53
WELKOM
Bedankt voor uw aanschaf van een FILM 2 PC film- en diascanner. Lees a.u.b. deze handleiding goed door
om zo het meeste uit uw FILM 2 PC te halen.
VOORZORGSMAATREGELEN
Zorg ervoor dat u, voor u de FILM 2 PC gebruikt, onderstaande veiligheidsvoorzorgen gelezen hebt en be-
grijpt. Zorg ervoor dat de FILM 2 PC altijd juist bediend wordt:
Bedien de FILM 2 PC nooit in een vliegtuig of ergens waar de bediening ervan beperkt of verboden is.
Onjuist gebruik vergroot het risico op letsel.
Probeer de behuizing van de FILM 2 PC niet te openen of op enige wijze te modificeren. Interne
componenten onder hoogspanning geven een risico op elektrische schok bij blootstelling. Onderhoud
en reparatie mogen alleen uitgevoerd worden door geautoriseerd servicepersoneel.
Gebruik de FILM 2 PC niet in de buurt van water en andere vloeistoffen. Gebruik de FILM 2 PC niet
wanneer uw handen nat zijn. Gebruik de FILM 2 PC nooit in regen of sneeuw. Vocht geeft een gevaar
op brand en elektrische schok.
Houd de FILM 2 PC en bijbehorende accessoires uit de buurt van kinderen en dieren om ongelukken of
schade aan het apparaat te voorkomen.
Wanneer u rook of een vreemde geur waarneemt bij de FILM 2 PC, schakel dan direct de stroom uit.
Laat de FILM 2 PC repareren bij het dichtstbijzijnde servicepunt. Probeer nooit zelf de FILM 2 PC te
repareren.
Gebruik alleen de aanbevolen onderdelen voor elektriciteit. Gebruik van niet-aanbevolen elektriciteits-
bronnen voor de FILM 2 PC kan leiden tot oververhitting, vervorming van de apparatuur, brand,
elektrische schok of andere gevaren.
De FILM 2 PC kan tijdens gebruik warm worden. Dit is geen storing.
Als de buitenkant van de FILM 2 PC reiniging behoeft, reinig deze dan met een zachte, droge doek.
FCC-WAARSCHUWING
Deze apparatuur is getest en is in overeenstemming met de limieten voor een digitaal apparaat van klasse B,
zoals vermeld in Deel 15 van de FCC-reglementen. Deze limieten geven een redelijke bescherming tegen
schadelijke interferentie bij plaatsing in een woonomgeving. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofre-
quente energie en kan deze uitstralen. Als de apparatuur niet volgens de gebruiksaanwijzing wordt geinstal-
leerd en gebruikt, kan deze schadelijke interferentie bij radiocommunicatie veroorzaken. Er wordt echter niet
gegarandeerd dat er zich geen interferentie zal voordoen in bepaalde installaties. Als deze apparatuur scha-
delijke interferentie veroorzaakt bij radio- of TV-ontvangst, hetgeen vastgesteld kan worden door de appara-
tuur uit en weer in te schakelen, wordt aanbevolen deze interferentie te corrigeren door één of meer van de
onderstaande oplossingen toe te passen:
De ontvangende antenne opnieuw richten of plaatsen.
De afstand tussen de apparatuur en de ontvanger vergroten.
De apparatuur aansluiten op een andere wandcontactdoos dan die waarop ontvanger aangesloten is.
Een ervaren TV- of radiotechnicus raadplegen voor ondersteuning.
VOORZICHTIG:
Om te voldoen aan de limieten voor een digitaal apparaat van klasse B, volgens
Onderdeel 15 van de FCC-reglementen, dient het apparaat alleen geïnstalleerd te worden op
computerapparatuur die gecertificeerd is om te voldoen aan de limieten van klasse B.