210
INSTALLATIE STUUR
Controleer of de stuurpen vooraan is geplaatst en is uitgelijnd met het voorwiel en de horizontale
buis van het fietsframe (fig. A).
Draai met een 4 mm zeskantige inbussleutel de vier schroeven waarmee de afdekplaat aan het
uiteinde van de stang is bevestigd geleidelijk en beurtelings los door ze tegen de wijzers van de
klok in te draaien totdat ze kunnen worden verwijderd (fig. B).
Plaats het stuur in het midden in de juiste behuizing op de stuurpen (fig. C) en plaats
de eerder verwijderde voorplaat van de stuurpen op zijn oorspronkelijke plaats door de
bevestigingsschroeven iets in te brengen en vast te schroeven (rechtsom draaien) en afwisselend
in te draaien om de gewenste positie van het stuur in te stellen.
Voltooi de installatie van het stuur door de schroeven in de aangegeven volgorde vast te draaien tot
ze volledig vastzitten (Afb. D).
afb.A
afb.C
afb.B
afb.D
1
2
4
3