NL
75
3
Gebruik
3.1
De batterij opladen
Voor het eerste gebruik moet de batterij van de tondeuse ongeveer 2 uur opladen.
Laad de tondeuse minstens eenmaal op tijdens het jaar van levering.
De batterij bereikt haar optimale capaciteit na 3 of 4 cycli van opladen/ontladen.
Gebruik voor de beide hierna vermelde oplaadmodi uitsluitend het
ZDJ045100EU-voedingsblok (zie Fig. 1-H en § 5).
Het is raadzaam om de tondeuse tijdens het opladen uit te schakelen
(knop AAN/UIT is gedoofd, Fig. 1-D).
De tondeuse opladen via het stroomnet
Steek de voedingskabel in het contact van de tondeuse (Fig. 3a).
Steek het voedingsblok (Fig. 1-H) in het stopcontact.
Tijdens het laden brandt het rode lampje (Fig. 1-S). Het opladen is klaar als er
100 verschijnt op het LCD-scherm. De autonomie bedraagt nu ongeveer 100
minuten.
Trek na het opladen het voedingsblok uit. De tondeuse kan nu zonder snoer
worden gebruikt.
De tondeuse opladen via de laadsokkel
Steek de voedingskabel in het contact van de laadsokkel (Fig. 3b).
Steek het voedingsblok (Fig. 1-H) in het stopcontact.
Zet de tondeuse op de laadsokkel en ga te werk zoals hierboven aangegeven.
Als het opladen klaar is, kan de tondeuse zonder snoer worden gebruikt.
3.2
Werking
Breng bij het eerste gebruik een druppeltje olie aan op de aangeduide punten van
het snijmesje (Fig. 6).
Aan- en uitschakelen
Schakel de tondeuse aan door te drukken op de Aan/Uit-knop (Fig. 1-D). De
knop wordt rood.
Druk opnieuw op de Aan/Uit-knop (Fig. 1-D) om de tondeuse uit te schakelen.
De knop gaat uit.