36
NL
• Maak de koelkast niet schoon of voer geen onderhoud uit als de
stekker nog in het stopcontact zit. Het is niet voldoende om de
toets ON/OFF op het display ingedrukt te houden om elke
elektrische verbinding te verbreken.
• Als het apparaat defect is, mag u nooit aan het interne systeem
sleutelen om een reparatie uit te voeren.
• Gebruik in de vakken waar ingevroren levensmiddelen worden
bewaard geen scherpe of puntige voorwerpen of elektrische
apparaten die niet door de fabrikant worden aanbevolen.
• Plaats nooit ijsblokjes die net uit de diepvrieskast komen in uw
mond.
• Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik door personen
(inclusief kinderen) met fysieke, sensorische of mentale
beperkingen, of die geen ervaring of kennis hebben, tenzij ze
door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid
begeleid worden bij of geïnstrueerd zijn over het gebruik van
het apparaat. Kinderen moeten gecontroleerd worden om te
zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.
• Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen.
Afvalverwijdering
• Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de
plaatselijke normen, zodat het verpakkingsmateriaal hergebruikt
kan worden.
• De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van
Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat
oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd
via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten
moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de
gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op
de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het
product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u
aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het
apparaat apart moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de locale
autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging
van hun oude apparaat.
Het milieu sparen en respecteren
• Plaats het apparaat in een koele, goed geventileerde ruimte,
behoedt het voor directe zonnestralen, plaats het niet dichtbij
een warmtebron.
• Laat de deur, wanneer u etenswaren in de koel- of diepvrieskast
zet of eruit haalt, zo kort mogelijk openstaan.
Elke keer dat de deur opengaat ontstaat een aanzienlijk
energieverlies.
• Vul het apparaat niet met teveel etenswaren: voor een optimale
conservering moet de koude luchtstroom vrijuit kunnen
circuleren. Als u de circulatie belemmert, zal de compressor
constant blijven werken.
• Zet geen warme levensmiddelen in het apparaat: deze zouden
de binnentemperatuur verhogen waardoor de compressor
harder werkt en er een groter elektrisch verbruik ontstaat.
• Ontdooi het apparaat als er ijsvorming plaatsvindt (
zie
Onderhoud
); een dikke laag ijs vertraagt de koudeoverdracht
naar de levensmiddelen en verhoogt het energieverbruik.
Storingen en oplossingen
Het zou kunnen gebeuren dat het apparaat niet functioneert.
Voordat u de Servicedienst belt (zie Service), moet u controleren
dat het geen probleem is dat u kunt oplossen met behulp van
volgende lijst.
Het display is uit.
• De stekker zit niet in het stopcontact, of niet voldoende om
contact te maken. Wellicht zit het hele huis zonder stroom.
De motor start niet.
• Het apparaat is voorzien van een motorbeschermende
controlefunctie (zie Starten en gebruik).
Het display geeft slechts een zwak licht.
• Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem er weer in nadat
u hem 180° heeft gedraaid.
Het alarm gaat af, op het display knippert ALARM DEUR
OPEN (in plaats van de KOELKAST temperatuur wordt “dr”
weergegeven).
• De deur van de koelkast is meer dan twee minuten open
geweest. Het geluidssignaal houdt op als u de deur dicht doet
of als u op de toets RESET ALARM drukt.
De koelkast en de vrieskast zijn niet koud genoeg.
• De deuren sluiten niet goed ar of de afdichtingen zijn versleten.
• De deuren worden vaak geopend.
• U heeft een te hoge temperatuur ingesteld (zie Starten en
gebruik).
• De koelkast of de vrieskast zijn overmatig gevuld.
In de koelkast bevriezen de etenswaren.
• U heeft een te lage temperatuur ingesteld (zie Starten en
gebruik).
De motor blijft voortdurend functioneren.
• De functie SUPER COOL is ingeschakeld
• De deur is niet goed dicht of wordt voortdurend geopend.
• De buitentemperatuur is erg hoog.
Het apparaat maakt veel lawaai.
• Het apparaat staat niet waterpas (zie Installatie).
• Het apparaat staat tussen meubels of voorwerpen die trillen of
geluid maken.
• Het verkoelingsgas maakt een licht geluid ook wanneer de
compressor stil staat: dit is normaal, het is geen storing.
Voortijdige beëindiging van de functies.
• Elektrische storingen op het elektriciteitsnet of korte
onderbrekingen van de spanning.
Summary of Contents for BIAA 23 V xx Y
Page 9: ...9 1 4 2 3...
Page 14: ...14 WINE RACK 8 AIR 2 11 1 3 4 5 6 10 7 9 8 WINE RACK 8 AIR...
Page 15: ...15 WINE RACK AIR 2 11 1 3 4 5 6 10 7 9 8...
Page 46: ...46 PL AIR A B WATER LEVEL MAX WATER LEVEL MAX WATER LEVEL MAX...
Page 47: ...PL 47 1 1 2...
Page 48: ...48 PL...
Page 50: ...50 RO AIR A B WATER LEVEL MAX WATER LEVEL MAX WATER LEVEL MAX...
Page 51: ...RO 51 1 1 2...
Page 52: ...52 RO...
Page 54: ...54 CZ AIR A B WATER LEVEL MAX WATER LEVEL MAX WATER LEVEL MAX...
Page 55: ...CZ 55 1 1 2...
Page 56: ...56 CZ...
Page 58: ...58 SK A B WATER LEVEL MAX WATER LEVEL MAX WATER LEVEL MAX...
Page 59: ...SK 59 1 1 2...
Page 60: ...60 SK 19510350801 09 2012...