26
INLEIDING
Om te beginnen met uw ION PRO SESSION DRUMS monteert u de drum en sluit u de drums aan op de module,
zoals wordt uitgelegd in de meegeleverde Montageposter.
Sluit een speakersysteem aan op de uitgang voor STEREO OUTPUT op het achterpaneel (of een koptelefoon op
aansluiting HEADPHONE). Schakel de module in, schakel hierna de speakers in en begin met drummen!
Om een drumkit te selecteren drukt u op knop KIT van de module, waarna met de knoppen voor VALUE + / - (waarde
+ / -) het kitnummer wordt gewijzigd.
Als u meer met de module wilt doen, kunt u meespelen met de meegeleverde muziek, uw eigen prestaties opnemen
en het geluid van de drums aanpassen. Hieronder volgt een kort overzicht van de functies en bedieningselementen
van de geluidsmodule. Voor meer gedetailleerde uitleg over het gebruik van de module raadpleegt u de volgende
hoofstukken van deze handleiding.
OVERZICHT
FUNCTIES FRONTPANEEL
1.
VOLUME –
Stelt het hoofdgeluidsniveau in.
2.
VALUE +/-
–
Verlaagt of verhoogt de waarde
van de parameter die op de LCD wordt
weergegeven.
3.
TEMPO –
Schakelt naar modus Tempo
Adjustment (tempo-aanpassing). Gebruik de
knoppen voor VALUE + / - om het tempo te
verhogen of te verlagen.
4.
PAD INDICATORS –
Geeft het drumkussen
aan waarop op dat moment gespeeld wordt.
Bij het afspelen van patronen zal deze
display ook weergeven op welk drumkussen
moet worden geslagen om het ritme te
reproduceren.
5.
CLICK
–
Schakelt de metronoom in of uit.
6.
DRUM OFF –
Bij het afspelen van patronen
kunnen de drum-delen worden gedempt als u
zelf op de muziek wilt jammen. Druk op deze
knop om de drum-delen te dempen of te
horen.
7.
START / STOP –
Start of stopt het huidige
patroon.
8.
PATTERN –
Schakelt naar modus Pattern
Select (patroon selecteren). Gebruik de
knoppen voor VALUE + / - om tussen patronen te wisselen. Raadpleeg sectie "Patronen" voor meer
informatie.
9.
SOUND –
Schakelt naar modus Sound Select (stem selecteren). In deze modus kunt u het geluid van elk
drumkussen aanpassen. De module bevat 108 geluiden die u aan elk van de drumkussens kan toewijzen om
aangepaste kits samen te stellen. Raadpleeg sectie "Creëren van aangepaste kits" voor meer informatie.
10.
KIT –
Schakelt naar modus Kit Select (kit selecteren). Gebruik de knoppen voor VALUE + / - om tussen de
verschillende drumkits te wisselen. Raadpleeg sectie "Kits " voor meer informatie.
11.
LCD –
Geeft de huidige parameterwaarden en indicatorlampjes weer voor Kit (kit), Sound (stem) en Pattern
(patroon).
12.
VOLUME –
Om het volume van individuele onderdelen te wijzigen (klik, kit, sound, pattern) wordt op de
overeenkomstige knop van het aan te passen onderdeel gedrukt. Hierna wordt op knop VOLUME gedrukt.
Gebruik nu de knoppen voor VALUE om het volume te wijzigen.
N.B.: SOUND stelt u in staat het volume van de individuele drumkussens aan te passen. Sla op het
drumkussen dat aangepast moet worden en gebruik de knoppen voor VALUE + / - om het volume ervan te
wijzigen.
13.
SAVE / REC –
Druk éénmaal op deze knop om naar modus Kit Save te schakelen. In modus Kit Save kan de
kit worden opgeslagen naar één van de 5 plekken voor User Kits. Raadpleeg sectie "Bewaren van kits" voor
meer informatie.
Om te schakelen naar modus Record (opnemen) wordt de knop ingedrukt en ingedrukt gehouden tot REC LED
begint te knipperen. In modus Record kunnen eigen prestaties opgenomen worden tijdens het spelen.
Raadpleeg sectie "Opnemen".