Gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe Scooter. De informatie in deze handleiding zal u helpen de scooter beter te bedienen en te onderhouden.
Lees deze instructies VÒÒR de eerste inbedrijfstelling HELEMAAL door. Voor uw eerste rijverzoeken met de iconBIT Smart scooter raden wij u aan een persoon te raadple-
gen die hulp kan bieden tijdens de eerste experimenten . Een tweede persoon kan actief helpen en zo ervoor zorgen dat u veilig en snel aan het nieuwe rijgevoel went.
Veel plezier met het besturen van uw iconBIT Smart Scooter!
BELANGRIJKE INFORMATIE: Onjuist gebruik van de iconBIT Smart Scooter en / of niet-naleving van de instructies die in deze handleiding worden beschreven, kan leiden
tot ernstig lichamelijk letsel.
Dit apparaat is momenteel niet op de openbare weg toegelaten, het mag enkel op private grond gebruilkt worden Belgie: Volgens de Belgische wetgeving is dit apparaat
een "gemotoriseerd voortbewegingstoestel", het mag op de openbare weg enkel gebruikt worden als u verzekert bent en als u volgende regels navolgt: De gebruikers
van voortbewegingstoestellen volgen de regels van toepassing voor de voetgangers wanneer zij niet sneller dan stapvoets rijden en de regels van toepassing voor de
fietsers wanneer zij sneller dan stapvoets rijden.
VERDERE INFORMATIE KAN U BIJ DE LOKALE POLITIE BEKOMEN
1. Productoverzicht
1.1. Algemene informatie
De iconBIT Smart scooter is een intuïtieve, technologisch geavanceerde transportoplossing dat de gebruiker een nieuwe manier van mobiliteit mogelijk maakt. Volgens
het principe van dynamische zelfbalancering wordt het zwaartepunt van het lichaam met behulp van gyroscoop en versnellingsmeters berekend. Gebruik makend van
de nieuwste technologieën en productieprocessen ondergaat de Smart scooter strenge tests om de kwaliteit en duurzaamheid te garanderen. Efficiënt, licht van gewicht,
eenvoudige bediening en een lage CO2-balans stond voor ons in tijdens het ontwikkelen steeds op de voorgrond.
1.2. Wat u moet weten over uw iconBIT Smart Scooter
Lees, voordat u voor het eerst uw scooter gebruikt, de handleiding grondig en leer de basisprincipes om uw veiligheid en die van anderen te garanderen. Het wordt sterk
aanbevolen uw eerste verzoeken met de scooter in het bijzijn van een persoon uit te voeren die u kan helpen bij het vinden van uw evenwicht. Zodra u uw zwaartepunt in balans
houdt, kunt u op de scooter staan zonder te bewegen, vergelijkbaar met op de grond staan. Het belangrijkste hierbij is te blijven ontspannen en zelfvertrouwen te vinden. De
scooter is zeer intuïtief en detecteert de geringste beweging, dus het vinden van uw balans is de sleutel. Stap snel op op de scooter, vol vertrouwen, en gelijkmatig, maar vergeet
niet om uw lichaam stil te houden. Probeer niet met de armen te zwaaien, leun niet te ver naar voren en / of achteruit, en vermijd ongelijkmatig opstappen, want dit zal ertoe
leiden dat u de controle verliest en uw kans op letsel verhoogt. Volg de gedetailleerde aanwijzingen beschreven in de handleiding in paragraaf 3 onder Werkingsprincipes.
1.3. WAARSCHUWING
Het negeren van de in de gebruikershandleiding vermelde algemene instructies en veiligheidsvoorschriften, kan leiden tot schade aan uw scooter, andere materiële
schade, ernstig lichamelijk letsel en zelfs de dood.
2. Productbeschrijving
2.1. Beschrijving van de scooter
De scooter heeft twee wielen die de gebruiker balanceren en vervoeren met behulp van de batterij aangedreven borstelloze motoren. De scooter maakt gebruik van
digitale gyroscoop modules en versnellingssensoren om het zwaartepunt van de gebruiker te berekenen en het apparaat dienovereenkomstig te bewegen. De scooter
kan vooruit en achteruit rijden, in beide richtingen draaien of ter plaatse draaien. Dank de compacte afmetingen en de nul graden draaicirkel kunt u uw scooter zowel
binnen als buiten genieten.
2.2. Beschrijving van de scooter onderdelen
1. Spatborden
2. Voetsteun en sensoren
3. Statusindicatoren
4. Motor en banden
5. LED-verlichting
6. Bescherming bodemplaat
Nederlands 10 / 12
3. Werkingsprincipes
3.1. Hoe de iconBIT SMART SCOOTER werkt
De iconBIT SMART SCOOTER maakt gebruik van digitale elektronische gyroscopen en versnelling sensoren om de balans en beweging, afhankelijk van het zwaartepunt
van de gebruiker, intelligent te controleren. De iconBIT SMART SCOOTER gebruikt ook een intelligent besturings-systeem om de borstelloze motoren, die zich binnen de
wielen bevinden, aan te drijven. De iconBIT SMART SCOOTER heeft een ingebouwde dynamische traagheidsstabilisering dat helpt de balans te behouden tijdens het
vooruit en achteruit bewegen, maar niet tijdens het draaien.
TIP - Om uw stabiliteit te verhogen, moet u uw gewicht in de bochten verplaatsen om de middelpuntvliedende kracht te overwinnen, bijzonders tijdens het uitvoeren
van een bocht bij hogere snelheden.
3.2. LEES de volgende instructies
Stap 1:
Aan de slag - Neem uw iconBIT SMART SCOOTER uit de doos en leg hem plat
op de vloer. Houd de aan-uitknop, gelegen aan de voorkant van de scooter,
naast de 3-pin opladeraansluiting, gedurende enkele seconden gedrukt.
Stap 2:
Controleer de statusindicatoren (bovenaan in het midden van uw iconBIT SMART
SCOOTER). De iconBIT SMART SCOOTER start op en piept waardoor hij aangeeft
dat hij aan staat. De batterij-indicator licht op, wat aangeeft dat het
apparaat onder spanning staat.
A.
Batterij-indicator
:
Een constant oplichtend LED-lampje geeft aan dat de
iconBIT SMART SCOOTER wordt opgeladen. Wanneer de resterende accu minder
dan 10% is, geeft een zoemer alarm om aan te geven dat het apparaat moet
worden opgeladen.
B.
Bereid-Indicator
:
Wanneer de bestuurder op de rubberen voetmatten
staat, zal de bereid-indicator LED oplichten, wat betekent dat het systeem
rijklaar is. Wanneer het systeem een fout vaststelt, zal de bereid-indicator
LED rood oplichten en u hoort een geluidssignaal als waarschuwing.
Stap 3:
Het opladen van uw iconBIT SMART SCOOTER - Zorg dat de iconBIT SMART
SCOOTER volledig is opgeladen voordat u hem voor het eerst gebruikt. Voor
instructies i.v.m. het opladen, volgt u de aanwijzingen in hoofdstuk 8 onder
"Het opladen van de scooter".
Stap 4:
Veiligheidsuitrusting - Draag altijd aangepaste veiligheidsuitrusting, inclusief,
maar niet beperkt tot een helm, kniebeschermers, elleboogbeschermers, en
pols beschermers.
Stap 5:
Het opstappen - Sta direct achter uw iconBIT SMART SCOOTER. Plaats één voet
op de rubbermatten van de iconBIT SMART SCOOTER Houd al uw gewicht op
uw achterste voet die nog steeds op de grond staat, anders zal het apparaat
beginnen te bewegen, waardoor het moeilijk wordt om met uw andere voet
op te stappen.
Als u klaar bent, verplaatst u uw gewicht naar de voet die al op het apparaat
staat en stapt u met uw tweede voet snel en gelijkmatig op (zoals beschre-
ven in het schema hieronder).
TIP - Blijf ontspannen en stap snel, zelfbewust en gelijkmatig op. Een beetje
zoals bij het beklimmen van een trap, eerst één voet, dan de andere. Zodra uw
voeten gelijkmatig geplaatst zijn, probeert u op te kijken. Nadat u op het
apparaat staat zal het systeem een paar seconden nodig hebben om het
zwaartepunt aan te passen aan uw gewicht en frictie van de weg.
Stap 6:
In balans blijven - uw zwaartepunt vinden. Als uw gewicht correct is verdeeld
op de voetmatten, en u uw zwaartepunt gevonden heeft, moet u in staat zijn
op uw scooter te staan, net alsof u op de grond staat. Zo niet, dan voelt het
zich aan alsof u beweegt in een bepaalde richting, draait, ter plaatse roteert,
heen en weer wiebelt, of gewoon oncomfortabel met het apparaat bent.
NB - Gemiddeld duurt het 3-5 minuten om comfortabel op de scooter te staan
en daarbij de juiste balans te vinden. Een helpende persoon in de buurt zal u
helpen u zekerder te voelen. De scooter is een ongelooflijk intuïtief apparaat;
hij voelt zelfs de geringste beweging, dus met enige angst of voorbehoud op
het apparaat stappen kan ertoe leiden dat u in paniek raakt en onnatuurlijke
bewegingen maakt. De beste manier om deze aanvankelijke angst te
overwinnen is iemand in de buurt die een helpende hand kan geven.
TIP - Blijf relaxed, sta gelijkmatig en breng een gelijke hoeveelheid druk aan
beide zijden van het apparaat. Blijf zoe goed mogelijk ontspannen. Lichtjes
door de knieën buigen kan ook helpen. Zodra u beweegloos ter plaatse kan
staan, bent u klaar voor de volgende stap.
Als u begint te draaien in een bepaalde richting, richt dan uw aandacht op
het draaien in de tegengestelde richting, zodat het draaien stopt.
Wanneer u voor het eerst begint met het gebruik van uw scooter, is de
snelste manier om te bewegen in de gewenste richting, zich op die richting
te concentreren. U zult merken dat, door gewoon te denken in welke
richting u wilt gaan, uw zwaartepunt zal verschuiven, en deze subtiele
beweging u in die richting zal voortbewegen.
Stap 7:
Het rijden met de scooter - Rekening houdend met wat we geleerd hebben
in stap 6, gelden de volgende algemene beginselen betreffende de werking
van uw scooter.
Te zien in het diagram hierboven, bepaalt uw zwaartepunt niet enkel in
welke richting u beweegt, maar ook dat u versnelt, vertraagt, en volledige
tot stilstand komt.
TIP - Probeer ontspant te blijven en concentreer u op het vinden van uw
zwaartepunt om volledige controle te behouden. Verplaats uw zwaartepunt
in de richting waar u heen wilt. Om te draaien, focuseert u zich op de richting
waar u heen wilt draaien en blijft daarbij ontspannen. Om zo comfortabeler
u zich voelt op de scooter, om zo makkelijker kan u manoeuvreren. Denk
eraan dat bij hogere snelheden het noodzakelijk is uw gewicht te
verschuiven om de centrifugale kracht te overwinnen. Buig door de knieën
om over hobbels of oneffen wegen te rijden.
Stap 8:
Afstappen - Afstappen van de scooter is een van de gemakkelijkste procedures,
maar als u het verkeerd doet, kan dit ertoe leiden dat u ten val komt. Om goed
af te stappen, uit een gestopte positie, tilt u één been omhoog en zet u uw
voet weer op de grond (RUGWAARTS STAPPEN). Stap dan volledig af.
NB - Een veel voorkomende fout is te proberen voorwaarts af te stappen.
TIP - zorg ervoor uw been volledig van het apparaat te tillen wanneer u een
stap terug zet, anders kan het gebeuren dat het in een spiraal begint te
draaien.
4. SCOOTER VEILIGHEIDSVOORZORGSMAATREGELEN - LEZEN ABSOLUUT NOODZAKELIJK
EEN VAN DE VOLGENDE VEILIGHEIDSMAATREGELEN NIET NALEVEN MAG EN KAN LEIDEN TOT BESCHADIGING VAN UW SCOOTER, VERLIES VAN GARANTIE, SCHADE
AAN EIGENDOMMEN EN ERNSTIG LICHAMELIJK LETSEL EN / OF ZELFS DE DOOD VEROORZAKEN.
1. Draag de nodige veiligheids- en beschermende uitrusting, zoals eerder in de handleiding (hoofdstuk 3) genoemd voordat u de scooter in bedrijf neemt.
2. Draag comfortabele kleding en platte gesloten schoenen bij het bedienen van uw scooter.
3. Gelieve zorgvuldig de handleiding te lezen, deze helpt bij het verklaren van de fundamentele werkingsprincipes en geeft tips over hoe u het meeste van uw scooter geniet.
4. Voordat u op de scooter stapt: zorg ervoor dat het plat op een vlakke ondergrond geplaatst is, de stroom ingeschakeld is, en de bereid-indicator LED groen is. Stap niet
op als de bereid-indicator rood is.
5. Probeer uw scooter niet te openen of te modificeren, omdat u dan de garantie verliest en ook storingen kan veroorzaken aan het apparaat welke tot ernstig lichamelijk
letsel of de dood leiden kunnen.
6. Gebruik de scooter niet om uzelf of iemand anders en hun eigendommen in gevaar brengen.
7. Gebruik de scooter niet terwijl u onder de invloed van drugs en / of alcohol bent.
8. Gebruik de scooter niet als u rusteloos of slaperig bent.
9. Gebruik uw verstand om gevaarlijke situaties met uw scooter te vermijden.
10. Rijd niet met de scooter van stoepranden en hellingen, en probeer niet met de scooter in een skatepark, een leeg zwembad, of op enigerlei wijze vergelijkbaar met
een skateboard te rijden. De scooter is GEEN skateboard.
11. Maak geen scherpe bochten, vooral niet bij hoge snelheid.
12. Niet continu ter plaatse draaien, dit zal leiden tot duizeligheid en u zal vallen en uzelf verwonden.
13. Maak geen misbruik van uw scooter, dit kan het toestel beschadigen en storingen veroorzaken aan het besturingssysteem waardoor letsel kan ontstaan.
14. Rijd niet in of in de buurt van plassen water, modder, zand, stenen, grind, puin of in de buurt van ruw en ruig terrein.
15. De scooter kan worden gebruikt op verharde wegen die vlak en even zijn. Als u oneven bestrating tegenkomt, til dan uw scooter op en langs de obstructie.
16. Rijd niet bij slecht weer: sneeuw, regen, hagel, gladde of ijzige wegen of in extreme hitte.
17. Rijd niet in of in de buurt van zwembaden of andere grote wateren.
18. Voor hobbelig of oneffen wegdek- Buig uw knieën tijdens het rijden op hobbelige of oneffen wegdek om de schokken en trillingen te absorberen en uw evenwicht te bewaren.
Als u niet zeker weet of u veilig kunt rijden op een specifiek terrein, stap af en draag uw scooter. Neem ALTIJD het zekere voor het onzekere.
19. Probeer niet te rijden over hobbels of objecten groter dan 1,5 cm, zelfs wanneer u voorbereid bent en uw knieën buigt.
20. WEES AANDACHTIG- kijk waar u rijdt en neem kennis van de toestand van de wegen, mensen, plaatsen, onroerend goed en objecten om u heen.
21. Gebruik de scooter niet op drukke plaatsen.
22. Gebruik uw scooter met uiterste voorzichtigheid binnenshuis, vooral rond mensen, voorwerpen, en smalle ruimten zoals deuropeningen en andere kleine ruimtes.
23. Gebruik uw scooter te allen tijde met extreme voorzichtigheid in de buurt van personen en voorwerpen.
24. Gebruik de scooter tijdens het telefoneren, sms'en, of kijken naar je telefoon.
25. Niet rijden met uw scooter waar het niet is toegestaan.
26. Rijd niet niet uw scooter in de buurt van auto's of op de openbare weg.
27. Gebruik uw scooter niet om steile heuvels op of af te rijden.
28. De scooter is bedoeld voor gebruik door één persoon, NIET proberen om de scooter te gebruiken met twee of meer mensen.
29. Draag niets tijdens het rijden met de scooter.
30. Personen met een gebrek aan evenwicht moeten niet proberen om de scooter te bedienen.
31. Vrouwen die zwanger zijn of die misschien zwanger worden mogen de scooter niet bedienen.
32. Jonge kinderen en ouderen mogen de scooter niet bedienen zonder een grondige briefing of ouderlijk toezicht.
33. Houd, bij hogere snelheden, altijd rekening met een langere remweg.
34. STAP NOOIT voorwaarts af van uw scooter.
35. Probeer niet op of af uw scooter te springen.
36. Probeer geen stunts en trucs met uw scooter.
37. Rijd niet met de scooter in donkere of slecht verlichte gebieden.
38. Rijd niet met de scooter in de buurt van of boven kuilen, scheuren of oneffen wegdek.
39. Gebruik uw scooter nooit off-road.
40. Houd in gedachten dat u 11cm hoger bent bij het gebruik van de scooter. Zorg ervoor dat u veilig door deuropeningen kan.
41. Overschrijd of onderschrijd het maximale of minimale gewicht nooit.
42. Ga niet op de spatborden van de scooter staan.
43. Vermijd het besturen van de scooter in onveilige plekken, zoals in de buurt van gebieden met een brandbaar gas, stoom, vloeistof, stof, vezels, of andere stoffen die
brand en explosie kunnen veroorzaken.
44. Volg alle lokale, federale en staatswetten in uw jurisdictie betreffende het gebruik van de scooter of soortgelijke producten.
45. Gebruik uw scooter veilig en verantwoord.
Als u nog vragen en / of opmerkingen heeft, of als u meer informatie wilt over de veiligheidstips, neem dan gerust contact op met het scooter-team en bezoek onze website voor meer
informatie en tips over hoe u het best van uw scooter kan genieten.
5. Gewicht en snelheidsbeperkingen
LET OP - Snelheid en gewichtslimitaties worden geplaatst voor uw eigen veiligheid. Gelieve de limitaties in de handleiding niet te overschrijden.
5.1. Gewichtsbeperkingen
Maximaal gewicht: 110 kg.
Minimum Gewicht: 20 kg.
5.2. Snelheidsbeperkingen
Maximumsnelheid in Standard Operating Mode: 15 km / h.
Wanneer de scooter de maximale snelheid nadert, zal deze een alarmsignaal uitgeven. Bij hogere snelheden zal de scooter moeilijker te controleren zijn. U dient te
vertragen wanneer u het alarm hoort.
6. Actieradius
Opgelet: de scooter kan met een volledig opgeladen batterij onder ideale omstandigheden een afstand van 10-20 km afleggen.
De volgende factoren zijn enkele van de belangrijkste die invloed op de actieradius van uw scooter hebben.
Terrein:
Een gladde, vlakke ondergrond zal uw actieradius verhogen, terwijl het bergop rijden, evenals ruw of oneffen terrein de afstand aanzienlijk zal verkleinen.
Gewicht:
Het gewicht van de gebruiker kan invloed hebben op de actieradius, een lichtere gebruiker zal verder kunnen rijden dan een zwaardere gebruiker.
Omgevingstemperatuur:
Gelieve de scooter te rijden en op te bergen binnen de aanbevolen temperaturen, daardoor bereikt u een hogere actieradius, een langere
levensduur van de batterij en algeheel betere prestaties van uw scooter.
Onderhoud:
regelmatig en behoedzaam de batterij opladen zal de actieradius doen toenemen. Overladen van de batterij kan de actieradius verminderen.
Snelheid en rijstijl:
Het handhaven van een gematigde snelheid zal de afstand vergroten, terwijl rijden met hoge snelheden voor langere tijd, vaak accelereren, stoppen,
stationair draaien, versnellen en vertragen de actieradius zal verminderen.
7. Batterijgegevens en specificaties
Deze sectie bevat basisinformatie over uw batterij en de oplader. Lees dit gedeelte zorgvuldig door. Volg deze instructies om de levensduur van de batterij te verlengen
alsook de veiligheid van de gebruiker en de prestaties van de batterij te verbeteren. Batterijvermogen Wanneer de batterij-indicator LED knippert is de accucapaciteit van
de scooter bij minder dan 10%. Stop dan het gebruik van uw scooter en laad de accu 2-3 uur gebruik makend van de oplader die u in uw scooter pakket ontvangen heeft.
Om uw batterij volledig op te laden volgt u de instructies onder opladen van uw scooter.
Batterij specificaties
BATTERIJ WAARSCHUWING
Niet naleven van de veiligheidsvoorschriften die in de Batterij Waarschuwing vermeld zijn, kan leiden tot ernstig
lichamelijk letsel en de dood. Haal onmiddellijk medische hulp als u wordt blootgesteld aan een stof die uit de batterij
lekt. Probeer de batterij niet te wijzigen, te modificeren of te vervangen. Gebruik uw scooter niet als de accu begint
geur uit te stoten, oververhit raakt, of begint te lekken. Eventueel lekkende materialen niet aanraken, of uitgestoten
rook niet inademen. Sta niet toe dat kinderen en dieren de batterij aanraken. De batterij bevat gevaarlijke stoffen, de
batterij niet te openen, en ook niets in de batterij invoeren. Gebruik alleen de lader die met de scooter meegeleverd is.
Probeer niet om de scooter op te laden als de batterij is ontladen of (vloei)stoffen uitgestoten heeft. In dat geval moet
de batterij voor de veiligheid worden vervangen. Volg alle lokale, provinciale en federale wetten met betrekking tot
recycling, de behandeling en de verwijdering van Lithium Ion accu's. De scooter mag alleen in de originele verpakking
worden verzonden. De scooterverpakking niet weggooien, eventueel heeft u deze voor toekomstig gebruik nodig.
8. Het opladen van de scooter
Stap 1:
Zorg dat de opladeraansluiting schoon en droog is. Zorg ervoor dat er geen stof, vuil of puin in de opladeraansluiting steekt.
Stap 2:
Verbind de kabel met de stroomvoorziening (100V ~ 240V, 50, 60 Hz), steek vervolgens de oplader in het stopcontact, verzeker u ervan dat het lampje aan de oplader GROEN brandt.
Stap 3:
Sluit de laadkabel aan de opladeraansluiting van de scooter aan. Het lampje aan de oplader moet veranderen naar rood, wat aangeeft dat de scooter nu wordt opgeladen.
Als het rode lampje op de oplader naar groen verandert, dan is uw scooter volledig opgeladen. Een volledige oplading duurt meestal 2-3 uur.
Stap 4:
Neem de stekkers van de oplader uit de scooter en uit het stopcontact.
Belangrijke opmerkingen over het opladen
Als het groene lampje van de oplader niet rood is als u hem aansluit aan uw scooter, kan dit betekenen dat u de kabels dient te controleren om ervoor te zorgen dat u
een goede verbinding heeft, of dat uw scooter al volledig is opgeladen. Druk en houd de knop naast opladeraansluitingpoort gedrukt om de status van de batterij in het
display te controleren.
De batterij niet overladen, omdat dit de levensduur van de batterij beïnvloeden kan.
De beste oplaadtemperatuur ligt tussen 0
~ 40
. Extreme koude en extreme hitte zal verhinderen dat de batterij volledig opgeladen wordt.
Zorg ervoor dat u uw oplader uit het stopcontact haalt voor u zich op de scooter stelt of tijdens het gebruik van uw scooter, want dit kan erg gevaarlijk zijn.
Gebruik alleen de oplader die u met de scooter heeft ontvangen.
Als de scooter is ingeschakeld wanneer u de stekker invoert, zal de batterij-indicator beginnen te knipperen, als de scooter is uitge-schakeld wanneer u de stekker invoert,
zal de batterij-indicator niet knipperen.
OPMERKING- Alleen het lampje op de oplader zal u de status van de batterij tijdens het opladen weergeven.
9. Veiligheidswaarschuwingen
Indien er tijdens het gebruik een systeemfout voorkomt of er een verkeerd manoeuver uitgevoerd wordt met de scooter, kan het systeem niet in zelfbalancering modus
opereren, waarna het systeem de gebruiker op verschillende manieren zal informeren. U zal zien dat de bereid-indicator-LED rood wordt en u zal een pieptoon horen die
u waarschuwt om voorzorgsmaatregelen te nemen en het gebruik te stoppen. Volgende zijn een paar algemene gebeurtenissen waar u de veiligheidswaarschuwingen
zal horen; Deze waarschuwingen mogen niet worden genegeerd, eerder moeten passende maatregelen worden genomen om eventuele verkeerd gebruik, storingen of
fouten te corrigeren.
Niet geschikte oppervlakken (ongelijk, te steil, onveilig, etc.).
Wanneer u op de scooter stapt, terwijl het platform naar voren of naar achteren gekanteld is met meer dan 10 graden.
Accuspanning is te laag.
Het apparaat is nog aan het opladen.
Tijdens de gebruik initieert het systeem zelf het kantelen als gevolg van te hoge snelheid.
Oververhitting, motortemperatuur is te hoog.
Het apparaat is meer dan 30 seconden heen en weer aan het schommelen.
Het systeem gaat in beschermingsmodus, de bereid-indicator zal knipperen en de zoemer zal luiden (dit gebeurt meestal wanneer de batterij aan het sterven is).
Als het apparaat meer dan 35 graden naar voor of naar achter wordt gekanteld, zal de scooter zichzelf uitschakelen.
Indien een wiel is geblokkeerd, zal de scooter stoppen na 2 seconden.
Als de batterij zodanig is uitgeput dat het niveau onder beschermingsmodus komt, zal de scooter-motor zelfstandig na 15 seconden uitschakelen.
Als een hoge ontlaadstroom tijdens het gebruik aanhoud (zoals tijdens het beklimmen van een steile helling voor een lange periode), zal de scooter-motor na 15
seconden zichzelf uitschakelen.
10. Inspectie, onderhoud en opslag
Uw scooter heeft regelmatig inspectie en onderhoud nodig. Dit hoofdstuk beschrijft onderhoudprocedures en belangrijke operationele tips.
Stel zeker dat de oplader is losgekoppeld voordat u begint de volgende handelingen uit te voeren.
Inspecteren en reinigen van uw scooter
Koppel de oplader los en schakel uw scooter uit. Controleer regelmatig de behuizing en banden van de scooter op schade of overmatige slijtage. Vermijd het gebruik van
overvloedig water of andere vloeistoffen en agressieve schoonmaakmiddelen om de scooter te reinigen. Bevochtig een schone doek met zuiver zeepwater, spoel de doek
grondig, en reinig de behuizing van de scooter, let daarbij op dat er geen water in de aan/uit-knop, opladeraansluiting, voetmatten, of banden komt.
Het opbergen van uw scooter
Zorg ervoor dat uw scooter vòòr het opbergen volledig opgeladen is. Als u uw scooter voor een langere periode opbergt, zorg ervoor dat deze volledig is opgeladen, en
laadt de scooter tenminste alle 3 maanden opnieuw volledig op. Als de omgevingstemperatuur van de opberglocatie lager is dan 0 , gelieve dan niet onmiddelijk op te
laden. U dient de scooter eerst in een warmere omgeving te brengen en te acclimatiseren voor u begint met het opladen. Kijk onder Batterijgegevens en specificaties voor
meer informatie. Verpak de scooter in de originele verpakking of wikkel hem in folie om te voorkomen dat stof indringt. Sla uw scooter binnenshuis op, in een droge
ruimte bij aangepaste temperatuur.
OPMERKING -Gebruikers die de scooter demonteren zullen hun recht op garantie verliezen.
11. Scooter specificaties
• Netto gewicht:
10 kg
• Belading:
20-110 kg
• Maximum snelheid:
15 km / h
• Actieradius:
15-20 km
• Max helling:
15 °
• Draaicirkel:
0 °
• Batterij:
Lithium-ion
•
Stroomvereisten:
AC100-240V / 50-60 Hz
• Afmetingen:
604 x 186 x 178 mm
• Bodemvrijheid:
30 mm
• Opstaphoogte:
110 mm
•
Band:
niet-pneumatische holle band
• Accuspanning:
36 V
• Batterijcapaciteit:
4,4 Ah
12. Dank
Dank u voor de aankoop van uw nieuwe scooter, en bedankt dat u zich de tijd neemt om de handleiding te lezen. We hopen dat de informatie die u verkregen heeft in
deze handleiding, u zal helpen uw scooter voor de komende jaren veilig te bedienen, te onderhouden en te genieten. Wij waarderen uw aandacht en hopen dat u uw
scooter ervaring geniet en deelt met al uw vrienden, familie en geliefden.
Bedankt en welkom op de scooter beweging!
Geniet van uw scooter!
iconBIT Team
De fabrikant behoudt zich het recht voor om deze specificaties & opties te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
Downloaded from www.vandenborre.be