NL-15
RANSOMES MASTIFF 91 SERIE: BY & CJ MET MEELOPENDE BEDIENER
VEILIGHEIDS-, BEDIENINGS-, ONDERHOUDS-EN ONDERDELENHANDLEIDING
2.
Terugspringstarter (Afb. 10)
(a)
Trek langzaam aan de hendel (A) van de
terugspringstarter tot bij compressie
weerstand kan worden gevoeld, blijf trekken
tot de weerstand ophoudt.
(b)
Laat het starterkoord zich langzaam
opwinden en geef de hendel dan een
scherpe ruk, de motor zal nu starten. Een
niet starten kan resulteren in een gebroken
koord wanneer de motor terugslaat.
BELANGRIJK: Het starterkoord mag nooit met een
slag in zijn huis terugspoelen. U moet het
langzaam laten terugwinden om breuk of
beschadiging te voorkomen.
Een kapot starterkoord moet worden vervangen -
NIET GEREPAREERD.
Voordat de motor wordt gestart de volgende punten
checken of afstellen:
1.
Controleer of de cilinder- en
drijfrolaandrijfkoppelingen zijn uitgeschakeld
en de rem is aangetrokken.
2.
Draai de brandstofkraan op ‘on’ (aan) door
de hendel verticaal naar beneden te
plaatsen.
3.
Voor een koude start de hendel voor de
choke (A Afb. 11) naar rechts bewegen.
LET WEL: GEEN choke gebruiken wanneer de
motor nog warm is.
4.
Let erop of de aanzetschakelaar in de eerste
stand is gedraaid. Dit geldt uitsluitend
wanneer voor het starten van een motor de
terugspringstarter wordt gebruikt.
5.
Laat de motor voldoende warm worden
voordat de choke weer in zijn running (loop)
stand wordt teruggebracht.
STOPPEN VAN DE MACHINE
1.
Zet de OPC vrij en trek de rem aan. Dit is
tijdens voor- of achteruitrijden even
belangrijk
2.
Zet de hendel voor de aandrijfkoppeling (C
Afb. 12) in de neutrale (N) stand.
3.
Zet de hendel voor de maaikoppeling (B Afb.
12) in de ontkoppelstand.
4.
Om de machine te stoppen de
aanschakelaar (A Afb. 12) in de ‘off’ (uit)
stand draaien.
STOPPEN VAN DE MOTOR
1.
Zet de aanschakelaar voor de ontsteking in
de ‘OFF’ (uit) stand en de motor zal stoppen.
Afb.12
Afb.10
A
B
Wanneer de achterzitting is
bevestigd moet altijd langzaam
achteruit worden gereden om te
voorkomen dat de zitting schaart.
VOORZICHTIG