manueel starten
1) Wanneer de geselecteerde sequentie niet van
het type “+CFT” is (d.w.z. met opgeslagen meng-
tijden), dan stelt u mengtijd in met de regelaar
C.F.TIME.
2) Druk op de toets
(vooruit) of
(achteruit) om
telkens een stap door te schakelen (bij lopende
mengbeurt wordt bij de eerste keer drukken de
mengbeurt beëindigd, bij de tweede keer druk-
ken wordt de volgende stap opgeroepen).
Het weergeven onderbreken (bij tijd- of audiosturing)
1) Druk op de toets HOLD om te onderbreken.
2) Druk op de toets YES om voort te gaan of toets
NO om af te breken.
lopende sequentie door een andere sequentie ver-
vangen
1) Druk op de toets SEQUENCE.
2) Selecteer het sequentienummer met de cijfer-
toetsen [0] [1] … [6] [0].
3) Start de nieuwe sequentie met toets YES, AUDIO,
of .
Het weergeven beëindigen
1) Druk enkele keren op de toets SEQUENCE tot
de LED RUN uitgaat.
Een sequentie programmeren
1) Druk op de toets SEQUENCE: de groene LED
RUN licht op.
2) Druk op de toets STORE: de rode LED PRG licht
op.
3) Selecteer het sequentienummer met de cijfer-
toetsen [0] [1] … [6] [0].
4) Wis de reeds geprogrammeerde sequentie evt.
met de toets DELETE en bevestig met de toets
YES.
5) Selecteer het sequentietype: met mengtijd, druk
op toets YES; zonder mengtijd, druk op toets NO.
6) Voer bank [0] [1] … [2] [0] en scène [0] [1] … [1] [2]
voor de 1ste stap in.
7) Sla de scène op met de toets STORE, of druk op
de toets NO en selecteer een andere scène.
8) Stel bij het sequentietype “+CFT” met de rege-
laar C.F.TIME de mengtijd in voor deze stap, en
bevestig met de toets STORE.
9) Voer bijkomende stappen in. Beëindig daarna de
programmering met de toets SEQUENCE en
wissel naar de sequentieweergavemodus (groe-
ne LED RUN licht op), of druk opnieuw op de
toets en wissel naar de directe modus (groene
LED RUN gaat uit).
Een sequentie wijzigen
1) Druk op de toets SEQUENCE vervolgens op de
toets STORE. Selecteer het sequentienummer
met de cijfertoetsen.
2) Voeg nieuwe stappen toe: druk op de toets
.
Invoer van de scène zoals onder “Een sequentie
programmeren” vanaf bedieningsstap 6).
3) Wijzig de scène van een stap: selecteer de stap
met de toets
of
. Invoer van de nieuwe
scène zoals onder “Een sequentie programme-
ren” vanaf bedieningsstap 6).
4) Verander alleen de mengtijd van een stap (bij
sequentietype “+CFT”): selecteer de stap met de
toets
of
. Ga met de toets
naar de bijbe-
horende mengtijd. Stel met de regelaar C.F.TIME
een nieuwe mengtijd in, en bevestig met de toets
STORE.
5) Wis de sequentiestap: selecteer de stap met de
toets
of
. Druk op de toets DELETE en
bevestig met de toets YES.
6) Voeg een sequentiestap in: selecteer de stap
waarvóór een nieuwe stap moet worden inge-
voegd (
,
). Druk op de toets INSERT. Invoer
van de nieuwe scène zoals onder “Een sequentie
programmeren” vanaf bedieningsstap 6).
7) Wissel na de wijzigingen met de toets SEQUEN-
CE naar de sequentieweergavemodus (groene
LED RUN licht op), of druk opnieuw op de toets
en wissel naar de directe modus (groene LED
RUN gaat uit).
De besturingskanalen configureren
1) Roep met de toets ESC/SETUP het menu op.
– Menu-item “Output Options?” voor het wijzi-
gen van de DMX-adrestoewijzing en voor het
inverteren van DMX-waarden
– Menu-item“Control Options” voor het wijzigen
van de eigenschappen van het besturingska-
naal:
1. Master-afhankelijkheid (Master Depend)
2. Mengvermogen (Crossfade)
3. Blackout-functie
4. Full/flash-functie
– Menu-item “Reset All Opt’s” om alle onder
“Output Options” en “Control Options” doorge-
voerde wijzigingen te resetten
2) Selecteer het menu-item met de toets NO of
YES.
3) Selecteer de parameter met de toets
of
.
4) Wijzig de instelling met de toets NO of YES, of
voer de numerieke gegevens in met de cijfertoet-
sen.
5) Verlaat het menu door (meerdere keren) op de
toets ESC/SETUP te drukken.
48
NL
B
8
Kort overzicht via de besturing
Een scène instellen
1) Selecteer de besturingskanaalgroep(en) met de
toetsen CTRL CHANNEL PAGE [1..12] tot
[85..96].
2) Stel de regelaar MASTER LEVEL in op de maxi-
mumwaarde.
3) Stel de scène met de schuifregelaars in (laatste
waarde moet door de regelaar worden “opge-
haald”).
4) Activeer eventueel de besturingshendel MOTION
CONTROL voor grove voorinstelling (met STICK
CONTROL ASSIGN 1/2 en/of 7/8: LED onder de
overeenkomstige schuifregelaars licht op).
Naar een andere instelling mengen
1) Stel de 1ste scène in.
2) Druk op de toets HOLD: de LED HOLD/CROSS-
FADE licht op.
3) Stel de 2de scène in.
4) Stel met de regelaar C.F.TIME de mengtijd in.
5) Druk op de toets HOLD: de mengbeurt begint –
of meng manueel.
Manueel mengen
1) Draai regelaar C.F. TIME tot de rechter aanslag:
op het display verschijnt “CF TIME: manu.”, LED
MANUAL CROSSFADE licht op.
2) Plaats de crossfader MANUAL CROSSFADE in
een eindpositie.
3) Beweeg de crossfader naar de andere eindposi-
tie: het mengen is bezig. Bij het bereiken van de
andere eindpositie is het mengen beëindigd.
Een scène opslaan
1) Stel de scène in.
2) Selecteer de bank met de toetsen
,
of de
toets BANK en de cijfertoetsen [0] [1] … [2] [0].
3) Druk op de toets STORE.
4) Druk op de scènetoets [1] … [12].
Een scène oproepen
1) Selecteer de bank met de toetsen
,
of de
toets BANK en de cijfertoetsen [0] [1] … [2] [0].
2) Stel met de regelaar C.F. TIME de mengtijd in.
3) Druk op de scènetoets [1] … [12]: de mengbeurt
begint – of meng manueel.
Flash-toetsen
Functie “FLASH CHANNEL”
1) Druk enkele keren op de toets FLASH MODE tot
de rode LED FL. CH. oplicht.
2) Selecteer de besturingskanaalgroep(en) met de
toetsen CTRL CHANNEL PAGE.
3) Houd de flash-toets (onder de schuifregelaar) in-
gedrukt.
Functie “FLASH GROUP”
1) Druk enkele keren op de toets FLASH MODE tot
de rode LED FL. GRP. oplicht.
2) Houd de flash-toets [1] … [5] ingedrukt.
Functie “SHOW VALUE”
1) Druk enkele keren op de toets FLASH MODE tot
de groene LED SH. VAL. oplicht.
2) Selecteer de besturingskanaalgroep met de toets
CTRL CHANNEL PAGE.
3) Druk op de flash-toets: op het display verschijnt
de bijbehorende kanaalwaarde.
Een flash-groep programmeren
1) Houd de toets FLASH MODE ingedrukt en druk
op de toets STORE: de LED’s FL. CH. en
FL. GRP. lichten op.
2) Selecteer de kanalen met de toetsen CTRL
CHANNEL PAGE en de flash-toetsen.
3) Druk op de toets STORE: de LED FL. CH. gaat
uit, de LED FL. GRP. blijft oplichten.
4) Druk op de flash-toets [1] … [5] voor het gewen-
ste groepsgeheugen.
Een flash-groep wijzigen
1) Druk enkele keren op de toets FLASH MODE tot
de rode LED FL. GRP. oplicht.
2) Houd de betreffende flash-toets(en) [1] … [5] in-
gedrukt en druk op de toets STORE: de LED’s
FL. CH. en FL. GRP. lichten op.
3) Selecteer bijkomende kanalen of deselecteer
geselecteerde kanalen (met toetsen CTRL
CHANNEL PAGE en flash-toetsen).
4) Druk op de toets STORE: de LED FL. CH. gaat
uit, de LED FL. GRP. blijft oplichten.
5) Druk op de flash-toets [1] … [5] voor het gewen-
ste groepsgeheugen.
Een scènesequentie weergeven
1) Druk op de toets SEQUENCE: de groene LED
RUN licht op.
2) Selecteer het sequentienummer met de cijfer-
toetsen [0] [1] … [6] [0].
tijdgestuurd starten
1) Bepaal het tempo met de regelaar SEQUENCER
SPEED of druk 2 x op de toets TAP SPEED.
2) Wanneer de geselecteerde sequentie niet van
het type “+CFT” is (d.w.z. met opgeslagen meng-
tijden), dan stelt u mengtijd in met de regelaar
C.F.TIME.
3) Druk op de toets YES om te starten.
4) Druk op de toets
(terug) of
(vooruit) om van
richting te veranderen.
muziekgestuurd starten
1) Druk op de toets AUDIO. Op het display ver-
schijnt “Audio Trig.” De sequentie start door het
audiosignaal van de jack AUDIO IN of van de
ingebouwde microfoon.
2) Pas de gevoeligheid van de regelaar AUDIO
SENS. aan.
3) Verkort de mengtijd evt. met de regelaar
C.F. TIME Poti.
4) Druk op de toets
(terug) of
(vooruit) om van
richting te veranderen.
Summary of Contents for DMX-1440
Page 53: ...53 ...