40
41
Gebruikshandleiding Veiligheidstoepassing
1. Het IKAR hoogtebeveiligingsapparaat met reddingtakel type HRA conform
EN 360:2002 /EN 1496:2007 B, CSA Z259.2.2-98 Type 3 und Z359.14-2014, Type 3,
ANSI/ASSEZ359.1-2007, Z359.14-2012 is een automatische opvangtoestel , ont
worpen alsonderdeel van persoonlijke veiligheidsuitrusting tegen neerstorten met
geïntegreerdevaldempende functies (opvangtoestel en reddingtakel). Het HRA-toestel
dient incombinatie met een opvanggordel (EN 361 / EN 1497, CSA Z259.10-06, ANSI/
ASSEZ359.1-2007) ter beveiliging van personen tijdens werkzaamheden, waarbij
gevaar vanomlaag vallen bestaat. (bijv. bij werken in tanks, schachten, riooltechnische
installaties Dereddingtakel dient om in noodgevallen verongelukte personen omhoog
te takelen. Hetneertakelen van personen is tot een afstand van 2 m beperkt (afb. 1).
Het HRA-toestelmag uitsluitend conform de voorschriften worden ingezet.
2. Alvorens het toestel te gebruiken, dient de gebruikshandleiding volledig te zijn gelezen
en begrepen. Bij veronachtzaming van de gebruikshandleiding bestaat levensgevaar
(afb. 2). In het geval van een val moet worden voorkomen dat de persoon langer dan
15 minuten blijft hangen (gevaar voor shock).
3. De reddingtakel is uitsluitend toegelaten voor reddingsdoeleinden en mag niet worden
gebruikt voor het omhoog en omlaag takelen van lasten.
4. Het hoogtebeveiligingsapparaat met reddingtakel mag uitsluitend met opvanggordels
conform EN 361, EN 361/ EN 1497, CSA Z259.10-06, ANSI/ASSE Z359.1-2007 wor
dengebruikt (andere gordels etc. zijn niet toegestaan) ( Afb.3).
5. Het toestel kan slechts één persoon tegelijk beveiligen, evenwel door meerdere perso
nen na elkaar worden gebruikt (afb.4)
6. Een reddingplan, waarin alle tijdens het werk mogelijke reddingsoperaties zijn
opgenomen, dient aanwezig te zijn.
7. Tijdens de reddingsoperatie dient er permanent direct of indirect gezichts- of communi
catiecontact met de te redden persoon te bestaan.
8. Voor de inrichting moet een geschikt, aan de nationale voorschriften beantwoordend,
bevestigingspunt met voldoende draagvermogen en een min. draagvermogen van 9 kN
(Noord-Amerika 22,2 kN) worden gekozen. De bevestiging gebeurt met musketonha
kenconform EN 362:2004 / CSA Z259.12-01 / ANSI/ASSE Z359.12-2009 (musketon
hakenvoor bergbeklimmen) of aanslagmiddelen conform EN 795, waarbij het aanslag
middeldoor de beugel van het apparaat wordt getrokken, en gesloten met een beveilig
demusketonhaak (). Bij apparaten met draaiwervelophanging wordt de musketonhaak
verbonden met het aanslagpunt en de draaiwervel.
9. Het HRA-toestel dient liefst loodrecht boven het hoofd van de te beveiligen persoon
worden gepositioneerd, om bij een val slingeren (pendelen) te verhinderen (afb.6). Het
toestel moet zodanig bevestigd worden dat een aanpassing aan evt. afwijking van de
lijnof de band mogelijk blijft. Na bevestiging van het toestel in het aanslagpunt moet
hetuiteinde van het intrekbare verbindingselement (karabijnhaak) in het vangoog van d
evanggordel worden bevestigd. Bij gebruik van niet zelfvergrendelende karabijnhaken
moeten deze met een wartelmoer worden geborgd.
10. Het HRA-toestel met handzwengel mag uitsluitend als onderdeel van een opvang
systeemin combinatie met de bijbehorende houders en bevestigingsplaten van de
IKAR GmbHworden ingezet. De gebruikshandleidingen van de moeten zorgvuldig
gelezen ennageleefd worden.
11. Voorafgaand aan ieder gebruik dient de leesbaarheid van de productopschriften te
worden gecontroleerd.Voorafgaand aan ieder gebruik van het HRA-toestel altijd eerst
een visuele en een
12. werkingscontrole uitvoeren (Afb.7). Daartoe het toestel op een daarvoor geschikt
puntbevestigen: Aan de kabel trekken, daarbij moeten de klinken hoorbaar vast
klikken en hettoestel blokkeren. De lijn vasthouden en gecontroleerd in het toestel
laten lopen. Bijloslaten van de lijn kan door het snel en ongecontroleerd naar binnen
lopen letsel enschade ontstaan. De karabijnhaak op onberispelijke werking controle
ren (zelfsluitend,vergrendelbaar). Het intrekbare verbindingselement op onberispelijke
toestandcontroleren. Een HRA-toestel met een beschadigd intrekbaar verbindingsele
ment enkarabijnhaak (afb. 7a+8), bijv. geknikte lijn of gebroken/gescheurd lijnhaak mag
nietworden gebruikt.
9
NEDERLANDS
2
4
3
7a
7
6
5
8
Summary of Contents for HRA Series
Page 4: ...4 ...