MESBESCHERMER AANBRENGEN
MES
MESBESCHERMER
Mesbeschermer uiteentrekken en op het mes zetten.
Daarna de mesbeschermer weer in elkaar zetten (stif-
ten in de daarvoor bestemde gaten steken).
• De motor moet worden afgezet, wanneer het ap-
paraat van de ene naar de andere werkplek wordt
gebracht.
• Nadat de motor is afgezet, is de uitlaatdemper nog
steeds heet. Raak nooit verhitte onderdelen aan,
zoals de uitlaatdemper.
• Controleer of er geen brandstof uit de tank is gelo-
pen.
LANGERE OPSLAG
• Controleer, reinig en repareer het apparaat, indien
nodig.
• Leeg de tank.
• Start de motor – zo wordt de in de brandstofleiding
en in de carburateur aanwezige brandstof ver-
bruikt.
• Schroef de bougie eruit en doe een theelepel scho-
ne motorolie door de bougieboring in de cilinder; zet
de bougie er weer in.
• Bewaar het apparaat op een schone, droge en stof-
vrije plaats.
DEFECTEN
zoals problemen bij het starten van de
motor, onregelmatigheden tijdens het gebruik en ver-
lies van vermogen, kunnen in de regel voorkomen
worden, als de gebruiksaanwijzing in acht wordt ge-
nomen en alle onderhoudswerkzaamheden worden
uitgevoerd. Mocht de motor niet goed functioneren,
controleer dan of:
• het brandstofsysteem goed funtioneert en de motor
brandstof krijgt.
• of de ontsteking goed functioneert en de bougie
goed vonkt..
• de compressie van de motor in orde is.
MOTOR START NIET
• Voer de in de tank aanwezige brandstof af.
• Vul de tank met verse, schone brandstof.
• Controleer of het brandstoffilter goed schoon is (fil-
ter eventueel vervangen).
• Zorg ervoor dat de elementen van het luchtfilter
schoon zijn.
• Zet er een nieuwe bougie met de juiste elektroden-
afstand in.
• Mocht u ernstige problemen met het apparaat heb-
ben, probeer dan niet om het zelf te repareren maar
bied uw apparaat ter reparatie aan bij de vakman.
NL-12
AFVALVERWERKING EN MILIEUBEHEER
Restanten van kettingolie resp. van een 2-taktmengsel
nooit in de afvoer resp. in de riolering of in de grond
laten weglopen, maar volgens de milieuvoorschriften
bij het afval aanbieden, bijvoorbeeld bij een afvalver-
werkingsstation.
Wanneer uw apparaat op zeker moment niet meer
te gebruiken is of wanneer u het niet meer nodig
heeft, gooi het apparaat dan nooit weg bij het
gewone huis-, tuin- en keukenafval, maar verwijder
het overeenkomstig de milieuvoorschriften. Leeg de
olietank en de benzinetank goed en bied het restant
aan bij een afvalverzameldepot. Bied het apparaat
eveneens bij een recyclingbedrijf aan. Kunststof
onderdelen en metalen onderdelen kunnen hier
worden gescheiden en voor hergebruik geschikt
worden gemaakt. Informatie hierover kunt u ook krijgen
bij uw gemeente.