39
Stel de remkabel bij om de gewenste remkracht te bereiken. Geschikt
gereedschap (niet inbegrepen). De kabel kan op twee plekken worden
bijgesteld: van bovenaf onder de remgreep of van onderaf boven de
remklem. De remgreep moet in neutrale stand staan. Draai de borg-
moer los en draai de zeskantverloopnippel linksom om de remwerking
te verhogen. De afstand tussen de remklem en het wiel moet 2 mm zijn.
Draai de borgmoer weer vast om de nieuwe afstelling vast te zetten.
Controleer de remwerking door de parkeerrem in te schakelen en te
controleren dat het wiel niet kan draaien.
3.4 Instellen van de Remkracht
WAARSCHUWING
Na het instellen van de remkracht altijd de contraschroeven
vastdraaien.
Zorg voor optimale prestaties dat de handgrepen zich altijd in het
toegestane aanpassingsgebied bevinden. De pijl die op de buizen aan
de binnenkant van de rollator is aangebracht en naar de dunne ver-
ticale binnenlijn wijst, geeft de maximaal toegestane buitenste positie
van het handvat aan.
Alt.
30
o
30
o