NL - 17
6. Veiligheidsaanwijzingen
De volgende aanwijzingen dienen uw veiligheid en tevredenheid bij het
gebruik van het apparaat. Let erop dat het veronachtzamen van deze
veiligheidsaanwijzingen tot aanzienlijke ongevalrisico's kan leiden.
Bij veronachtzaming van deze aanwijzing bestaat er gevaar
voor leven en gezondheid.
Laat kleine kinderen niet zonder toezicht met het apparaat,
verpakkingsmateriaal of onderdelen spelen! Anders dreigt levensgevaar
door verstikking!
Beschadig bij boorwerkzaamheden en bij het bevestigen geen leidingen
voor gas, stroom, water of telecommunicatie! Anders dreigt levens- of
verwondingsgevaar!
Verhinder, dat de nettransformatoren met vocht in aanraking komen en
doop de apparaten niet in het water! Anders dreigt levensgevaar!
Bedien de apparaten uitsluitend met de meegeleverde
nettransformatoren. Vergewis u er, voordat u de nettransformator aan het
elektriciteitsnet aansluit, van dat de netstroom volgens voorschrift
voorzien is van 230 V ~ AC, 50 Hz en dat die voorzien is van een
voorgeschreven beveiliging.
Bij veronachtzaming van deze aanwijzing kan er schade aan
voorwerpen ontstaan.
Stel de apparaten niet bloot aan de nabijheid van vuur, hitte of langdurige
inwerking van hoge temperaturen!
Bescherm de apparaten tegen sterke mechanische belastingen en
schokken!
Bescherm de apparaten tegen sterke magnetische of elektrische velden!
Gebruik de apparaten alleen met de geleverde originele delen of originele
onderdelen!
Controleer voor de montage en de ingebruikneming de levering op
beschadigingen en volledigheid!
Koppel bij langer niet-gebruiken van het apparaat steeds de
nettransformatoren af van het stopcontact.
Sluit geen beschadigd apparaat (bijv. transportschade) aan. Vraag bij
twijfel uw klantendienst om raad. Reparaties en operaties aan de
apparaten mogen alleen door deskundigen worden gedaan.
Gevaar!
Let op!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
7. Plaatsing van de apparaten
Let op de volgende punten:
!
!
!
!
!
!
!
Het maximale bereik van de draadloze overdracht bedraagt ca. 100 m (bij
een optimale bediening tot 200 m) bij gezichtsafstand tussen zender en
ontvanger. In gebouwen is het bereik door wanden (vooral staalbetonnen
wanden) en plafonds duidelijk geringer (normaal ca. 20 m). Ook
oppervlakten met blik bijvoorbeeld koelkasten, stellingkasten en
opgedampte spiegels evenals water verhinderen een draadloze overdracht
tegen.
Indien er geen goede rechtstreekse verbinding tussen het bronapparaat en
de plaats van het weergavetoestel voorhanden is, moet de bedrading
tussen het bronapparaat en de zender en/of tussen ontvanger en
weergavetoestel worden verlengd. Gebruik hiervoor een A/V-verlengsnoer
dan wel bij videobewaking een RG59/75 Ohm kabel met bijbehorende
BNC pluggen (zie hoofdstuk "mogelijke toebehoren").
De draadloze overdracht kan door sterke elektrische velden en andere
zendontvangapparaten worden belemmerd. Let op voldoende afstand bij:
magnetrons, draadloze telefoons, mobiele telefoons,
zendontvangapparaten met 2,4 GHz, elektrische motors en
sterkstroomleidingen.
De apparaate moet op een effen en vaste plaats worden opgesteld, bij
voorkeur ca. 1 m boven de grond (betere ontvangstcondities). De
ontvanger kan niet nochtans direct op de weergavetoestel worden
geplaatst, anders kan de radiowaaier negatief worden beïnvloed. Besteed
aandacht aan voldoende afstand aan metaaloppervlakten of gewapend
beton, aangezien deze de radiotransmissie negatief beïnvloeden.
Let er bij het gebruik van een afstandsbediening op dat de infraroodzender
van de zender DF-120TX direct op de infraroodontvanger van het
bronapparaat is afgesteld en dat de infraroodzender van de
afstandsbediening van het bronapparaat precies op de infraroodontvanger
van de ontvanger DF-120RX wordt gericht (zie afb. D).
Let erop, dat de montageplaats van de apparaate zoveel mogelijk stof- en
trillingsvrij is, en dat er sprake is van een goede luchtcirculatie.
Let erop, dat er een stopcontact in de buurt is.