NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
JB SYSTEMS
®
23/44
PM4.2 MEDIAMIX
In de FM-modus:
Hiermee kunt u een nieuw voorkeuzestation instellen.
o
Kies indien nodig de modus frequentie scrollen [druk op de draaiknop (24)] en zoek naar
het gewenste FM-station.
o
Druk eenmaal op de toets mapniveau (Store): het huidige voorkeuzestation begint te
knipperen.
o
Draai aan de draaiknop (24) om het nummer van de voorinstelling waarop u het FM-
station wilt opslaan te selecteren.
o
Druk nogmaals op de toets mapniveau (Store) om het FM-station op te slaan.
o
Het station is nu opgeslagen op de geselecteerde voorinstelling.
26. Mediatoets AFSPELEN/PAUZE/STOPPEN:
Druk er kort op om te wisselen tussen de modi AFSPELEN
(achterverlichting aan) en PAUZE (achterverlichting knippert). Houdt hem langer dan 2 seconden
ingedrukt om naar de stand STOPPEN (achterverlichting uit) te gaan. Deze toets werkt niet in de
FM-modus.
27. Sensor IR-ontvanger:
Zorg er bij gebruik van de meegeleverde IR afstandsbediening voor dat er een
onbelemmerde zichtlijn beschikbaar is tussen de afstandsbediening en de sensor van de IR-ontvanger.
28. Aan-/uitschakelaar:
Schakelt het apparaat aan en uit. Zorg ervoor dat u het apparaat uitschakelt als het
niet in gebruik is.
FUNCTIES (achterkant)
30. Lichtnetaansluiting en zekeringhouder:
Gebruik het bijgeleverde netsnoer om het apparaat op het
lichtnet aan te sluiten. Controleer of de op het apparaat vermelde spanning en frequentie overeenkomen
met uw lokale elektriciteitsvoorziening. De zekering is toegankelijk via de kleine lade bij de
lichtnetaansluiting. Ontkoppel om de zekering te vervangen eerst het netsnoer, trek de zekeringlade uit
en vervang de zekering ALLEEN met een zekering van DEZELFDE spanning en waarde. Als de
zekering na vervanging opnieuw doorslaat, draag dan het apparaat over aan gekwalificeerd
onderhoudspersoneel.
31. Maximale niveau-instelling voor de stereo masteruitgang:
Wordt gebruikt om het maximale
uitgangsniveau voor de uitgangen (32)/(33)/(34) te beperken om met de maximale toegestane
geluidsniveaus van het aangesloten geluidssysteem overeen te komen. De met deze regelaar gemaakte
aanpassingen worden niet door de meter voor het uitgangsniveau (13) weergegeven. Aanpassingen
moeten tijdens de installatie met een kleine schroevendraaier worden aangebracht. Oefen geen
overmatieg kracht uit met de schroevendraaier.
32. Ongebalanceerde stereo masteruitgang:
De ongebalanceerde tulpuitgang voert hetzelfde signaal als
uitgang (33).
33. Gebalanceerde stereo masteruitgang:
De gebalanceerde stereo JACK-uitgang voert het
hoofduitgangssignaal, dat wordt aangestuurd door (11)/(12).
34. Gebalanceerde stereo masteruitgang:
De gebalanceerde uitgang met klemaansluitingen voert
hetzelfde signaal als uitgang (33) en wordt vaak gebruikt voor vaste installaties.
35. Monoschakelaar voor master 2:
wordt gebruikt om de stereo-uitgang om te zetten in mono voor
gebruik met kleine luidsprekers voor achtergrondm
uziek in toiletten en gangen, op terrassen, …
36. 100 Hz hoogdoorlaatfilter voor master 2:
Dit helpt om de de lage frequenties op de master 2
uitgangen te reduceren. Dit is met name nuttig als een zone wordt gebruikt voor het aansturen van een
systeem voor achtergrondmuziek, dat kan bestaan uit relatief kleine wand- of plafondluidsprekers.
Dergelijke kleine luidsprekers ondersteunen geen lage frequenties.
37. Toonregelaar voor master 2:
wordt gebruikt om het geluid van master 2 aan te passen. De EQ (10) op
het voorpaneel wordt alleen voor master 1 gebruikt.
38. Opname-uitgang:
Dit is een gebalanceerde stereo uitgang die hetzelfde signaal voert als de
hoofduitgangen 32/33/34, maar niet wordt beïnvloed door de hoofdvolumeregelaars (11/12). Dit wordt