31
DUTCH
9 EXTRA LUCHTAANSLUITING
Sommige modellen zijn voorzien van een extra luchtaansluiting die gebruikt kan
worden voor:
1.
Aansluiting van een systeem voor chemische pakventilatie
2.
Aansluiting van een reddingsslang tussen twee apparaten
3.
Aansluiting van een extra masker
4.
Aansluiting van het reanimatiemasker Revitox
5.
Voeding van het apparaat vanuit een externe luchtbron
Bij het opnemen van lucht uit het apparaat, punt 1 tot 4 hierboven, neemt het
luchtgebruik toe en de gebruiksduur van het apparaat af.
Bij het opnemen van lucht uit het apparaat, punt 1 tot 4 hierboven, neemt het
luchtgebruik toe en de gebruiksduur van het apparaat af.
LET OP!
BIJ HET VOEDEN VAN HET APPARAAT VANUIT EEN EXTERNE LUCHTBRON MOET U DIT SOORT
FEMALEKOPPELINGEN NIET GEBRUIKEN. IN DEZE TOEPASSING MOET HET EENRICHTINGSVENTIEL IN DE
MALEAANSLUITING IN STAAT ZIJN OM TE SLUITEN IN GEVAL VAN ONDERBREKING VAN DE LUCHTTOEVOER VANUIT DE
EXTERNE BRON..
10 MARKERINGEN
A
.
Markeringen
B.
Modelaanduiding
C.
Serienummer
D.
Europese norm en classificatie
E.
Fabricagejaar
11 SERVICE- EN TESTSCHEMA
Service en tests moeten worden uitgevoerd volgens het service- en testschema,
documentnummer 97307. Ga naar www.interspiro.com voor de nieuwste versie.
NA ELK GEBRUIK
1.
Schakel de overdruk uit (indien van toepassing).
2.
Open de flesafsluiter en controleer de manometer.
3.
Sluit de flesafsluiter.
4.
Controleer of de druk niet daalt.
5.
Verlaag de druk in de flessen langzaam en controleer of de fles geluid gaat geven
bij 55±5 bar.
A
C
E
B
D