1. Bedieningsfuncties van het voorpaneel
1.1 Spanningschakelaar :
Schakelt de stroomvoorziening van het systeem
aan/uit.
1.2 /-) :
Verhoogt of verlaagt het systeemvolume.
1.3 Mute (dempen) :
Dempen/herstellen van het systeemvolume.
1.4 Mode (instellen):
Manuele selectie van de geluidmodes. De instellingen
zijn Dolby Digital, Dolby Pro Logic en Stereo.
1.5 Ingang :
Manuele selectie van de geluidsingangen. De instellingen zijn
Line (lijn), Optical (glasvezel en Coaxial (coaxiaal).
2. Uitgangen
2.1 Uitgang:
9-pin DIN aansluitingen voor de weergave van 6 kanalen
geluidssignalen.
2.2 L/R:
3.5mm aansluiting voor de weergave van de linker en rechter voorste
analoge geluidsignalen.
2.3 CEN/SUB:
3.5 mm aansluiting voor de weergave van de analoge
geluidsignalen centrale luidspreker en de subwoofer.
2.4 LS/RS:
3.5mm aansluiting voor de weergave van de analoge geluidsignalen
van de linker en rechter surround.
3. A-ingangen: Analoge geluidsbron
3.1 Lijn 1:
Linkse en rechtse RCA ingangsstekkers voor de analoge geluidsbron.
3.2 Lijn 2:
Linkse en rechtse 3.5mm ingangsstekkers voor de analoge
geluidsbron.
4. B-ingangen
4.1 Optical (glasvezel):
Glasvezelingang voor digitale geluidsbron (Playstation
2, DVD-speler of een toestel met een digitale glasvezel uitgang).
4.2 Coaxial (coaxiaal):
Coaxiale ingang voor digitale geluidsbron (DVD speler,
MPEG II kaart of een toestel met een digitale coaxiale uitgang).
5. Stroomingang:
5.1 Gelijkstroomingang:
De stekker van de stroomvoorziening.
1. LED weergave:
Geeft de Geluidsinstelling weer.
1.1. 322= 5.1 kanalen (digitaal)
1.2. 221= 4.1 kanalen (Pro Logic)
1.3. 200= Stereo (2 kanaals)
2. % symbool:
Dit zal oplichten wanneer de functie dynamische regeling
gebruikt wordt.
3. Ms (mini second) symbool:
Dit zal oplichten wanneer de C-vertraging en
de S-vertraging functies gebruikt worden.
4. db symbool:
Dit zal oplichten wanneer de Volume of de Trim-functies
gebruikt worden.
5.
Luidsprekers pictogrammen:
Tonen de actieve luidsprekers in de
verschillende modes (instellingen). Bijvoorbeeld, 6 luidsprekers en luisteraar
zullen oplichten wanneer de Dolby Digital insteling geselecteerd is.
Wanneer de stereo instelling geselecteerd is dan zullen enkel luisteraar en
de linkse en rechtse luidsprekers oplichten.
6. Lock (slot):
De decoder kan automatisch het ingangssignaal en het
geluidstype detecteren Als beide door het systeem worden herkend zal het
slotlichtje oplichten.
7. Lijn :
Dit zal oplichten wanneer het ingangssignaal afkomstig is van de
lijningang.
8. Optical (glasvezel):
Dit zal oplichten wanneer het ingangssignaal afkomstig
is van de glasvezelingang.
9. Coaxial (coaxiaal):
Dit zal oplichten wanneer het ingangssignaal afkomstig
is van de coaxiale ingang.
10. Dolby Digital:
De geluidsinstelling Dolby Digital is geselecteerd.
11. Pro Logic:
De geluidsinstelling Pro Logic is geselecteerd.
12. ST:
De geluidsinstelling Stereo is geselecteerd
Gebruiksaanwijzing van de Decoder box
Decoder box
(voorkant)
Decoder box
(achterkant)
3.1 Lijn 1
3.2 Lijn 2
4.2 Coaxial (coaxiaal)
4.1 Optical (glasvezel)
2.1 Uitgang
2.2 L/R
2.3 CEN/SUB
2.4 LS/RS
5.1 Gelijkstroomingang
1.1 Spanningschakelaar
1.5
Ingang
1.4
Mode (instelling)
1.3 Mute (dempen)
1.2 /-)
(Dutch)
Indicatorlichtjes
6. LOCK(slot)
10. Dolby Digital
12. Pro Logic
13. ST
5. Luidsprekers
pictogrammen
1. LED weergave
3. Ms (mini
second) symbool
2. % symbool
4. db symbool
7. Lijn
8. Optical
(glasvezel)
9. Coaxial
(coaxiaal)
Fig.1
Fig.2
41
42