4 BEDIENINGSELEMENTEN
NL-8
4.2
BESCHRIJVING VAN BESTURING____________________________________________
A.
Stuurkipregeling
Trek de hendel omhoog om de stuurkolom vrij te
maken. Kantel de kolom omhoog of omlaag in de
gewenste positie. Laat de hendel los om de
stuurkolom op de plaats te vergrendelen.
B. Parkeerremvergrendeling / -uitschakeling
Hou het parkeerpedaal (C) ingedrukt om de
parkeerrem te vergrendelen en druk op vergrendelen
(B
1
) totdat deze inschakelt. Druk om de parkeerrem
uit te schakelen, op parkeerrem uitschakelen (B
2
).
C. Parkeerrem
Duw het pedaal omlaag om de parkeerrem in te
schakelen.
D. Maaisnelheidsstop
Deze functie beperkt de voorwaartse snelheid tijdens
het maaien. Draai de hendel om op een lagere
snelheid te maaien, totdat de hendel contact maakt
met de stopschroef (D1) op het vloerpaneel wanneer
het voorwaartse pedaal is ingedrukt. Zet de hendel in
de afgebeelde stand (D3) om op volle snelheid te
rijden. De stopschroef (D2) kan afgesteld worden op
specifieke maaisnelheden. Raadpleeg de
Onderdelen- & Onderhoudshandleiding.
Afb. 4A
E. Voorwaartse beweging (Tractiepedaal)
Duw de voorzijde van het pedaal omlaag om
voorwaarts te gaan. Laat het pedaal los om
langzamer te rijden en te stoppen. Het tractiepedaal
niet indrukken wanneer de parkeerrem is
aangetrokken en het parkeerremlampje (W) brandt.
F.
Achterwaartse beweging (Tractiepedaal)
Duw de achterzijde van het pedaal omlaag om
achterwaarts te gaan. Laat het pedaal los om
langzamer te rijden en te stoppen. De tractor moet
volledig gestopt zijn voordat een andere richting
gekozen kan worden. Het tractiepedaal niet
indrukken wanneer de parkeerrem is aangetrokken
en het parkeerremlampje (W) oplicht.
G. Stoelafstelling
Trek de linkerhendel uit om de stoel naar voren of
naar achteren af te stellen. Draai de afstelknop aan
de voorzijde van de stoel om de veerspanning onder
de stoel af te stellen.
H. Hydraulische oliedop
Vullen tot het “groene” gebied op de meter met
schone hydraulische vloeistof wanneer de machine
koud is. Niet te vol vullen.
I.
Hydraulische olielampje
Dit lampje waarschuwt de bediener voor een
laag vloeistofpeil in de hydraulische tank. Het
lampje werkt in combinatie met het alarm. Zie
Hoofdstuk 4.3.
J.
Brandstofdop
Vul de brandstoftank met Nr. 2 diesel met een
minimaal cetaangetal van 45. Zie
Hoofdstuk 5.10
K. Brandstofpeilmeter
Deze meter geeft het huidige brandstofpeil aan.
Controleer de brandstofmeter dagelijks alvorens de
machine te starten. Alleen tot aan het ‘groene’
gebied op de meter vullen, niet volledig vullen. Laat
de machine niet zonder brandstof komen.
L. Slijpschakelaar
De slijpschakelaar laat de maaieenheden
achterwaarts draaien voor de slijpprocedure.
Voorwaarts – Voor een normale werking
(maaien) moet de schakelaar ingesteld zijn in
de VOORWAARTS (maai)stand.
Achterwaarts – Bij de slijpprocedure moet de
maaier in de achterwaartse draairichting
worden gebruikt. Stel de schakelaar in op de
ACHTERWAARTS (slijp)stand.
Bij de slijpprocedure moet de parkeerrem
aangetrokken zijn en zowel de kooischakelaar (S) als
de slijpschakelaar (L) moeten in de achterwaartse
stand staan. Raadpleeg de Onderdelen- &
Onderhoudshandleiding.
VOORZICHTIG
Stuurkolom nooit afstellen wanneer de tractor in
beweging is. Stop de eenheid en trek de parkeerrem
aan alvorens afstelwerkzaamheden uit te voeren.
!
Volle snelheid Lagere snelheid
D
1
D
2
D
3
E
F
Summary of Contents for Super LF 1880 67923
Page 17: ...NOTES 6 GB 17 6 NOTES ...
Page 18: ...6 NOTES GB 18 ...
Page 19: ......
Page 35: ...REMARQUES 6 F 17 6 REMARQUES ...
Page 36: ...6 REMARQUES F 18 ...
Page 37: ......
Page 54: ...6 NOTITIES NL 18 6 NOTITIES ...
Page 55: ......
Page 72: ...6 ANMERKUNGEN D 18 6 ANMERKUNGEN ...
Page 73: ......
Page 89: ...NOTE 6 I 17 6 NOTE ...
Page 90: ...6 NOTE I 18 ...
Page 91: ......