Un système complet d’irrigation pour utilisation avec une
citerne ou un tonneau récupérateur d’eau.
1 POMPE solaire
1 clapet anti-siphon
1 fi ltre d’arrivée
Un tuyau de 15m (20m pour SOL-K12+Pro, 30m pour
SOL-K24+)
12 goutteurs, piquets, tés (24 pour SOL-K24+)
Sonde de capteur d’humidité, un bouchon et une
seringue
(Instructions additionnelles pour seulement ce modèle)
Commencer
La POMPE nécessite 3 piles AA rechargeables de 1.5V
(non Inclues). Pour les installer ôter le couvercle avec
précaution (il y a un fi l qui le connecte au boîtier) en
enlevant 5 visses. Mettre les piles dans le couvercle
(fi g. 1)
en s’assurant que les + soient dans la position
correcte puis remettre le couvercle et les visses en place.
Fixer la POMPE
La POMPE doit être fi xée à un mur ou à un poteau faisant
face au soleil. Si le récupérateur d’eau est situé dans
un endroit ombragé, la pompe peut alors être placée à
distance de ce récupérateur d’eau. La pompe ne doit
pas être à plus de 3 mètre plus haut que le fond du
récupérateur et pas à plus de 20m de distance.
Connecter au récupérateur d’eau
Percer un trou de 6mm dans le couvercle ou en haut du
récupérateur au-dessus du niveau d’eau. Passer un tuyau
par le trou et y attacher le fi ltre
(fi g. 2)
. Ajuster le tuyau
pour que le fi ltre pende au moins 5 à 10 cm au-dessus du
fond du récupérateur. L’autre bout du tuyau va à la POMPE,
couper net à la longueur voulue et attacher à l’arrivée de
la pompe – la connexion sur la gauche marquée I. ; les
raccordements à la pompe doivent être droits (pour éviter
les fuites) et ne doivent pas tirer la pompe de sa position
verticale. Un tuyau de 10mm doit être inséré dans le port
connecteur pour assurer une bonne connexion, on peut
facilement mesurer et faire une marque à 10mm avec un
bout de scotch.
Vérifi er la POMPE
Dans une nouvelle POMPE les batteries peuvent être
chargées ou à plat. Si elles sont chargées, avant de
connecter au système d’irrigation, en utilisant un bout
de tuyau joint à la sortie de vidange d’eau (marqué O) et
au récupérateur d’eau, faire tourner la POMPE jusqu’à ce
qu’elle s’arrête.
SOL–K+ avec seulement un détecteur d’humidité
Connecter un petit morceau de tuyau au port situé au
centre de la base de la POMPE. Attacher la seringue à
l’autre bout et enlever de l’air, la POMPE ne pourra pas
démarrer à moins qu’il n’y ait un vide partiel dans le tuyau.
Si elle s’arrête à cause d’un manque de vide, la LED va
clignoter rapidement (environ 10 fois par seconde). Quand
le vide partiel est suffi sant la POMPE fonctionnera de la
même façon que les modèles standard.
Connecter au système d’irrigation et mettre le bouton sur
3, si après une période de 24h la POMPE a irrigué trop,
tourner le bouton pour diminuer le débit ou au contraire
tourner pour augmenter si l’irrigation est trop faible.
Recommencer jusqu’à ce que vous soyez satisfait du débit.
Si les pots/paniers sèchent un peu après l’arrosage dans
un après-midi ensoleillé c’est normal pour la plupart des
plantes.
Le SOL-K+ avec détecteur d’humidité incorporé peut être
laissé sur un réglage plus haut, car la sonde empêchera de
trop mouiller.
Le détecteur d’humidité doit être placé de façon à ce que
la sonde en céramique soit verticale, à la profondeur qui
permet de contrôler l’humidité et dans la zone d’arrosage
oú l’humidité l’atteindra. Il devra donc être prêt d’un
goutteur ou du tuyau pré-percé. Dans les petits récipients
il ne devra pas être placé au bord.
Couper une longueur de tuyau nécessaire pour aller
de la POMPE par un chemin planifi é jusqu’à l’endroit
voulu pour la sonde. Visser le bouchon
(fi g. 3)
SANS
SERRER sur la sonde et connecter le tuyau. En utilisant la
seringue envoyer de l’eau par le tuyau dans la sonde. L’air
s’échappera par le bouchon jusqu’à ce que la sonde soit
remplie. A ce moment visser fermement le bouchon. Si le
bouchon n’est pas hermétique le système ne fonctionnera
pas. Enterrer la sonde, recouvrir de terre et arroser pour
établir un bon contact avec la terre. Avant de joindre le
tuyau au connecteur du détecteur (situé au centre de la
base la POMPE), s’assurer qu’il n’est pas complètement
rempli d’eau. Si c’est le cas attendre quelques minutes
pour qu’un trou d’air se fasse. Connecter le tuyau et
allumer la POMPE. La POMPE devrait tourner pendant
quelques secondes puis s’arrêter et la LED devrait
clignoter rapidement.
Quand la terre a puisé suffi samment d’eau de la sonde
le système devrait commencer à arroser normalement
jusqu’à ce que la terre soit suffi samment humidifi ée.
Lorsque la POMPE est mise en marche la première fois si
la batterie est à plat (LED clignote une fois par seconde)
laisser la tourner sur le maximum. Après 3 heures au soleil
elle devrait commencer à fonctionner ou la LED clignotera
rapidement pour indiquer que la terre est suffi samment
humide. Si la POMPE ne mouille pas la terre même quand
elle est sèche, c’est qu’il y a une fuite d’air dans le système
– dans ce cas réinstaller le système suivant la marche à
suivre expliquée préalablement.
Irrigatia POMPE SOLAIRE SOL-K installation et opération
NL
Controle
De tijdklok op de POMP wordt op nul gezet door de
unit uit en weer aan te zetten. De POMP slaat na een
paar seconden automatisch aan en herhaalt dit met
tussenpozen van ongeveer 3 uur. De duur van het pompen
wordt bepaald door de hoeveelheid licht/zonneschijn die
op het zonnepaneel valt en de stand van de regelknop.
Steek een druppelaar in een kan om te zien hoeveel elke
druppelaar afgeeft.
Het voeden van de POMP
De POMP voedt zichzelf, maar als hij losgemaakt is, zorg
dan dat de afvoerpijp niet opnieuw wordt aangesloten
totdat alle lucht uit de inlaatleiding is gepompt, omdat een
hoeveelheid water boven de POMP ertoe kan leiden dat hij
zichzelf niet correct voedt.
Onderhoud
Bewaar de POMP in de winter op een vorstvrije plek. De
levensduur van de batterij ligt rond de 1 tot 2 jaar, maar
varieert afhankelijk van omstandigheden en gebruik. Zet
er voor de zekerheid voor u met vakantie gaat nieuwe
batterijen in en maak de oude op als u weer terugkomt.
*De vochtsensors zijn zo ontworpen dat zij er lange tijd
in kunnen blijven en het duurt minsten een paar uur
voordat zij weer werken als ze verplaatst zijn. Ze zitten vol
water en moeten daarom te allen tijde vorstvrij worden
gehouden.
Als de vochtsondes lange tijd in droge aarde hebben
gezeten (d.w.z. dat er geen irrigatie is toegepast), dan
drogen ze uit en moeten ze opnieuw met water worden
gevuld voordat ze weer werken. Zorg zo nodig dat de draad
aan kapje en sonde volledig schoon is voordat u ze in
elkaar schroeft - herhaal het installatieproces en gebruik
de spuit.
Het leggen van de irrigatiebuizen
Zie
afb. 5
voor een typisch schema van een Irrigatie lay-
out. Op het schema staat de inlaatbuis van de POMP links.
De lengte van de buis tussen montagestukken wordt
bepaald door de afstand tot uw planten. De buis kan
zonder bezwaar met een goede keukenschaar worden
afgeknipt.
T-stukken en mondstukken van druppelaars kunnen
gemakkelijk aan een buis worden geschroefd, maar
moeten wel strak aangedraaid worden om lekkage te
voorkomen.
In grote potten/manden kunnen extra druppelaars worden
gezet.
De uiterste irrigatiehoogte is 5 m boven de waterbron.
Staken gebruiken om druppelaars stevig op hun plaats te
zetten.
De irrigatieleiding kan achter de potten langs worden
gevoerd en leidingen van de druppelaars kunnen onzichtbaar
aan de achterkant van potten omhoog worden gevoerd. Als
u een gazon wil doorkruisen, snij dan een gleuf met een
schop en druk de buis erin zodat hij uit de weg is.
Installatie van een apparaatje om overhevelen
te voorkomen
Als het niveau van het bronwater hoger ligt dan de
irrigatie druppelaars of sijpelslang, heeft men een
ontluchtingsapparaatje nodig om overhevelen te
voorkomen.
Het apparaatje om overhevelen te voorkomen
(afb.4)
moet in de uitlaatpijp tussen de pomp en de eerste
druppelaar worden geplaatst en moet hoger staan dan de
waterbron - zelfs als dat niet met de pomp het geval is. Het
moet zo geplaatst zijn dat er lucht in het irrigatiesysteem
kan komen, maar er geen water uit kan gaan. De
verbindingsklem met OUT erop is aan de buis gezet.
Na het werken van de pomp blijven de druppelaars nog
even nadruppelen terwijl de toevoerbuis leegloopt, maar
zullen daarna stoppen.
De POMP levert genoeg water voor 5 grote (35 cm)
hangmanden met volwassen planten, 20 x 10 liter potten,
of een bloembed van ongeveer 3 m2 hoewel dit varieert
afhankelijk van de aarde en plantensoorten/maten.
Het installeren van optioneel
sijpelslangpakket (kan apart gekocht worden)
Het sijpelslangpakket kan op twee manieren worden
gebruikt.
Maximaal 1 meter sijpelslang kan aan de druppelaars
die bij het hoofdapparaat zijn geleverd, worden gedrukt.
Er moet een stop in het andere eind worden gezet en er
kunnen staken gebruikt worden om hem om zijn plaats te
houden. Deze combinatie kan gebruikt worden om water
verder te verspreiden dan uitsluitend door de druppelaar.
Het is handig voor grote potten/manden, of het laten
ontkiemen van korte rijen zaailingen, of om kostbare
planten tijdens de groei goed wortel te laten schieten.
Druppelaars mogen op verschillende hoogtes staan, maar
de afzonderlijke stukken sijpelslang moeten op gelijke
hoogte liggen.
Eventueel kan men de bijgeleverde verbindingsklemmen
gebruiken om de 6 m lange sijpelslang aan de POMP te
zetten. De sijpelslang moet vlak liggen en met staken
vastgezet worden. Dit is handig voor bloembedden en rijen
groenten. U kunt diverse stukken sijpelslang leggen maar
sluit alleen de stukken aan waar water het nodigst is, of
verzet de verbinding elke dag voor genoeg water voor
2 - 7 bloembedden/rijen uit één POMP, afhankelijk van de
benodigde hoeveelheid water.
Irrigatia Instructions IMPO.indd 9-10
Irrigatia Instructions IMPO.indd 9-10
10/05/2012 11:05
10/05/2012 11:05
