met de schroef (1) op de haakse overbrenging (5)
bevestigd is. Wegens veiligheidsredenen kunt u de
zaagmessen uitsluitend met de bijgesloten beveiliging
gebruiken. Wijzig om geen enkele reden de stand van het
snijmiddel.
DE MES EN DE KOP MET NYLON DRAAD MONTEREN
Afb. 7-8-9
- Afb. 7 Draai de moer (1) rechtsom los. Verwijder het
kapje (2) (als de flens (3) geen moerbescherming heeft)
en de flens (3).
Monteer het mes (4) volgens de aanwijzingen van (Afb.
8).
5. MONTAGE
- Controleer of de bovenste flens (5) correct aangebracht
is. Monteer het mes en controleer of deze op de flens (5)
gecentreerd is. Controleer of het mes in de juiste richting
draait (aangegeven met tekst of een pijl naar boven gericht
als u de machine in de werkstand houdt).
- Monteer de onderste flens (3), het beschermkapje(2)
(als de onderste flens geen moerbescherming heeft) en
draai de moer (1) linksom met 3,0 Kgm (30 Nm) vast.
- Draai het mes tot de opening van de bovenste flens ter
hoogte van de opening op de haakse overbrenging geplaatst
is om de moer (1) vast te kunnen zetten. Steek vervolgens
de bijgesloten inbussleutel (4mm) in de opening. (Afb. 8)
- Monteer de kop met nylondraden door de aangegeven
volgorde in acht te nemen: bovenste flens, kop met
nylondraden. (Afb. 9)
Zet de flens vast door de inbussleutel (4 mm) in
de opening 3 van de haakse overbrenging te steken
en vervolgens linksom te draaien. Maak ten gunste van
uw veiligheid gebruik van originele messen.
DE ACCESSOIRES (A - B - C) OP DE MACHINES
MONTEREN Afb.26
- Draai de hendel linksom los (1)
- Breng de buis (2) tot aan het merkstreepje (3) ongeveer
40 mm in de mof aan en houd het pinnetje (7) naar boven
gericht. Draai het hulpmiddel een beetje naar rechts en
naar links tot u het hulpmiddel/de buis correct aangebracht
heeft om de montage van de as (5) op de mof van de as
(6) te bevorderen.
- Draai het hulpmiddel in de werkstand en zet hem met de
hendel (1) vast. Om de veiligheid van de operator te
bevorderen is in de buis (2) een opening aangebracht waar
u het pinnetje 7 in aanbrengt.
HET VERLENGSTUK (op aanvraag leverbaar en
UITSLUITEND VOOR DE ACCESSOIRES A - B- C) MONTEREN
Verlengstuk - machine koppelen afb.27:
- Draai de hendel linksom los (1).
- Steek de buis (2) van het verlengstuk ongeveer 40 mm
tot aan het merkstreepje (3) in de mof (4) en houd het
pinnetje 12 naar boven gericht. Draai de mof (10) in de
stand van mof (4) en zet hem met de hendel (1) vast.
Om de veiligheid van de operator te bevorderen is in de
buizen 2 en 8 een opening aangebracht waar u het pinnetje
12 in aanbrengt.
Accessoire - verlengstuk koppelen afb.27:
- Draai de hendel linksom los (7)
- Steek de buis (8) van het accessoire 40 mm tot het
merkstreepje (9) in de mof (10). Draai het hulpmiddel een
beetje naar rechts en naar links tot u het hulpmiddel/de
buis correct aangebracht heeft om de montage van de as
(11) te bevorderen.
LET OP: Raadpleeg de bijgesloten handleiding
van de accessoires A- B - C voor het gebruik
ervan.
U kunt de machine niet meer dan 1500mm verlengen
(uitsluitend met de accessoires A - B en C). Een
grotere verlenging is gevaarlijk. U kunt uitsluitend
een verlengstuk van 750mm of 1500mm per keer
gebruiken.
OP AANVRAAG LEVERBARE ACCESSOIRES (Model
MUL).
A - SNOEISCHAAR MET GEBOGEN SNOEIKOP 35°
B - HEGGENSCHAAR
C - SNOEISCHAAR MET RECHTE KOP
Summary of Contents for 24 B
Page 2: ...2 FIG 8 FIG 9 FIG 10 FIG 13 FIG 14 FIG 15 ...
Page 3: ...3 FIG 16 FIG 17 FIG 18 FIG 19 FIG 20 FIG 21 FIG 22 FIG 23 FIG 24 FIG 25 FIG 26 FIG 27 ...
Page 75: ...75 POLSKA PL NOTE NOTES ...
Page 76: ......
Page 77: ......
Page 78: ......
Page 79: ......