Typhoon_UM_9752903010_NL_D_GB_F_V2_1
8
5.4.1. Algemeen
Controle
Controleer voordat u de blower aansluit:
of er zich geen voorwerpen in de blower bevinden, daar deze er met grote kracht worden
uitgeslingerd,
of de behuizing niet is beschadigd of misvormd waardoor de effectiviteit verminderd.
Veiligheid
- Elektrische installatie en montage mag alleen worden uitgevoerd door een
vakbekwaam persoon.
- De elektrische installatie en bekabeling moet geschikt zijn voor de aan te sluiten blower.
- De blower mag in de door u gewenste positie worden gemonteerd, gebruik hiervoor de
montagepunten van de blower.
- Monteer de blower zodanig dat de luchtstroom voor koeling van de motor niet wordt
gehinderd, de max. omgevingstemperatuur is 40°C.
Lees voor aansluiting van de blower de instructie van de elektromotor.
5.4.2. Installatie
Beveilig de blowermotor thermisch met een motorbeveiligingsschakelaar.
De blower is bij voorkeur "vast" aangesloten.
Zekeringen in het elektrisch circuit moeten voldoende groot zijn, bij ster/driehoek schakeling
is dit ca 2,5 x de nominaal stroom, bij directe inschakeling is de aanloopstroom ca 6 x de
nominaalstroom.
De wijze van aan- en uitschakelen is gebruikersafhankelijk.
Lees hiervoor de handleiding van de elektromotor.
6. Ingebruikneming
Schakel de blower in.
Schakel het voedingsapparaat voor de ionisatiestaaf in of schakel de spanning voor de
P-SH-N-Ex staaf in.
7. Controle op de werking
7.1. Ionisatiestaaf
Met een Simco-Ion staaftester kan worden gecontroleerd of er hoogspanning op de punten
aanwezig is.
Voor het bepalen van de efficientie van de ionisatiestaaf kan een Simco-Ion veldsterktemeter
worden gebruikt.
Meet de lading op het materiaal voor en na het passeren van de luchtstroom.
De gemeten lading moet na het passeren van de luchtstroom sterk gereduceerd te zijn.