NL
21
Installatie
!
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele toekomstige
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt of
wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te
bewaren zodat alle nodige informatie voorhanden blijft.
!
Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat
belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid.
Plaatsen en aansluiten
Plaatsen
1. Plaats het apparaat in een goed geventileerd en droog vertrek.
2. Laat de ventilatieroosters aan de achterzijde vrij: de
compressor en de condensator geven warmte af en vereisen
een goede ventilatie om goed te functioneren en het
elektriciteitsverbruik te beperken.
3. Laat een afstand van minstens 10 cm vrij tussen de
bovenkant van het apparaat en eventuele bovenstaande
meubels. Laat ook een afstand van minstens 5 cm tussen de
zijkanten en nevenstaande meubels/wanden.
4. Houdt het apparaat ver van hittebronnen vandaan (direct
zonlicht, elektrisch gasfornuis).
5. Om de juiste afstand tussen het apparaat en de achterwand
te behouden, moet u de afstandhouders monteren die zich in
de installatiekit bevinden, volgens de instructies op het
speciale instructieblad.
Nivellering
1. Plaats het apparaat op een rechte en stevige vloer.
2. Mocht de vloer niet volledig horizontaal zijn, draai dan aan de
verstelbare pootjes aan de voorkant om het apparaat
waterpas te krijgen.
Elektrische aansluiting
Zet het apparaat na het transport verticaal en wacht minstens 3 uur
voordat u het aansluit aan het elektriciteitsnet. Voordat u de stekker
in het stopcontact steekt, dient u zich ervan te verzekeren dat:
• het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen;
• het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het
apparaat te dragen, zoals aangegeven op het typeplaatje dat
zich onderin links in het koelgedeelte bevindt (bv. 150 W);
• de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan
aangegeven op het typeplaatje, dat zich onderin links bevindt
(bv. 220-240 V);
• het stopcontact en de stekker overeenkomen.
Als dat niet het geval is, dient een erkende monteur de
stekker te vervangen (
zie Service
); gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
!
Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten het snoer en het
stopcontact makkelijk te bereiken zijn.
!
Het snoer mag niet worden gebogen of samengedrukt.
!
Het snoer moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag
alleen door erkende monteurs worden vervangen (
zie Service
).
! De fabrikant kan niet verantwoordelijkheid worden gesteld
als deze normen niet worden nageleefd.
Starten en gebruik
Het apparaat starten
! Voordat u het apparaat in gebruik stelt, dient u de instructies
voor wat betreft de installatie na te volgen (
zie Installatie
).
!
Voordat u het apparaat aansluit, dient u zowel het koel- als het
diepvriesgedeelte, alsook het toebehoren met lauw water en
soda te reinigen.
1. Steek de stekker in het stopcontact en verzeker u ervan dat
het lampje aan de binnenkant van het apparaat aangaat.
2. Draai de knop van de TEMPERATUURREGELING op een
middelmatige stand. Na enkele uren kunt u de
levensmiddelen in de koelkast zetten.
Regelen van de temperaturen
De temperatuur in het koelgedeelte wordt automatisch geregeld
aan de hand van de stand van de thermostaatknop.
1
= minder koud
4
= kouder
Wij raden een gemiddelde stand aan.
Het koelsysteem van dit apparaat bevindt zich aan de
binnenkant van de achterwand van het koelgedeelte. Hiermee
ontstaat een grotere en efficiëntere binnenruimte en een
verbeterd esthetisch effect. Deze achterwand zal tijdens de
werking van het apparaat ofwel bedekt zijn met ijs, ofwel met
waterdruppels, naar gelang de compressor wel of niet in gebruik
is. Maakt u zich hier dus geen zorgen om! De koelkast werkt op
normale wijze.
Als u de knop TEMPERATUURREGELING op een hoge stand zet
en als er tegelijkertijd veel etenswaar en een hoge
buitentemperatuur is, zou het kunnen gebeuren dat het apparaat
constant werkt. Dit heeft een overtollige ijsproductie en een hoog
elektriciteitsverbruik als gevolg: dit kan voorkomen worden door
de knop op een lagere stand te zetten (er zal een automatische
ontdooiing plaatsvinden).
In statische apparaten zal de lucht op natuurlijke wijze circuleren:
koude lucht daalt aangezien hij zwaarder is. Daarom dient u de
etenswaren op de volgende wijze te rangschikken:
Etenswaren
Plaatsing in de koelkast
Vlees en vis
Op de laden voor groente en fruit
Verse kaas
Op de laden voor groente en fruit
Gekookte etenswaren
Waar u maar wilt
Vleeswaren, brood, chocolade
Waar u maar wilt
Groente en fruit
In de groente- en fruitladen
Eieren
In het speciale rek
Boter en margarine
In het speciale rek
Flessen, frisdrank, melk
In het speciale rek
DRAAGPLATEAUS:
plateaus of roosters.
Deze kunnen dankzij de speciale gleuven worden verwijderd of
in hoogte geregeld
(zie afbeelding)
, voor het invoeren van grote
verpakkingen of etenswaren. Het is niet noodzakelijk het
draagplateu volledig te verwijderen om de hoogte te regelen.
Optimaal gebruik van de koelkast
• Gebruik voor het regelen van de temperatuur de knop
TEMPERATUURREGELING(
zie Beschrijving
).
• Zet alleen koude of lauwe levensmiddelen in de koelkast,
nooit warme (
zie Voorzorgsmaatregelen en advies
).
• Denk eraan dat u gekookte etenswaren niet langer kunt
bewaren dan rauwe.
• Zet geen vloeistoffen in open flessen of bakken in de koelkast:
dit brengt een toename van de vochtigheidsgraad teweeg en
een daaropvolgende condensproductie.